Heb jij al een ‘third space’? Aaf legt uit waarom zo’n plek belangrijk is
Een third space is een plek waar je even kunt ontsnappen aan de dagelijkse drukte. Aaf vertelt in deze column wat haar third space is en waarom het zo waardevol is om er één te hebben.
Als ik mensen vertel over mijn opleiding tot kunstdocent in Arnhem, aan de ArtEZ Academie voor Art & Design, zeggen ze vaak: “Arnhem?! Kon je niet beter in Amsterdam studeren?” Want daar woon ik.
Ik leg dan altijd uit dat het hele reizen naar Arnhem, daar rondhangen in een andere omgeving – de Rijn, de bomen, de kunstacademie zelf, in een prachtig gebouw van Gerrit Rietveld – juist ongeveer de helft van de reden is dat ik die opleiding volg. Ik vind het heerlijk om even weg te zijn uit Amsterdam, van de plek waar ik woon en de plekken waar ik werk, in een andere streek. Al rond Driebergen-Zeist, waar het echt lekker boomrijk wordt, overvalt me een soort rust in de trein: dan ben ik er bijna.
Mijn eigen third space
En toen kwam ik er laatst achter wat Arnhem en de academie in wetenschappelijke termen voor me zijn: mijn third space. Ja, sorry, deze term kwam ik alleen in het Engels tegen, maar je mag natuurlijk ook ‘derde ruimte’ zeggen.
Als ik zit te kleien in de grote keramiekruimte ben ik in mijn third én happy place
De term ontdekte ik toen ik een interview zat te lezen met de Amerikaanse sieradenmaker Ashley Moubayed. Zij werkte als marketingvrouw bij Sotheby’s, een groot veilinghuis, maar begon in haar vrije tijd sieraden te maken, die ze aan collega’s verkocht. Ze ontdekte dat die sieradenlijn, die ze Don’t Let Disco noemde, haarvreugde bracht. In een interview vertelt ze: “Don’t Let Disco was mijn third space. Dat is niet je huis of je kantoor, maar een meditatieve, vreugdevolle plek waar je je ophoudt.”
Voor iedereen een andere plek
Voor haar was die ‘plek’ dus: sieraden maken. Voor mij is het de academie. Voor een ander is het misschien een café, een strandhuisje, een volkstuin, een atelier of een park. Niet voor niets duikt – naast third space – ook de naam third place vaak op. Hoe meer ik erover nadacht, hoe logischer ik het vond dat mensen zo’n plek hebben. Het begrip is ook echt iets in de sociologie. Een oude socioloog, Ray Oldenburg, schreef al over third places zoals bars, biebs, kerken, sportscholen en stoepen, en vond ze belangrijk omdat mensen elkaar op die plekken ontmoetten. In 2025 schreef socioloog Karen Christensen een vervolg op zijn boek hierover. Zij vindt zelfs dat third places het antwoord zijn op problemen van deze tijd, zoals eenzaamheid en polarisatie.
Daar kan ik me veel bij voorstellen. Al is het bij mij wat kleiner. Als ik zit te kleien in de grote, lichte keramiekruimte van ArtEZ, ben ik in mijn third place, en zeker ook in mijn happy place. En die gun ik iedereen. Misschien heb je hem al, ik had hem onbewust ook al. Het voelt als een luxe als je er ineens achterkomt dat je al een third place hebt. En anders ga je hem misschien nog zoeken, of zomaar, op een dag, tegenkomen.
Meer lezen
- Je ‘gelukkig’ voelen is soms lastig: zo maak je happy hormones aan
- Column Aaf over delentherapie: ‘Het ontroert me om een oud deel van mezelf te bedanken’
- Column van Aaf: door deze regel heb ik dit jaar al meer bladzijden gelezen dan anders