Neurobioloog Brankele Frank verklaart waarom steeds meer mensen last hebben van burn-outsymptomen. Zelf kreeg ze twee keer een burn-out, maar ben je dan ook gevoeliger om het nog een keer te krijgen?
Interview Sjoukje van de Kolk Fotografie River Kao/Unsplash
Gepubliceerd op 25 september 2024
Veel mensen krijgen tegenwoordig een burn-out. Wat zegt dat over de tijd waarin we leven? “Op zich is het fenomeen in de loop van de geschiedenis al veel vaker beschreven. Het kwam voor in alle lagen van de samenleving. Maar inderdaad, de laatste jaren zijn er weer erg veel mensen met burn-outsymptomen.”
Toenemende prestatiedruk
“Er zijn verschillende verklaringen voor de toenemende burn-outsymptomen. Zoals: de technologie, waardoor we voortdurend aanstaan. Verder is er meer concurrentie door de globalisering. Er wordt meer naar uiterlijk dan naar innerlijk gekeken. Het gaat om snelheid in plaats van bedachtzaamheid of nuance. Status lijkt soms belangrijker geacht dan gezondheid, of verbinding met een ander.
Met name jongeren ervaren erg veel prestatiedruk. Wel twintig procent gaat eronder gebukt, en bijna de helft van alle studenten had in het afgelopen jaar een psychische kwetsbaarheid, becijferde het Trimbos-instituut. Het leven zoals we het denken te moeten leiden is veeleisend. Zo erg dat we aan onszelf voorbijgaan. Daarnaast zijn we minder afgestemd op onze lichamelijke signalen, die aangeven welke behoeftes je hebt en waar je grenzen liggen.”
Krijg je sneller een burn-out als je er eerder al een had?
“Er zijn geen harde cijfers over, maar het lijkt erop dat als je eenmaal een knauw aan je stresssysteem hebt gehad, dat zeker gevoeliger blijft. Naar schatting krijgt 25 tot 50 procent opnieuw een burn-out. Zelf durf ik niet te zeggen dat het me nooit meer gaat overkomen, maar ik hoop en denk van niet.
Ik heb een aantal praktische dingen veranderd, deel mijn leven anders in. Ik werk nog maar zoveel uur per dag, eet gezond, sport regelmatig en ik mediteer. Ik durf nu toe te geven dat m’n lijf grenzen heeft, herken dankzij intensieve therapie mijn copingmechanismes en uit mijn emoties beter. Ik ga ook eerder de confrontatie met anderen aan als ze iets doen wat me kwetst, of verdrietig of boos maakt. Dat is eng, maar het leidt bijna altijd tot iets goeds en constructiefs. Dat zou ik anderen vooral willen meegeven: ontwikkel je gevoel en durf daar vervolgens ook op te vertrouwen.”