‘I love a broad margin to my life’, is een quote die voor meer tijd en ademruimte zorgt bij Columnist Aaf Brandt Corstius. Zij probeert het dagelijks in haar leven te verweven.
Soms leef je volgens een bepaald motto zonder dat je dat motto letterlijk hebt verwoord. Een levensmethode die je wel voelt, maar nooit in woorden hebt uitgedrukt. Dan is het leuk als een ander het voor je doet. Ah, dít was mijn motto dus, denk je dan.
Zo ontdekte ik toen ik jaren geleden columnist werd, in die tijd schreef ik nog elke dag in de krant, dat ik moest doen alsof ik alle tijd van de wereld had voor een column. Dus: ik moest er in de middag (later viel mijn deadline ’s ochtends) uren en uren voor inruimen, al schreef ik hem vaak veel sneller. Wat helemaal niet werkte, was gaan schrijven met het idee dat alles over twee uur af moest zijn. Want dan blokkeerde ik geheel en kwam er geen woord op papier. Terwijl ik juist veel sneller werkte als ik zeeën van tijd had. Dus ik blokte die zeeën van tijd, hield tijd over en ging dan tevreden een boterham eten.
Zo werkt het ook met andere zaken: als ik weet dat ik heel snel een maaltijd op tafel moet toveren, schiet ik in de stress en ga ik onhandig doen met hakmessen en gehaktballetjes die op de grond vallen. Terwijl ik op een avond zonder tijdsdruk net zo snel of zelfs sneller een maaltijd op tafel krijg. Zonder mezelf vanwege de spanning keihard in mijn duim te snijden.
Tijd nemen
Ik wist dus al dat ruim de tijd nemen goed voor mij werkt, en me zelfs sneller maakt. En toen las ik een uitspraak van Henry David Thoreau, de Amerikaanse schrijver die zich in 1845 twee jaar terugtrok in een piepklein huisje aan Walden Pond. Dat is een meer in Massachussetts waar ik weleens met mijn zus heb gewandeld, die er vlakbij woont. Thoreau schreef een beroemd boek over zijn verblijf daar: Walden. Je zou hem een tiny house-bewoner en onthaaster avant la lettre kunnen noemen. In die tijd noemden ze hem misschien eerder een zonderling annex kluizenaar.
Maar goed, Henry David Thoreau had heel goed door wat hij nodig had voor een goed leven en hij schreef in Walden: ‘I love a broad margin to my life’. Een marge, neem ik aan, van tijd. Van genoeg tijd om de dingen te doen die je moet doen. Sterker nog, van misschien wel veel te veel tijd – waardoor je ontspant en beter werk aflevert.
Ademruimte
Maar je kunt Thoreau’s levensmarge ook op andere manieren interpreteren. Zo ben ik momenteel bijvoorbeeld bezig met het leuke onderwerp genaamd de hypotheek, en ik merk elke keer dat ik het idee van géén maximale hypotheek die mij in een wurggreep neemt, erg fijn vind. Want dan blijft er een (financiële) marge over na het betalen van de vaste lasten, en die zorgt ervoor dat er rustig geademd kan worden, dat je af en toe uit eten kunt, of een weekend weg, of een leuke nieuwe bril kunt kopen als dat nodig is.
En zo zijn er nog veel meer fijne ruime marges te bedenken. Sinds ik die quote van Thoreau heb gelezen, probeer ik bijvoorbeeld tien minuten te vroeg aan te komen bij een afspraak, zodat ik in alle rust even om me heen kan koekeloeren in het café of restaurant in kwestie. Of ik sta ’s morgens net wat vroeger op dan de rest van het gezin – dit lukt me maar heel soms, maar toch – zodat ik koffie kan drinken en de krant kan lezen zonder dat er allemaal mensen om me heen darren.
Het is soms best leuk om de spanning op te zoeken en tot het gaatje te gaan, maar heel vaak is een lekker ruime marge echt niet gek. Je ontspant er zo van dat het bijna lijkt alsof je in een huisje aan Walden Pond woont.
- Deze column van Aaf vind je terug in Flow 1.
Tekst Aaf Brandt Corstius Beeld Annie Spratt/Unsplash.com