Maaike huilt #4: huilen om paarden

paarden

Als kind was managing editor Maaike Beekers nogal een huilebalk. Later leerde ze dat af, maar waarom eigenlijk? Daarom beschrijft ze de komende tijd dingen waarvan ze volschiet. Dat kan van alles zijn: een film, een kunstwerk, een voorval in het dagelijks leven. Want zodra er een traan rolt, gaat het ergens om. Dit keer: paarden.

Afgelopen zaterdagmiddag op weg naar huis, ik had het tempo er goed in. Du moment dat ik de bocht doorsjees, dat oranje verkeerslicht pak ik nog even mee, zie ik verderop een viertal paarden galopperen. Nu woon ik in een dorp dus het beeld is me bekend en ik denk nog even: kijk dat clubje daar heerlijk rennen in de wei, tot ik zie dat ze op de WEG draven, richting MIJ. 

Geen paardenmeisje

Ik rem, plotseling, draai de berm in, het hart in mijn keel. Aan de overzijde zie ik iemand verontrust uitstappen, zelf wacht ik daar maar even mee, want het viertal staat nu groot en wild te doen, pal voor mijn voorruit. 

Zit ik dan, net nog beetje pochen met de paardenkrachten van mijn voiture, nu ben ik duidelijk de onderliggende partij, letterlijk. Vol ontzag kijk ik omhoog naar de gespannen, gepierde lijven van de paarden, hun glanzende vel. Ze bewegen schichtig voor mijn auto langs, hun slanke benen op ooghoogte, de hoeven tegen het wegdek, staarten parmantig in de lucht. Een van hen, groot en roodbruin, gooit het hoofd in de nek en kijkt me intussen met een wijd opengesperd oog aan, ik probeer hem te lezen, is-ie bang, nieuwsgierig, boos? Geen idee. 

Ik moet iets doen, hier komen ongelukken van. In mijn achteruitkijkspiegel zie ik dat er nieuwe auto’s komen aangereden, nietsvermoedend zoals ik zojuist. Toch uitstappen dan maar? Ergens diep verscholen moet nog wat paard in mij zitten, ik ben met paarden opgegroeid, al ben ik nooit een paardenmeisje geweest. Ze voelen het als je bang bent, zei mijn vader altijd, dat hielp niet. En dit zijn er vier. Vier tegen een. 

Ik kan wel janken

Tegelijkertijd voel ik voor deze prachtige, onstuimige dieren, die weliswaar heel groot zijn maar ook kwetsbaar zo midden in het verkeer. Intussen hollen de paarden door, richting de brug. Nee, niet de brug! Denk ik, terwijl de voorste, de wildste, het voortouw neemt. Hij is rücksichtslos, struikelt bijna, ik zie al voor me hoe hij met die mooie lange benen over de vangrail duikelt, de diepte in. Ik kan wel janken. Nu stap ik alsnog uit de auto, om onmachtig te zien hoe dit debacle afloopt. Even verderop zie ik hoe een vrouw het verkeer regelt, goed punt, had ik ook kunnen doen. 

Er komt een jeep aanrijden. Drie daadkrachtige types stappen uit. De een doet een hek van een wei open, een ander loopt met een boog naar de paarden, rustig, haar armen wijd gespreid. Sjoe, sjoe, roept ze, paardentaal. Nummer drie schudt met een emmer met brokken, om ze te lokken. De paarden geven zich niet meteen gewonnen, maar uiteindelijk gaan ze, na een paar keer bokken, alsnog de wei in. De man met het voer sluit af. Poppetje gezien, hekje dicht. Ik zucht, veeg een traan van mijn wang die ik eerder niet gevoeld had. Goed afgelopen denk ik opgelucht, maar niet dankzij mij. Ik stap weer in en rijd naar huis, stapvoets. 

Meer lezen

Tekst Maaike Beekers  Fotografie Daniëlle Siobhán

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN