Ga naar hoofdinhoud
Levenslessen
Wandelen

Wat Jantine leerde tijdens deze bijzondere pelgrimstocht in Japan

pelgrimstocht in Japan

Waarom zijn pelgrimstochten de laatste tijd zo geliefd? Journalist Jantine Jongebloed liep wel vaker lange wandelingen en maakte een pelgrimstocht in Japan. Lees mee in haar pelgrimsdagboek.

Na twee weken Japan ben ik gewend aan het ritme, de mensen en de begroetingen. Nu is het tijd om mijn rugzak te pakken voor de eerste drie dagen van twee pelgrimsroutes die ik hier ga wandelen.

Een avontuurlijke pelgrimstocht in Japan

Mijn laatste echte pelgrimstocht was van de Franse Pyreneeën naar Santiago de Compostela in Spanje, meer dan tien jaar geleden. Vijf weken lang volgde ik de voetsporen van de heilige apostel Jacobus. Hoewel ik niet gelovig ben, gaf het idee dat duizenden anderen mij voorgingen deze tocht iets bijzonders. Het voelde anders dan de gemiddelde tweedaagse wandeling in Nederland.

Ik herinner me de medepelgrims, de toevalligheden en de saamhorigheid in de herbergen. Om dat magische gevoel opnieuw te ervaren, ga ik met mijn man tijdens onze rondreis door Japan delen van een pelgrimstocht wandelen. Hoe zou het zijn om op eeuwenoude paden in dit mythische land te lopen?

Pelgrimstocht 1 – De Kumano Kodo

Dag 1: Door een dichtbegroeid oerbos

In mijn tas heb ik wandelsokken, drie schone onderbroeken, zonnebrandcrème, een grote fles water, een banaan en wat nootjes voor noodgevallen. Ook mijn wandelgids van de eerste pelgrimstocht in Japan en een notitieboekje voor de stempels die ik hier ga verzamelen. Mijn man en ik drinken een laatste koffie en lezen in de gids over de Kumano Kodo, de boeddhistische pelgrimsroute.

Vroeger pelgrimeerden keizers van de oude hoofdstad Kyoto naar deze regio, het spirituele hart van Japan. De route blijkt een zusterroute van de bedevaart naar Santiago, zo lees ik. Beide routes zijn rond het jaar 900 ontstaan en staan op de Werelderfgoedlijst.

Het eerste deel van de route gaat meteen steil omhoog. Ik loop het donkere woud in, langs achthonderd jaar oude cederbomen, en gebruik hun wortels als traptreden. Hoger bij de top, als het zonlicht weer door het bladerdek schijnt, kijk ik uit over het glooiende berglandschap en het magische oerbos. Ik stel me voor dat dit landschap nauwelijks veranderd is sinds de keizers hier wandelden.

Dag 2: Een mascotte van origamipapier

Na een korte nacht dringt het zonlicht vroeg door de gordijnloze ramen naar binnen. De eigenares van de herberg waar we overnachten, serveert warme soep en omelet als ontbijt. Ze heeft onze wandelschoenen al klaargezet en zwaait ons liefdevol uit. We wandelen over de bergkam naar het volgende dorp.

In het dennenbos, vol varens en grote keien, voel ik me een personage in een roman van Haruki Murakami. Ik ben op geheime missie om de keizer een brief te bezorgen en moet doorstappen.

Na een flinke tocht van vier uur gunnen we onszelf een pauze in een klein houten hutje, waar mevrouw An woont. Ze brengt ons een kopje thee en laat vol trots haar fotoboek zien met de bomen rond haar huis in verschillende herfstkleuren. Ze geeft ons een doosje met piepkleine gevouwen kimono’s van origamipapier. We mogen er eentje uitzoeken als mascotte voor de rest van onze tocht.

Twee illustraties in Japan. Links een toerist die voor een Japans huisje staat en een foto maakt. Rechts een Japans meisje dat een boek leest en een kop koffie drinkt

Dag 3: Spring maar achterin

We logeren bij een local die zijn huis openstelt voor pelgrims. Vaak zijn diner, ontbijt en een lunchpakketje inbegrepen. Gisteravond genoten we van huisgemaakte sobanoedels en wisselden we verhalen uit met mede-pelgrims uit Slovenië, Frankrijk en China. Ik loop niet alleen samen met de keizers die me voorgingen, maar ook met deze tijdelijke vrienden, vreemden voorheen, met wie ik nu een ervaring deel.

Met een verwaarloosbare kater van één sake te veel begin ik de laatste etappe van deze tocht. Na zo’n vijftien kilometer stuiten we op een hekwerk met een bordje: een deel van de route is afgesloten en we moeten de laatste kilometers met de bus afleggen.

Bij de bushalte blijkt die maar drie keer per dag te rijden. De volgende komt over tweeënhalf uur. De zon schijnt, we hebben geen haast, maar ik herinner me een oud trucje voor avontuurlijke reizigers: ik steek mijn duim op en binnen tien minuten hebben we een lift van een Japans stel dat net een tempel heeft bezocht. Spring maar achterin, zeggen ze.

Pelgrimstocht 2 – De 88 tempelroute

Dag 1: Een ander Japan ervaren

Inmiddels zijn we twee weken verder en beginnen we aan het tweede deel van onze opgeknipte pelgrimstocht in Japan: drie wandeldagen van de bekende 88 tempelroute op het eiland Shikoku. Als je de hele route van twaalfhonderd kilometer wandelt, ben je zo’n twee maanden zoet. Ik begin bij tempel 19 en loop de komende dagen tot aan tempel 23.

Mensen wandelen om iemand te herdenken, als onderdeel van een rouwproces. Maar ook herstel van een burn-out is een veelvoorkomende reden, en het ‘weglopen van verantwoordelijkheden’.

Dag 2: Met de zegen van de goden

Het is 7.15 uur en de zon is al minstens een uur op. Als ik uit het raam kijk, zakt de moed me in de schoenen. Er staan vandaag twintig kilometer en twaalfhonderd meter hoogteverschil op het programma en buiten stortregent het. Hoe raken we ooit verantwoord aan de andere kant van deze modderige bergpas?

Mijn eerste neiging om mijn schoenen aan te trekken en niet te zeuren. Maar ik blader nog eens door het wandelboekje en lees dan ‘feel free to use public transport’ in mijn pelgrimsbijbel. Pfieuw! Ik mag een stukje smokkelen, hulp inschakelen, mezelf iets gunnen, een verstandige keuze maken als het weer het pad gevaarlijk maakt.

We nemen de bus, slaan tien wandelkilometers over en als we de lucht weer zien opklaren, wandelen we de laatste uren naar onze overnachtingsplek. We drinken thee met citroenmelisse en eten wat de pot schaft: witte rijst met bamboescheuten en gefrituurde tofu, ingelegde radijs, wortel en koolrabi, en een ijsje toe, dat vrolijk door de herbergier als een konijn uit een hoge hoed wordt getoverd.

Dag 3: Drie stempels in mijn boekje

Deze ochtend loopt de route langs een drukke tachtigkilometerweg. Dat is het nadeel van zo’n oude pelgrimstocht: om trouw te blijven aan de originele route wandel je soms ook stukken over inmiddels geplaveide wegen, die maar weinig pittoresk zijn. Gelukkig gaat de route halverwege over in een bergpad dat naar de laatste tempel leidt.

In de tempel ruikt het naar cederhout en wierook, overal staan beeldjes en een monnik zet een kalligrafie en drie stempels in mijn boekje, als bewijs dat ik deze wandeldag heb volbracht.

Ik eindig mijn voettocht in het kustdorp vlak na tempel 23, laat mijn vermoeide benen en volle hart in een warme heet­waterbron zakken en fantaseer over mijn Santiago de Compostela-jubileum en wanneer ik dat zal gaan vieren. Ik verlang ernaar die vijf weken gewoon nóg een keer te wandelen. Cadans in de benen, klaarheid in de kop.

Meer lezen


Illustratie Xuan Loc Xuan

Deel dit artikel
Jantine Jongebloed (1987) is schrijver en werkt als freelance journalist-interviewer. Haar onderzoek en essay Wie zette mijn naaktfoto’s online? in Volkskrant Magazine (2021) deed veel stof opwaaien en werd genomineerd voor De Loep. Ze schrijft voor onder meer de Volkskrant, NRC, festivals Oerol, Into the Great Wide Open en De Parade en LINDA.meiden.
Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Een keer per week versturen we een mail met onze best gelezen artikelen, fijne tips en aanbiedingen.