Geen autisme of ADHD, maar toch een neurodivers brein? Dat kan (en zo zit het)
Onze maatschappij is ingericht op ‘normale’ hersenen. En dat is jammer, zegt Saskia Schepers, expert op het gebied van neurodiversiteit. Want ook zonder ADHD of autisme kun je afwijken van de norm en dat is oké. ‘Het wordt tijd als we variaties in breinen als natuurlijk en complementair gaan zien.‘
Waarom is er laatste tijd zo veel aandacht voor neurodiversiteit?
“Ongeveer twintig procent van de mensen heeft een neurodivergent brein. Dat aantal is vrij stabiel, maar onze kennis over dit onderwerp is aanzienlijk toegenomen. Zo werd vroeger gedacht dat alleen jongetjes ADHD konden hebben. Nu weten we: meisjes hebben het ook, alleen uit het zich bij hen heel anders. Ze zijn snel afgeleid en dromerig, maar vaak minder druk en impulsief, hun spanning en onrust zit met name vanbinnen.
Sinds de pandemie is dit onderwerp meer op de kaart komen te staan. Alles wat lange tijd ‘normaal’ was geweest, ging op de schop. Mensen die altijd op kantoor zaten, kwamen thuis tot de ontdekking dat ze zonder al die prikkels ineens veel beter tot hun recht kwamen. Toen werd heel zichtbaar: we zijn allemaal anders.”
Wat is een neurodivergent brein precies?
“Simpel gezegd betekent neurodiversiteit dat er natuurlijke verschillen zijn tussen breinen van mensen. En dus zijn er verschillende manieren van denken, leren en informatie verwerken. Vaak wordt de term overkoepelend gebruikt voor diagnoses als ADHD, ADD, autisme, hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid, maar in wezen gaat neurodiversiteit over ons allemaal.”
Wat is er veranderd aan de kijk op neurodiversiteit als je het vergelijkt met twintig jaar geleden?
“Vroeger werd er gekeken vanuit het medische model: er zijn normale en er zijn abnormale breinen. Een abnormaal brein was ‘stuk’ en moest gefikst worden. Nu komt er meer ruimte voor het sociale model: we zijn allemaal anders en dat is ook de bedoeling. Het is tijd voor een verschuiving en om het idee los te laten dat ‘anders dan gebruikelijk’ betekent: ‘een stoornis hebben’. Bovendien is het goed als we variaties in breinen als natuurlijk en complementair gaan zien.”
Waarom vind je het belangrijk dat er meer aandacht komt voor de verschillen in onze breinen?
“In de evolutie zijn ze overeind gebleven, dus al deze breinen hebben evolutionair nut. Die diversiteit is er niet voor niets. Maar voor de verschillende manieren waarop mensen functioneren is er in onze huidige maatschappij weinig ruimte. Zo zie je in organisaties normen waaraan iedereen moet voldoen, terwijl ze niet bij iedereen passen. Sterker nog: voor een grote groep mensen knellen ze.
Hetzelfde geldt voor het onderwijs. Dat iets een bewezen lesmethode is, betekent niet dat het voor iedereen werkt. Zonde, want in de juiste context en met de juiste voedingsbodem zijn mensen met minder gangbare breinen juist de probleemoplossers, de omdenkers en de uitvinders die we nodig hebben.”
Wat is het gevolg als je je altijd maar aanpast aan de rest?
“Veel neurodivergenten zijn zich te weinig bewust van hun sterke punten. Ze durven niet goed voor hun eigen, afwijkende behoeftes uit te komen en zijn zich in de loop der jaren gaan aanpassen. Dit ‘maskeren’ is een natuurlijke reactie om bij de groep te kunnen horen, maar doet je identiteit geweld aan en vertroebelt ook je potentieel. Mensen lopen hierop uiteindelijk leeg en het kan leiden tot uitval.”
Hoe kom je erachter hoe je eigen brein werkt en op welke manier je het best tot je recht komt?
“Het begint met zelfinzicht. Voor veel neurodivergenten is dat nog een hele zoektocht. Ze gedragen zich al zo lang zoals ze denken dat het hoort, ten koste van hun eigen behoeftes. Voor het in kaart brengen van wat die behoeftes dan precies zijn, maakte ik een breinhandleiding. Om te weten hoe je tot je recht komt, heb je zelfkennis nodig. Onderstaande vragen kunnen je daarbij helpen.
Omgeving waarin ik werk
- Ik heb graag een vaste / flexibele plek.
- Ik werk graag …. procent van mijn werkdagen thuis.
- Mijn werkuren zijn bij voorkeur vast / flexibel.
Hoe werk jij?
- Ik gedij bij veel / gemiddeld / weinig prikkels en dat merk ik aan…
- Ik geef de voorkeur aan één-op-één / groepen en dat merk ik aan…
- Ik heb behoefte aan veel / gemiddeld / weinig structuur en dat merk ik aan…
- Ik vind weinig / gemiddeld/ veel sturing fijn en dat merk ik aan…
- Ik heb een gelijkmatig / ongelijkmatig werkritme en dat merk ik aan…
Manier van communiceren op mijn werk
- Als mijn fysieke aanwezigheid niet nodig is, gebruik ik bij voorkeur mail / app / videobellen.
- Ik heb wel/geen behoefte mij goed voor te bereiden op vergaderingen.
- Vergaderingen heb ik het liefst online / fysiek.
Inhoud van mijn werk
- Ik doe graag één ding / meerdere projecten tegelijk
- Ik doe het liefst routinematig werk / steeds nieuwe dingen werk
- Ik ben meer een generalist / specialist
Saskia Schepers (1983) is expert in neurodiversiteit. Ruim 25 jaar werkte ze als HR-specialist. Ze zette bij ABN AMRO het Neurodiversiteit Netwerk op, waarvoor ze in 2022 de Nederlandse Neurodiversiteit Award won. In dat jaar richtte Saskia ook het Nederlandse Neurodiversiteit Netwerk op, waarin organisaties kennis en ervaringen delen. Tegenwoordig is ze spreker en trainer. Dit jaar verscheen haar boek ‘Als alle breinen leren’, eerder schreef ze ‘Als alle breinen werken’.
Meer lezen
- 6x worstelingen die je herkent als je (als vrouw) ADHD hebt.
- Omgaan met autisme: 4 cruciale tips voor jezelf of een ander.
- 5 manieren om je brein écht rust te geven (en een potje netflixen hoort daar niet bij.)
Fotografie Sarah Noltner/Unsplash