Living Library: waar ze personen uitlenen i.p.v. boeken

leen een persoon in plaats van een boek

Bij de Living Library leen je geen boek, maar een persoon om mee in gesprek te gaan. Iemand met wie je gewoonlijk niet snel in contact komt. Een zinvol initiatief in tijden van polarisatie, denkt journalist Marijke de Vries.

“Ex-gedetineerde. Partner van een transvrouw. Persoon met autisme.” Martijn Bergsma somt wat titels op uit zijn levende-boekencollectie. Hij is directeur van de Nederlandse Living Library, een Deens concept waarbij je mensen kunt ‘lenen’ met wie je in het dagelijks leven niet snel in gesprek raakt. “Wil je een kort intro?” vraagt hij. “Doe maar,” zeg ik. In de bibliotheek lees ik ook de achterflap voordat ik een boek mee naar huis neem.

Bergsma’s Living Library organiseert ontmoetingen met mensen met een bijzonder verhaal, aan wie een stigma kleeft. Onder het mom: don’t judge a book by its cover. Personen die je in het dagelijks leven niet zo snel tegen het lijf loopt. En als dat toch gebeurt, durven we vaak niet naar hun verhaal te vragen en houden we het liever bij koetjes en kalfjes, volgens Bergsma. Dat is jammer, want zo blijft het beeld dat je vooraf van iemand hebt in stand. “Ik zou graag zien dat iedereen in onze samen­leving dezelfde kansen krijgt, maar vooroordelen staan mensen daarbij vaak in de weg. Daar wilde ik iets aan doen.” Dus begon hij – als student in Groningen – in 2014 een Nederlandse variant van de Living Library. Aanvankelijk vooral vanuit fysieke bibliotheken, maar inmiddels nodigen bedrijven en organisaties Bergsma en zijn ‘boeken’ vaak uit om de blik van hun personeel te verruimen of om na te denken over diversiteit.

“Ik geloof dat veel mensen geïnteresseerd verder willen kijken dan hun neus lang is, alleen doet de gelegenheid zich dan niet altijd voor. Daarom willen wij zo’n gesprek ­faciliteren en anderen de kans geven hun vooroordelen onder ogen te zien. Iedereen doet aan hokjesdenken, ook mensen die zichzelf ruimdenkend noemen. Een mening is snel gevormd, een foute grap rap gemaakt. Terwijl: juist als je je bewust bent van je vooroordeel, ontstaat er ruimte voor empathie.”

Zie de ander als volledig mens

Als journalist vind ik mezelf best genuanceerd en open-­minded. Oké, er zijn wel groepen waarmee ik minder geduld heb: complotdenkers bijvoorbeeld, neonazi’s of Poetin-sympathisanten. Die heeft Bergsma niet in zijn bibliotheek. Wel een slachtoffer van huiselijk geweld: wat denk ik daarvan? Ruim een half uur mag ik dit levende boek lenen uit de collectie van de Living Library, die inmiddels al meer dan tweehonderd boeken telt. De spelregels: alle vragen zijn toegestaan, het boek kiest vervolgens waar ze wel of niet op wil antwoorden en tot slot retourneer ik het exemplaar zonder ezelsoren of beschadigingen.

Maar hoe ga ik te werk? “Probeer niet te veel te denken vanuit het clichébeeld,” oppert praktisch filosoof en gespreksdeskundige Elke Wiss. Ter voorbereiding heb ik haar boek Socrates op sneakers gelezen, over het stellen van de juiste vragen. “Bij een slachtoffer van huiselijk geweld denk je al snel: haar man zal de dader wel zijn. Of: ze kan vast geen grenzen aangeven. Dat is begrijpelijk, alleen loont het de moeite om niet meteen te labelen. Zie de ander als volledig mens. Maak je vooroordeel desnoods expliciet: ‘Ik merkte vooraf dat ik zus en zo dacht, hoe ervaar jij dat?’” Volgens Wiss voeren mensen vaak oppervlakkige gesprekken en zijn ze over het algemeen extreem goed in het stellen van slechte vragen. “Een goede vraag is niet stiekem een suggestie, geen meeleverijtje, geen hypothese. En ook geen oordeel, met een vraagteken erachter. Een goede vraag komt voort uit oprecht willen weten wat de ander beweegt. Het is een uitnodiging: mag ik dichterbij komen en wil je hier met mij over nadenken?”

De ontmoeting met mijn boek vindt plaats via een videoverbinding in wat hopelijk het staartje van de pandemie is – ook de Living Library paste zich aan de covid-omstandigheden aan. In mijn scherm verschijnt een vriendelijk gezicht met een grote bos krullen, ik zie een kleurige jurk. Als ik het gesprek wat omstandig inleid, neemt Anita Wix het soepel van me over. Ze vertelt hoe zij ‘als een blok viel voor een narcistische man’ en zelfs haar gezin voor hem verliet. “Ik was zo’n vrouw die, als ze iets las over mishandeling, dacht: hoe dom ben je als je dan niet weggaat?” Toch overkwam het haar. Wix was getrouwd met haar jeugdliefde, kreeg jong kinderen en werd op een dag verliefd op een andere man. Ze voelde zich gezien, had voor het eerst in haar leven het idee dat ze voor zichzelf koos, al had ze dat achteraf liever niet gedaan. De man bleek extreem manipulatief. “Je voelt al snel dat er iets niet klopt, maar kunt er je vinger niet op leggen. Je begint aan jezelf te twijfelen, ook omdat de ander soms opeens weer zo lief doet. Ruziemaken probeer je te vermijden, want je wilt niet dat je kinderen ongerust worden. En als de situatie dan uit de hand loopt, ben je bang, schaam je je en wil je liever niet dat je buren iets merken.” Het duurde tien jaar voordat ze naar de vrouwenopvang vluchtte – ik vat het nu even kort samen.

De empathische reflex

Ik heb wel honderd vragen, maar stel er maar een paar: wanneer had ze voor het eerst door dat het niet goed zat? Waardoor besloot ze uiteindelijk te vertrekken? Hadden mensen om haar heen iets kunnen doen? Verder knik ik vooral: het zal je maar overkomen. De empathische reflex noemt filosoof Elke Wiss dat, als ik het gesprek achteraf met haar bespreek. “Zo reageren mensen vaak en dat is niet erg.” Ik hoor een ‘maar’. Wiss: “Het kan verdieping van het gesprek in de weg zitten. Empathie is niet slecht, het is goed, zeker als de ander er behoefte aan heeft. Maar die ander wil waarschijnlijk liever zijn verhaal vertellen dan een aai over de bol.”

We luisteren en praten vaak ‘hoog-over’, volgens Wiss. “We geven feitelijke opsommingen, vertellen chronologisch. Terwijl gesprekken pas echt interessant worden als je op verkenning mag in iemands hoofd. “Stel, je hoort het verhaal van een bootvluchteling aan. Dan komt er een reeks gebeurtenissen voorbij, maar hoe denkt die persoon over de schipper van de boot? Vanuit die informatie kun je verder naar het denken óver dat moment. Wat heeft iemand geleerd over menselijkheid of vrijheid? Welke gedachte wil diegene je meegeven?”

Zo hoopt Anita Wix mee te geven dat je slachtoffers van huiselijk geweld moet laten merken dat ze gezien worden. “Geef iemand niet het gevoel dat het aan haarzelf ligt, dat ze gek is dat ze blijft.” Ze sluit haar gesprekken wel altijd positief af. “Dat hebben mensen nodig. Dus vertel ik bijvoorbeeld dat het nu goed gaat met mijn kinderen, want dat willen mensen weten.” Van Wix’ verhaal onthoud ik dat de realiteit altijd veel ingewikkelder is dan de vraag: waarom ga je dan niet bij hem weg? Dat wist ik ergens wel, maar je zou het makkelijk vergeten.

Logisch, vindt universitair docent psychologie Gijs Bijlstra, die onderzoek doet naar discriminatie, stereotypen en vooroordelen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Hokjesdenken is efficiënt en functioneel, het helpt ons door het leven heen. Maar in het geval van mensen blijft het een risico om groepsinformatie op individuen te plakken.” Bijlstra onderzoekt daarom niet alleen hoe vooroordelen ontstaan, maar ook hoe je ze kunt veranderen, wat helemaal niet makkelijk blijkt.

Bijlstra kijkt dan ook met belangstelling naar de Living Library. Hij spreekt over de ‘contacthypothese’. “Zodra mensen met elkaar in contact komen, kunnen ze een beter perspectief vormen. Dat vergroot empathie en vermindert angst. Gevolg: een positievere houding naar de ander en dito gedrag.” Maar, hoewel het bewijs voor deze psychologische theorie sterk is, is veruit het meeste onderzoek uitgevoerd in het lab. In de praktijk, buiten de universiteit, zijn er veel minder goede onderzoeken gedaan. Dat komt onder andere doordat het vrij complex is om ‘longitudinaal’ oftewel langdurig onderzoek te doen in de praktijk, want dat is duur en moeilijk uitvoerbaar. Uit de onderzoeken die er wél zijn, blijken er effecten op microniveau te zijn. “Als mensen met een andere geloofsovertuiging samen in een sportteam ­zitten, goed samenwerken en succes boeken, gaan ze positiever over elkaar en elkaars geloofsbeleving ­denken. Maar of ze ook positiever gaan kijken naar het geloof zelf en de hele groep waartoe de ander behoort, is de vraag.”

Klaar om boek te worden

Wat meespeelt: wij mogen dan misschien veranderen door ontmoetingen met anderen, onze omgeving verandert zelden mee. Gijs Bijlstra: “Je cultuur en samenleving bevestigen impliciet je oude associaties: de media die je consumeert, wat je om je heen ziet, hoe je met vrienden praat blijft meestal hetzelfde. Vroeger werd verondersteld dat, vaak onbewuste, vooroordelen een kwestie zijn van persoonlijke voorkeur. Maar uit recent onderzoek blijkt dat de plek en de cultuur waarin je leeft een bijzonder sterke invloed hebben op je gedrag.” Heeft een initiatief als de Living Library dan wel zin? “Het is een nobel en mooi initiatief dat op de korte ­termijn zeker effect heeft. Alleen moeten we het lange- termijn­effect nog even afwachten,” zegt Bijlstra.

Bij de Living Library zelf zijn ze ook bezig met hun impact. Directeur Bergsma: “Voorheen legden we vooral nadruk op het ontmoeten van je vooroordeel. Maar nu zeggen we: ga in gesprek met iemand die je normaal niet snel zou spreken. We willen een laagdrempelige, positieve ervaring creëren.”

Complotdenkers of neonazi’s tref je dan ook niet aan in Bergsma’s bibliotheek. “Een levend boek moet openstaan voor contact met mensen die anders denken. Daarvoor moet je stevig in je schoenen staan. Ik bekijk vooraf of iemand er klaar voor is om boek te worden. Ooit sprak ik met iemand die een depressie had gehad en ik merkte dat ik niet alles durfde te vragen. Toen hebben we samen geconcludeerd dat diegene er nog te veel middenin zat. Een levend boek moet een zekere afstand hebben tot zijn verhaal en mentaal weerbaar zijn, want een gesprek kan heel confronterend zijn.”

Het gesprek met mijn levende boek was een positieve ervaring. Mijn denken is er niet compleet door veranderd, maar mijn beeld is wel beter ingekleurd. En ik denk nog regelmatig terug aan wat ze me heeft verteld. “Een gesprek hóéft niet per se iets op te leveren,” zegt filosoof Wiss. “Die suggestie maakt me wat opstandig. Als iemand tekent of pianospeelt, vraag je ook niet wat dat oplevert, het zijn op zichzelf fijne activiteiten. Een goed gesprek is meer dan alleen een manier om een doel te bereiken. Daarom vind ik de naam Living Library ook zo treffend. Waarom lezen we boeken? Niet alleen om onze taalvaardigheid te ­verbeteren, maar omdat het plezier brengt en het je mens doet voelen.”

Meer lezen

Tekst Marijke de Vries  Illustratie Lotte Dirks

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN