Geen zin in stadse drukte op vakantie? 8x waarom een stad juist wél goeddoet
Struinen over de Ponte Vecchio in Florence, vanaf een bankje kijken naar de Catedral de Santa María de la Sede in Sevilla of fietsen over de boulevard van Valencia: de drukte van een stad doet ons goed. Zo zit dat.
Op vakantie zie je een stad anders dan thuis. Je dwaalt, verwondert je, ontdekt gezellige pleinen of juist verstilde hoekjes. Maar wat maakt een plek eigenlijk fijn? Hoe kan het dat we die drukte thuis zo anders ervaren? En waarom voel je je op sommige plekken meer ontspannen dan op andere? Stadspsycholoog Sander van der Ham legt uit hoe steden ongemerkt invloed hebben op ons humeur.
1. Domweg gelukkig op het Piazza Navona
Met vakantie verwonderen we ons makkelijker over een stad. Je dwaalt door steegjes, komt uit op pleinen en raakt gehecht aan bepaalde plekken. Volgens Van der Ham is dat deels persoonlijk, maar er zijn ook universele factoren. Een plein voelt fijn aan omdat het open is, overzichtelijk, en tegelijk beschut: precies wat ons brein prettig vindt.
2. Kleine ontmoetingen op het terras
We zitten het liefst aan de rand van een plein, met onze rug tegen iets aan. Dan voelen we ons veilig én kunnen we mensen kijken. Zulke plekken nodigen uit tot contact: een blik, een praatje. “Op plekken waar we wat langer blijven, zoals bankjes of terrassen, is de kans op dat soort kleine ontmoetingen het grootst,” zegt Van der Ham.
3. Een klaterende fontein
Een fontein is meer dan mooi: stromend water overstemt verkeersgeluid en werkt rustgevend. Dat maakt zo’n plek tot een fijne uitvalsbasis in een drukke stad. Sander vertelt dat natuurlijke geluiden zoals ruisende bomen of klaterend water ons helpen ontspannen, zelfs midden in de drukte.
4. Licht dat ruimte geeft
Straatverlichting beïnvloedt hoe dicht we bij elkaar willen zijn. Fel licht zorgt voor afstand, zachter licht, zoals in cafés, maakt dat mensen juist toenadering zoeken. Volgens Van der Ham kan te veel licht in een drukke uitgaansstraat zelfs averechts werken en spanning oproepen.
5. Kerktorens als wegwijzers
Een herkenningspunt zoals een toren of opvallend gebouw helpt je oriënteren. Zulke markante punten geven houvast, maar maken een stad ook mooier. “Dat zijn de plekken die we gebruiken om de weg te vinden én aan anderen uit te leggen,” zegt Van der Ham.
6. Een beetje mysterie
We houden van steden die iets te ontdekken laten. Niet alles hoeft aangewezen te zijn: een onverwacht straatje of een straatartiest trekt onze aandacht en maakt de plek levendig. Volgens Van der Ham helpt dat soort ‘zintuiglijke verrassing’ ons om mentaal te herstellen van de drukte.
7. Voortuintjes en bankjes
Straatjes met voortuinen of persoonlijke details voelen prettiger aan. Als iemand een bankje of bloempot voor de deur zet, maakt dat de straat levendiger én veiliger. Van der Ham: “Zulke overgangszones zorgen voor meer verbondenheid.”
8. Oud is interessanter
Oude gebouwen spreken tot de verbeelding, juist omdat ze verhalen lijken te dragen. Zelfs als je de geschiedenis niet kent, voelt een oude gevel vaak rijker dan een nieuwe. Van der Ham vertelt dat mensen een plek vanzelf interessanter gaan vinden als ze er iets meer over weten, of dat nou een oud klooster is of een verborgen hofje in een moderne wijk.
Dit is een ingekorte versie van een artikel dat eerder verscheen in Psychologie Magazine. Meer lezen? Ga naar Psychologie Magazine om niets te missen.
Meer lezen
- Dit is de ideale stedentrip als je niet van drukte en lawaai houdt.
- Deze Nederlandse stad is officieel de beste van Europa.
- Lise verhuisde naar een dorp, maar mist de stad nog steeds.
Fotografie Jonathan Körner/Unsplash
Gepubliceerd op 20 augustus 2024 Laatst bewerkt op 18 juli 2025