Klein wonen met Karin (4)

Wonen in een tiny house, hoe is dat? Karin Prins woont samen met haar man en kinderen in een huis van 24 m² en schrijft over de voordelen en valkuilen van klein wonen.
Het is zaterdagochtend half acht. Getik op het raam. Vanaf de vide gluur ik naar beneden, vier paar kritisch-nieuwsgierige ogen gluren terug. Met zo‘n blik waardoor ik mij, zonder te weten waarom, wil verontschuldigen voor wat ik aan het doen ben. In bed liggen, in dit geval. Ik negeer Henny, Hinny, Hanny en Beyoncé en draai mij op mijn andere zij. Even later hoor ik de kipjes over de veranda driftig weg marcheren.
Het brengt mij terug naar die avond op de camping. Na een intensieve verhuizing, stond ons tiny house op de tijdelijke plek. We zouden hier een half jaar blijven tot we in december 2017 als eerste bewoners naar Tiny Village Kleinhuizen in Nieuwegein konden vertrekken. We waren zo moe, dat we die avond vroeg in bed kropen. Ik was al in sluimerstand toen ik plotseling gerommel bij het raam hoorde.
Een nieuwsgierige vrouw zal gedacht hebben dat we niet thuis waren. De deuren waren dicht, de lichten uit. Ze is over een laag hekje gestapt, door onze tijdelijke tuin gelopen en nieuwsgierig door het raam gaan gluren. Tot onze blikken elkaar kruisten, de mijne verbijsterd, de hare verschrikt. Schichtig, en ik mag hopen ook beschaamd, maakte ze zich uit de voeten.
Daarna heb ik het nog een enkele keer meegemaakt. Mensen die, omdat je huis anders is dan anders, het als gemeengoed zien. Waar ze als onbekende, onaangekondigd een kijkje mogen nemen. Dat voelt onveilig in mijn eigen huis. Vooral gezien het feit dat, wanneer je bij ons het huis inkijkt, je direct ook de ruimtes ziet waar we koken, toiletteren en slapen. Ik heb geleerd dat je als tiny house-bewoner je privacy extra moet beschermen vanwege deze enkeling.