Een stuk papier, een mes, een potlood en een gum. Dat is eigenlijk alles wat papercut-kunstenaars nodig hebben om hun – vaak sprookjesachtige – werelden te creëren.
‘Papercutting brengt ons in contact met onze behoefte om te maken, onze handen te gebruiken en even te ontsnappen aan de pixel-verbeelding van ons scherm-gedomineerde leven,’ schrijft papierexpert Natalie Avella in de inleiding van het boek Papercutting. En het is zo lekker simpel, zoals Rob Ryan zegt in het voorwoord. Geen kwasten, geen verf, water, olie of canvas. Alleen een stuk papier, een mes, een potlood en een gum. ‘So much less: less mess, less waste, less stuff.’ Alleen maar stukjes weghalen, dus.
Ryan: ‘Eerst snijd je de gaten in het midden van alle vormen die lijken op donuts. Dan de kiertjes tussen de in elkaar gehaakte vingers van verliefde stelletjes. Of misschien dat kleine eilandje van niksigheid tussen twee paar zoenende lippen. Daarna de grote stukken die eigenlijk het hemeldak vormen.’ Totdat er een nieuwe wereld ontstaat. Een wereld waarin Ryan graag zou willen zijn, omdat alles er aan elkaar vastzit, en alles dus met elkaar verbonden is.

Ryans werk heeft iets weemoedigs en nostalgisch. Neem de naam van zijn papercut waarin de regen de gezichten ‘kietelt’ van een verliefd koppel dat onder een boom ligt: Dit was onze plek. Of In het rogge, waar deze tekst bij staat: ‘Herinner je je nog hoe we arm in arm door de smalle straatjes liepen? (…) Je zei: ‘Ik denk dat we hier wel gelukkig kunnen worden.’ Even vergetend dat we dat al waren.’
Complete gedichten snijdt Ryan uit papier. Herstel, láát hij uit papier snijden. “Op hier en daar een hand of een gezicht na, laat ik het snijwerk aan mijn team over. Ik ben al halverwege de vijftig en mijn ogen zijn veel te slecht en mijn vingers te dik. Als ik het zelf nog zou doen, zou ik maar twee werken per jaar kunnen maken.” Hij bedenkt wel alles zelf, natuurlijk. En hij tekent het ook. En het tekenen, dáár gaat het om volgens Ryan. Dat moet altijd heel precies. “Eenmaal uitgeknipt kun je het papier niet terugstoppen als het toch niet bevalt, dus je moet alles vooraf uitdenken. Ik kan drie dagen bezig zijn met tekenen, uitgummen, notities maken, opnieuw tekenen. Zo’n werk is dan in twee dagen uitgesneden. Laatst maakte ik iets van twee bij drie meter voor een tentoonstelling. Daar ben ik bijna een maand voor aan het tekenen.”
- Lees het volledige verhaal ‘De kunst van het knippen’ in Het grote vertraagboek.
Tekst Peggy van der Lee Fotografie Unsplash.com/Jason Leung