Zo word je je bewust van patronen in de liefde

patronen in de liefde

Hoe sta jij in de liefde, en voel je je veilig genoeg om je eigen keuzes te maken? Iedereen heeft zo zijn eigen patronen in relaties. Als je je bewust bent van die van jou, kun je anders reageren. Journalist Maartje Laterveer ging op onderzoek uit.

Op het dieptepunt van mijn huwelijk stond ik foeterend op het landweggetje voor ons Franse huis omdat ik niet weer wilde wandelen. Ik wilde geen vrienden uitnodigen, ik wilde niet in Frankrijk zijn, ik wilde gewoon even niks en waarom begreep hij dat niet? Ik zie nog zijn blik voor me, vol onbegrip en vol vijandigheid. Aanval is de beste verdediging. Maar eigenlijk had hij gewoon geen idee waarover ik het had, laat staan dat hij begreep wat hij verkeerd had gedaan.

Zie je mij?

Deze ruzie, dacht ik toen, ging over onze verschillen. Over dat we ogenschijnlijk alles hadden: een perfect leven met een fantastisch mooie dochter, een tweede huis in Frankrijk en twee auto’s voor de deur, maar dat ik me een vreemde voelde in dat leven. Omdat het van mij, los van die dochter, allemaal niet hóéfde, die luxe, en zeker niet het harde werken dat ervoor nodig was. Maar daar ging het niet over. Deze ruzie ging, net als al onze ruzies, over angst. Over een diepgewortelde angst van ons beiden om niet gezien te worden, niet gehoord, niet begrepen, en dus niet daadwerkelijk geliefd te zijn. Een vergeefs verlangen naar onvoorwaardelijke liefde, die wij beiden eigenlijk nooit hadden gekend en waarvan we nu stiekem hoopten dat de volwassen liefde die zou brengen.

Ik weet dat omdat wij uiteindelijk bij een relatietherapeut belandden die het ons uitlegde. Zij werkte volgens de methode van de Amerikaanse relatietherapeut Sue Johnson. Johnsons boek Houd me vast uit 2008 staat al jaren boven aan de lijstjes van beste relatieboeken ooit. Volgens haar zijn het niet de ruzies die een relatie kapotmaken. De meeste verwijten die we onze partner maken, zijn een wanhopige roep om hechting, een ­protest tegen verlies van verbondenheid. Dat is waar het einde van een huwelijk mee begint: niet met een groeiend conflict, maar met een afnemende genegenheid en emotionele ontvankelijkheid.

Dit hoeft niet het einde te betekenen. Liefde, schrijft Johnson, is te leren. Het belangrijkste wat je ervoor moet kunnen, is je openstellen en je kwetsbaarheden delen. Dat klinkt eng, maar het is veel enger om het niet te doen. Want dan raak je de liefde onherroepelijk kwijt.

Liefde is een fundamentele en primaire levensbehoefte. In weerwil van de individualistische tijdgeest en de cijfers, stelt Sue Johnson onomwonden dat we liefde nodig hebben: ‘Liefde is het bolwerk dat ons emotionele bescherming biedt, zodat we kunnen omgaan met de ups en downs van het bestaan.’

Ikkigheid

De Vlaamse relatietherapeut Lieven Migerode, die Johnsons Emotionally Focused Therapy (EFT) naar ­België haalde, is het met haar eens: “Alleen zijn past niet bij ons menselijke wezen. De liefde is belangrijk. Altijd, en zeker nu.” Hij signaleert een trend naar ‘ikkigheid’ in de samenleving die liefde geen goed doet. “De maatschappij dwingt ons om veel bezig te zijn met onszelf, met onze carrière, onze groei. In relaties krijg je dan een economische afweging: is het goed voor míj, voor míjn ontwikkeling, voor míjn toekomst. Ik vind dat een verschrikkelijke ontwikkeling die mensen ongelukkig maakt. Want uiteindelijk eindig je met veel voor jezelf in een leeg groot huis waarin je eenzaam bent. Echt geluk zit niet in een nieuwe Ferrari. Echt geluk zit in iemand troosten en zien dat die getroost wordt. In iemand blij maken en zien dat die blij wordt. Liefde is geven.” En krijgen ook, natuurlijk. “We worden ook gelukkig als iemand ons graag ziet. Dat geeft ons het gevoel dat we de moeite waard zijn. Anders twijfelen we daar toch een beetje aan.”

Dit is waar de liefde haar paradoxale aard toont. Liefde maakt gelukkig. Maar soms gooit diezelfde liefde ons in de diepste putten van ons bestaan. Liefde is ook ­duivels moeilijk, juist omdát ze ons het gevoel geeft dat we de moeite waard zijn. Want je kunt er gif op innemen dat ze daar niet altijd in slaagt.

Autonomie verliezen

Volgens Hannah Cuppen, relatietherapeut en schrijver van Liefdesbang, een andere bestseller in de liefdesboeken, speelt angst in relaties een grote, vernietigende rol. Die kan twee vormen aannemen: bindingsangst of verlatingsangst. Maar ze komen beide voort uit dezelfde bron: onze angst om afgewezen te worden. Om niet te mogen zijn wie we zijn. Om niet goed genoeg te zijn. Dit zijn angsten die we allemaal wel in meer of mindere mate hebben, en die voortkomen uit vroege ervaringen, vragen die we onszelf als kind stelden: wordt er van mij gehouden? Is er plek voor mij? Ben ik de moeite waard?

Het is kindeigen, schrijft Cuppen, om er alles aan te ­willen doen om je ouders gelukkig te maken. Als dat niet lukt, is de kans groot dat je het op jezelf betrekt: ik slaag er niet in om mijn ouders gelukkig te maken. Ik ben niet goed genoeg. In relaties komt dat gevoel terug in de vorm van veeleisendheid: we leggen elkaar en onszelf verwachtingen op die voortkomen uit die diepgewortelde angst. Die ander moet bevestigen dat we er mogen zijn en zo onze angsten bezweren, telkens opnieuw.

Doorgaans zijn we ons hier niet bewust van. De angst ­ontpopt zich als geprikkeldheid, irritaties, verwijten om de kleinste dingen. Of we stellen ons heel onafhankelijk op, doen alsof we de ander niet nodig hebben. We zijn dan wat Cuppen liefdesbang noemt, en hard op weg onze relatie te vernielen. Hiertegenover zet ze liefdesvrij: het gevoel dat je je kunt verbinden met de ander zonder jezelf te verliezen. ‘De twee uitersten vormen een continuüm, je bent niet constant bang of vrij. Soms ben je het een, soms het ander in meer of mindere mate.’ Waar je bent op het continuüm, hangt niet af van hoe leuk je de ander vindt of hoe knap, en ook niet van hoe die ander doet of is. ‘Het hangt af van jezelf, hoe autonoom je bent en hoe verbonden met jezelf.’’

Strijd

Ook relatietherapeut Roefke Carmiggelt ziet je autonomie verliezen als een van de grootste gevaren van een relatie. Dat je blind van verliefdheid de ander op een voetstuk zet, en jezelf eronder. Hoe kleiner je eigenwaarde, hoe meer je het gevoel hebt dat je zijn of haar liefde moet verdienen, en hoe meer je jezelf verliest in de ander. Hoe groter ook de kans is dat er ruzies ­ontstaan, want je neemt het de ander onbewust kwalijk dat ie over je grenzen heen gaat.

Ruzies zijn op zich niet erg. Maar wel, zegt Carmiggelt, als je gaat schreeuwen. Ze pakt haar telefoon en appt me een link naar de website van The Gottman Institute, het instituut van de Amerikaanse liefdesonderzoeker John Gottman. De pagina gaat over vier communicatie­stijlen die volgens hem vaak opduiken in ruzies tussen stellen: kritiek, minachting, verdediging en onverschilligheid. “De apocalyptische ruiters noemt hij deze,” zegt Carmiggelt. “Omdat ze volgens onderzoek vaak het einde van een relatie inluiden. Als je in die vorm van strijd zit, ben je altijd bezig iemand kapot te maken, omdat jij niet wilt dat jij kapotgemaakt wordt. Je schiet eerst met een pingpongballetje, en later met een pistool. En het enige doel in jullie blindheid is vernietiging. Het is een klunzige manier van je behoefte tonen.”

De cirkel doorbreken

De enige redding is dan nog: in de spiegel kijken en zien welke behoefte eronder zit. “Dit is gedrag. Dit is niet wie je bent. Sommige dingen leer je.” Het eerste wat Roefke Carmiggelt daarom doet als ze een stel met problemen aan tafel krijgt, is een vel papier pakken. Hierop tekent ze de genealogie van elk van de twee partners. Wie hun moeders zijn, hun vaders, hun grootouders, eventuele stiefouders, sterfgevallen, doodgeboren kindjes – ze tekent alles op wat van belang kan zijn voor wat ze ons liefdeskapitaal noemt: ons vermogen om lief te hebben. Het wordt gevormd door hoe onze ouders tegen ons praatten, maar ook door wat ze je leerden over liefde, welk voorbeeld ze je gaven en hoeveel je hebt geleerd om over je gevoelens te praten.

“Je kunt het gedrag dat je hebt gekopieerd van je ouders afleren, de cirkel doorbreken. Als je onveilig bent gehecht, is dat heel hard werken. Je moet altijd uitvinden dat je de liefde niet hoeft te verdienen. Dan maak je eerst contact met dat verdrietige kind in je, en bedenk je: wat heb ik nodig? En: wat kan ik vragen? Kinderen die liefde moeten verdienen, vragen bijna nooit. Die zijn de afwijzing gewend. Dus dat moet je opnieuw leren vragen, of leren vertellen. Ik voel me zo verdrietig, ik voel me zo onveilig, en ik weet dat het niet door jou komt. Houd me even vast. Het begint altijd maar weer bij jezelf: waarom ben ik zo boos, waarom ben ik zo teleurgesteld, waarom ben ik zo verdrietig?”

Appreciëren

“Emotionele scenario’s zijn verankerd in ons lichaam. Ze blijven doorwerken, of we dat nou willen of niet. We kunnen ze niet vergeten,” zegt Lieven Migerode. De liefde kan ons hier lelijk mee confronteren en daarom pijnlijk zijn, maar volgens hem ook louterend. “De eerste genezing van emoties is niet alleen zijn, niet alleen zijn in de pijn. Als je iemand vindt die schijnt te begrijpen hoe verschrikkelijk je pijn is, dan voel je je beter. Dan ben je niet alleen. Dat is hechting. Dat is de troost van de liefde, iemand kan bij mij.”

Een warme liefdesrelatie laat je groeien.“Je stijgt boven jezelf uit, je kunt meer, je wilt meer, je bent ook meer.” Tips kan en wil Migerode daarvoor niet geven. “Meestal richten tips zich op het bewust veranderen van de ander of jezelf. Daar geloof ik niet in. Juist het appreciëren van die ander om wie zij of hij is en je geapprecieerd voelen om wie je zelf bent, zorgt er in de liefde voor dat je je vrij voelt om jezelf te zijn.”

Wel benadrukt hij het belang van plezier, van het weer afstemmen op de ander, en hoe je dat niet doet – bijvoorbeeld door niet te luisteren, niets meer te vertellen als je thuiskomt, door je af te sluiten. Het belang van meevoelen, oogcontact maken, woordeloos peilen waar de ander zit als je beiden na een werkdag thuiskomt met eigen ervaringen.

De drie b’s

Hoe het kan dat het ene koppel de weg naar elkaar blijft vinden en het andere niet, vat Migerode samen in drie woorden, drie cruciale b’s: bereidheid, bereikbaarheid en betrokkenheid. “Bereidheid is de intentie: ik wil er voor je zijn, altijd. Bereikbaarheid is het horen van de angst en de nood van je partner, en in je eigen wezen geraakt worden door wat er in je partner omgaat. Betrokkenheid is gericht zijn op elkaar. Jij staat op mijn radar, ik op die van jou. Ik troost jou als je dat nodig hebt. En ik laat je alleen wanneer je dat nodig hebt.”

Wat nu als de drie b’s worden overschaduwd door strijd? Wat nu als je zo moe bent dat je er niet meer wílt zijn voor die ander? “Dan kom je in gevaar,” zegt Migerode. “Als we ons onveilig voelen in een relatie, komen we bijna altijd in patronen terecht. Meestal zit de ene in een aanklampende positie, waarop de ander zich terugtrekt. Het een lokt het ander uit. Dit is een dodelijk patroon. Je reageert steeds meer op dezelfde manier op elkaar, en dan is de verbinding, de blijdschap, het samen stoeien en rustig zijn steeds minder.”

Na veertig jaar ervaring als relatietherapeut weet hij: relatietherapie kan helpen, ook als je al als twee kemphanen tegenover elkaar zit. “Een therapeut kan de afstand brengen die nodig is om te zien dat jullie beiden gevangen zijn door het patroon, en er beiden een aandeel in hebben. En een therapeut kan de empathie geven die jullie zelf niet meer kunnen opbrengen voor elkaar.”

Het mysterie van de liefde

Voor ons kwam de hulp te laat. In onze blindheid hadden we een ruzie te veel gemaakt. De liefde was zoekgeraakt, of misschien was ze er nooit genoeg geweest. “Dat is iets wat we in relatietherapie niet kunnen maken,” zegt Migerode. “Je kunt liefde niet maken. De liefde vindt jou. Of niet. Dat is het mysterie van de liefde, en dat moet het mysterie blijven.”

En zo kan het dat een sprookje dat zo mooi begon, toch geen happy end kent. Liefde is zo messy als de mensen tussen wie ze ontstaat, grillig en onvoorspelbaar, imperfect, en alles wat er is. We raken gekwetst, bedroefd, uit het veld geslagen. We kunnen ons voelen alsof de wereld onder ons vandaan wordt getrokken en we niets hebben om aan vast te houden. Maar als de liefde zich opnieuw aandient, krijgen we weer hoop, vlinders, vleugels – en is het alsof het altijd zo heeft moeten gaan.

Meer lezen

Tekst Maartje Laterveer  Fotografie Joanna Nix Walkup/Unsplash.com

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN