Bekijk het eens zo: als je vaker nee zegt, is je ja ook meer waard. Maar hoe zeg je makkelijker nee? Journalist Roos van Hennekeler deelt zeven tips.
Tekst Roos van Hennekeler Illustratie Miraa Lou
Gepubliceerd op 6 januari 2025
“Afgelopen oudejaarsavond maakten we een opmerkelijk voornemen: we zouden in 2024 meer “nee” zeggen. Niet om negatief te zijn, maar juist om ruimte te maken voor wat ons echt gelukkig maakt, zoals lezen in bad of wandelen zonder telefoon. Het blijkt vaak lastig om “nee” te zeggen, omdat “ja” zo fijn voelt: het maakt anderen blij en versterkt de band. Maar telkens instemmen ten koste van je eigen behoeftes kan leiden tot mentale uitputting en zelfs angst en somberheid. Grenzen stellen is daarom cruciaal, niet alleen voor je eigen welzijn, maar ook voor je relaties. Ik deel zeven tips die je helpen om je grenzen te bewaken.
1. Je mag een nee best uitleggen
Een nu veelgehoord advies is dat nee op zichzelf een antwoord is, en dat verdere uitleg niet nodig is. Dat is bedoeld om te empoweren: je hoeft je niet te verantwoorden, je beschikt immers over je eigen energie en tijd. Daar ben ik het volmondig mee eens. Maar ik denk dat je je daar bewust van kunt zijn én best even aan iemand kunt uitleggen waarom je nee zegt. Niet omdat het moet, maar omdat het aardig is en waarschijnlijk ook wel goed voor je relatie – en die is ook belangrijk. Maak alleen wel duidelijk dat je nee niet ter discussie staat. Probeert iemand je reden te weerleggen, zeg dan kalm dat je besluit genomen is.
2. Grenzen zijn er om mensen toe te laten in je leven
Zo klinkt het misschien niet, omdat we de metafoor die we ervoor hebben bedacht associëren met landbezit, prikkeldraad, checkpoints. Maar met een grens laat je juist mensen dichtbij komen: als je duidelijk maakt wat je nodig hebt en prettig vindt – en wat juist niet – is er ruimte voor verdieping en hoef je de ander niet op armlengte te houden.
3. Grenzen gaan niet over wat anderen wel of niet mogen
Soms wordt een begrip als ‘grenzen stellen’ ook gebruikt om controlerende impulsen mee te rechtvaardigen. ‘Grenzen gaan niet over wat andere mensen wel of niet mogen, maar over wat jij doet in reactie op het gedrag van andere mensen,’ schrijft de Amerikaanse schrijver Melissa Urban in haar boek Zo stel je grenzen. Zeg dus niet: ‘Ik wil dat jij vanavond niet meer dan drie biertjes drinkt.’ Maar zeg bijvoorbeeld: ‘Ik voel me niet op mijn gemak als jij dronken bent. Dus als jij van plan bent om veel te drinken vanavond, sla ik dit feestje even over.
4. Duidelijk is lief
‘Het lijkt misschien logisch, maar om een grens aan te geven zul je een grens aan moeten geven,’ schrijft Melissa Urban. ‘Je kunt er niet een beetje naar hinten, iets suggereren of je gedragen op een manier waarvan je hoopt dat de ander dan vanzelf snapt waar jouw limiet ligt. Mensen kunnen je gedachten niet lezen.’ Dit is een punt waar mijn vriend veel moeite mee heeft: hij wikkelt zijn grenzen in zo veel aardigheid en begeleidt ze in berichtjes door zo veel emoji’s dat de boodschap vaak gewoon niet aankomt bij mensen.
5. Het is moeilijker om face to face nee te zeggen dan via een berichtje of e-mail
Vraag altijd om wat tijd om erover na te denken, probeer daar een gewoonte van te maken. Door de extra bedenktijd die je krijgt, is de kans groter dat je reageert vanuit je waarden en een werkelijke inschatting van wat je nu aankunt, dan wanneer je stante pede met een antwoord komt.
6. Gun mensen de tijd om te wennen
‘Verwacht niet onmiddellijk begrip van iedereen om je heen wanneer jij vaker nee gaat zeggen,’ schrijft Melissa Urban. Zeker als mensen van jou gewend zijn dat je makkelijk met dingen instemt. Als je van tevoren al rekening houdt met mogelijke reacties, word je er in het moment niet zo door verrast en is het makkelijker om voet bij stuk te houden. Als jij bij je grenzen blijft, zorg je dat de dynamiek in de relatie langzaam verandert.
7. Let op je toon en formulering
Voor zover het lukt: let op hoe je je boodschap brengt. Oefen desnoods met iemand om de juiste toon te vinden, want die kan nog belangrijker zijn dan wat je precies zegt. De juiste toon is warm maar ferm: je wilt iemand niet tegen je in het harnas jagen, maar wel duidelijk maken dat jij zelf bepaalt hoe je je tijd en energie besteedt. Zeg bijvoorbeeld: ‘Hé, ik moet je teleurstellen, het lukt me op dit moment niet.”