Biograaf Elisabeth Leijnse over de zussen Cécile en Elsa

In Flow 1 staat het levensverhaal van de zussen Cécile (schrijver en feminist, 1866-1944) en Elsa (logopedist en toegewijd aan haar man, 1868-1939). Elisabeth Leijnse schreef een boek over deze twee hechte freules De Jong van Beek en Donk, die uiteindelijk lijnrecht tegenover elkaar kwamen te staan.
Wat sprak je aan in het verhaal van Cécile en Elsa?
“Alles eigenlijk. De tijd en de psychologie. Hun karakters: de vitaliteit, de goede bedoelingen, de spirit om de wereld te veranderen. En dan de innerlijke conflicten en de botsingen met hun partners en met elkaar. Dat hebben ze allemaal opgeschreven in tientallen dagboeken en honderden brieven. Levens vol overmoed, twijfels en zelfinzicht.”
Herken je jezelf in een van de zussen?
“Daar heb ik me zo veel mogelijk voor afgesloten om projectie te voorkomen. Dat was soms niet makkelijk. Er zijn wat gelijkenissen tussen Elsa en mij. Ze heeft dezelfde voornaam (Elisabeth), kreeg op latere leeftijd twee kinderen (ik ook), heeft een oudere zus die haar in haar jeugd een beetje overvleugelde (ik ook), en zo zijn er nog meer parallellen. Op veel punten voelt het alsof het niet mijn verdienste is dat het boek in de smaak valt. Ik dacht: die vrouwen hebben zo eerlijk, zo scherp en ook vaak zo humoristisch geschreven, dat is het geheim. Het is toch vooral hún boek.”
Hoe ben je aan de informatie over de zussen gekomen?
“Voor mijn proefschrift over het fin de siècle las ik de gepubliceerde Brieven en documenten van Alphons Diepenbrock, Elsa’s man. Daarin waren ook dagboekfragmenten van haar opgenomen. Ik dacht: over die vrouw wil ik meer weten! Na mijn promotie gaf ik als hoogleraar colleges over Hilda van Suylenburg, de bestseller van Elsa’s zus. Ik ging in Diepenbrocks archieven in het Nederlands Muziek Instituut op zoek naar documenten van Cécile. Daar bleken honderden brieven te liggen die nog nooit waren onderzocht. Toen ontstond het plan voor een zussenbiografie. Elsa’s kleindochter, Odilia Vermeulen, gaf me al Elsa’s dagboeken in bruikleen. Ik had nooit kunnen vermoeden dat er zo veel bronnen boven zouden komen. Dat was puur geluk.”