Columnist, schrijver en podcastmaker Aaf Brandt Corstius mijmert over een quote die haar opviel en beseft dat je ook uit stripverhalen wijze zinnetjes kunt halen.
En de wijsheid komt deze keer van Snoopy. Dat had ik niet verwacht, want hoewel ik de strips over dit hondje esthetisch gezien geweldig vind – ik zou nooit iets weigeren waar Snoopy of een van zijn kornuiten op stond, of het nou een beker, een shirt of een trui is – ik weet eigenlijk vrij weinig van hem en zijn denkwereld af. Nu kwam Snoopy tot mij via een bundel essays van Ann Patchett. De bundel heet These precious days en gaat over van alles: van breien tot de dood en van vriendschap tot, welnu, Snoopy.
Nederige plekken
Patchett, een beroemde Amerikaanse schrijver, omschrijft zichzelf als kind als een introvert meisje dat – leuk om dat toe te geven als schrijver – niet erg snel las. Tijdens een verblijf bij haar grootouders in het plaatsje Paradise ontdekte ze de strips over Snoopy, en die verslond ze allemaal. In haar essay To the doghouse omschrijft ze op welke manieren de beagle haar verstandiger heeft gemaakt.
Ze denkt elke keer aan een bepaalde uitspraak van Snoopy als er iets niet lukt in haar leven – een bestseller schrijven, of een bepaalde prestigieuze plek bij een schrijverskolonie bemachtigen om te kunnen werken. In een van de strips vertelt Snoopy aan Woodstock, dat kleine gele vogeltje: ‘Ik denk dat het een illusie is dat een schrijver een indrukwekkende werkkamer nodig heeft. Een schrijver heeft geen plek in de bergen nodig, of aan zee. Sommige van onze beste boeken zijn geschreven op heel nederige plekken.’ Vervolgens keert Woodstock terug naar zijn nest om te schrijven, en Ann Patchett, die geen plek kreeg in de MacDowell Colony, keerde terug naar haar keukentafel en schreef daar gewoon een boek.
The corner office
Ik vond het ook een goeie. Niet alleen schrijvers, maar ook mensen met allerlei ander werk denken vaak dat ze prachtige, dure, bizar uitgeruste plekken nodig hebben om echt hun beste arbeid te verrichten. Voor sommige mensen – astronauten – geldt dat ook wel, maar voor vele anderen – zoals schrijvers – geldt dat helemaal niet. Het gaat erom wat er allemaal in je hoofd zit, en dat kun je niet afdwingen met een prachtig bureau, of the corner office of een speciaal gehuurde hut in de bossen.
Het kan dus ook simpel?
Het deed me denken aan het boek On writing van Stephen King. Hij beschrijft daarin hoe hij in zijn jaren als krankzinnig goed verkopende schrijver een immens bureau kocht van een dure houtsoort, en daar, al alcohol en drugs innemend, de ene na de andere vuistdikke bestseller eruit ramde, steeds ongezonder, verslaafder en depressiever. Toen kreeg hij een ernstig auto-ongeluk, kon niet meer traplopen, en stelde zich aan een nederig tafeltje op vlak bij de keuken, dicht bij het eten en zijn vrouw. Aan dat kleine tafeltje schreef hij net zulke goede boeken. Ook mijn tekenjuf zegt altijd iets in deze trant. Zo liet ze ons een hele les tekenen met alleen een simpele blauwe Bic-pen, want hoe graag beginnende tekenaars ook de halve kunstartikelenwinkel leegkopen, uiteindelijk is één zo’n pen alles wat je nodig hebt. Daar is Snoopy het ongetwijfeld heel erg mee eens.
Meer lezen
- Aaf over de wijze (en grappige) uitspraken van oude mensen.
- Hoe quotes houvast kunnen bieden.
- Aaf over de elf-uurregel (voor het stoppen van malende gedachten)
Tekst Aaf Brandt Corstius Fotografie Ester Gebuis/ANP