Offline met je bullet journal

Een verzameling van losse lijstjes, een agenda, een creatieve uitlaatklep: een bullet journal (BuJo) richt je zelf in. Stagiaire Suzanne begint in 2020 met lege bladzijden en bekijkt hoe ze die kan vullen.
Mijn leven speelt zich vooral online af. Voor mijn studie gebruik ik alleen een laptop. Wanneer ik thuiskom, ga ik Netflixen of kijk ik hondenfilmpjes op Facebook, en met mijn vrienden klets ik via WhatsApp. Dan is er ook nog Instagram, waar ik regelmatig kijk wat iedereen aan het doen is.
Scrollend door mijn tijdlijn krijg ik op zondagavond een melding op mijn telefoon. ‘Je schermtijd was vorige week gemiddeld 3 uur en 12 minuten per dag.’ Dat is bijna een vijfde van mijn dag. Ruim drie uur per dag gooi ik weg aan het kijken naar filmpjes en de levens van anderen. Dit moet anders. Ik ga vaker offline. En dat begint bij mijn bullet journal.
Ik plan er standaard een avond in de week voor in. In die uren steek ik kaarsen aan, zet ik rustige muziek op en hang ik een bordje aan de deur dat ik niet gestoord wil worden. Dit is mijn offline-moment. Ik pak mijn fineliner en start met de agenda.
Hoewel ik er een op mijn telefoon heb, gebruik ik nog steeds de papieren versie. Ik hou van structuur en schrijf daarom mijn afspraken het liefst op papier. En wanneer ik klaar ben met mijn huiswerk, streep ik dit door. Sobere agenda’s zijn niks voor mij en daarom gebruik ik een eigen stijl in mijn BuJo.
Drie uur later is mijn nieuwe maand af en ligt mijn bureau vol met papier, stickers en Washi-tapes. De drie uur die ik normaal doorbreng op mijn telefoon, heb ik nu in mijn bullet journal gestopt. Een week later krijg ik opnieuw een melding van mijn telefoon: ‘Je schermtijd was vorige week gemiddeld 2 uur en 4 minuten per dag.’