Op reis in Sri Lanka de code van je telefoon vergeten – Journalist Clementine: ‘Ik kon niets meer, raakte in blinde paniek’

Sri Lanka

Als journalist Clementine van Wijngaarden in Sri Lanka de code van haar telefoon niet meer weet, is ze in blinde paniek. De hulp komt uit onverwachtse hoek: van haar dochter. ‘Ineens was zij de moeder en ik het kind.’

Tekst Clementine van Wijngaarden Illustraties Lydia Ellen Design
Gepubliceerd op 20 september 2024 


‘Vergeet je eigen ondergoed niet,’ mailde een vriendin jaren geleden. Het was in een tijd dat emoji’s nog geen gemeengoed waren, maar die ene met een knipoog had beslist gepast. Ik was nieuw in het alleenstaande moederschap en zou voor de eerste keer met mijn kinderen op vakantie gaan. Twee en vier waren ze en het vertrek verliep op z’n zachtst gezegd chaotisch. Toch vergat ik die eerste keer noch mijn ondergoed noch de paspoorten. De knuffels gingen mee en het must-read boek dat ik niet aan zou raken. Ook in de vakanties daarna was het vertrek steevast chaotisch en bleven de boeken ongelezen, maar nooit vergat ik iets belangrijks.

Onvoorbereid naar Sri Lanka

Tot vorig jaar. Voor het eerst in lange tijd ging ik weer eens echt op reis. Naar een ver land, met een rugzak en on a budget, want het plan was om me een maand aan te sluiten bij mijn inmiddels achttienjarige dochter die tijdens haar tussenjaar rondtrok in Azië. Begin maart boekte ik het ticket en daarna verdween de reis naar de achtergrond. Misschien was ik blasé geworden voor voorpret, maar waarschijnlijker was dat het leven ertussen kwam: druk, veel en altijd wat. Feit is dat toen het moment van vertrek daar was, ik me amper had verdiept in mijn bestemming Sri Lanka. De avond ervoor propte ik nog snel twee thermoleggings, twee dikke truien en zelfs een muts in mijn rugzak, omdat een vriendin had gezegd dat het ‘in het binnenland best koud kon worden’. Onvoorbereid was een understatement.

Het display schudt nee

Anderhalve dag later arriveerde ik na een nachtvlucht op het vliegveld van Colombo. De thermometer wees 42 graden aan. In mijn rugzak zocht ik tevergeefs naar een blouseje, maar kleren zijn overal te koop, nietwaar? Mijn dochter had me drie opdrachten gegeven: geld pinnen op het vliegveld, een taxi-app installeren en een Sri Lankaanse simkaart in mijn telefoon laten zetten. Tot zover was alles op rolletjes verlopen, ik had zelfs twee uurtjes geslapen. Wat kon er misgaan? “Even je pincode opnieuw intoetsen,” zei de man die geroutineerd een nieuwe simkaart in mijn telefoon had gezet. Ik toetste het nummer in. Fout. Nog een keer. Weer schudde het display nee. Was het misschien een andere code, die waarmee je de eerste keer je telefoon ontgrendelt? Maar ook de derde keer ging het beeldscherm driftig heen en weer.

De man achter het loket was alweer met een volgende klant bezig en ik sprak mezelf streng toe dat ik rustig moest blijven. Bij de vierde verkeerde poging meldde het display dat ik een kwartier moest wachten. Bij de vijfde keer – of was het de zesde – een uur. Hoeveel pogingen had ik voordat mijn telefoon definitief geblokkeerd werd? Wat was het adres eigenlijk van het hotel waar ik over twee uur moest zijn en waarvan ik de naam ’s ochtends in een flits voorbij had zien komen in de app? De plek waar ik mijn dochter zou treffen die met de trein vanaf zuidelijke kant zou komen? Haar nummer wist ik niet. Die stond in mijn telefoon. Net als de pincode om mijn mobiel te ontgrendelen en het wachtwoord van mijn iCloud, mocht een harde reset nodig zijn. 
Die stonden in ‘notities’ – in mijn telefoon.

Kan gebeuren, toch?

Het is gek hoe paniek over je heen kruipt en bezit van je neemt. Hoofd, schouders, knie en teen. Ondertussen kwamen taxichauffeurs vragen of ze me ergens heen konden brengen. Ik bleef vriendelijk lachen, in tijden van opperste staat van verwarring is dat mijn coping mechanisme. Niemand kon aan me zien dat ik inmiddels in blinde paniek was: hoe kon ik mijn dochter bereiken? We waren in een miljoenenstad – die ik bovendien niet kende. Ik was sowieso nog nooit in Azië geweest. Een jonge Duitse vrouw die me alleen op het bankje voor de luchthaven zag zitten, bood hulp. Ik mocht haar telefoon lenen en belde het enige mobiele nummer dat ik uit mijn hoofd kende: dat van de vader van onze kinderen. Van hem kreeg ik het nummer van onze dochter (“Hoe kun je in godsnaam je eigen pincode vergeten?” wreef hij het er nog even extra in).

Muscle memory

Ik moest denken aan de mensen die in 2009 voor bijna niks een bitcoin hadden gekocht, en die, toen de waarde van de cryptomunt eind 2017 een piek bereikte, de code waren vergeten. Ik stelde me voor hoe ze net als ik in de krochten van hun hersenen zochten naar de cijfercombinatie waardoor ze in één klap miljonair hadden kunnen zijn. Nu is een code vergeten die je zeven jaar niet en misschien nooit hebt gebruikt, iets anders dan een pincode vergeten die je honderd keer op een dag intypt. “Muscle memory,” zei mijn dochter, met wie ik een paar uur later dankzij de hulp van de vriendelijke Duitse vrouw die de taxi betaalde, herenigd was, in een non-descript hotel zonder ramen. “Vandaag niet meer aan denken, morgen zul je zien dat je hand automatisch de goede cijfers intoetst.”

Gillend overeind

Die nacht droomde ik in cijfercombinaties. Ik schoot vier keer gillend overeind, niet wetend waar ik was. Ik zie nog het vorsende gezicht van mijn dochter voor me. In drie maanden had ze drie landen doorkruist, was in the middle of nowhere zonder bereik en zonder dokter om de hoek ziek geweest, en had dat allemaal in haar eentje getrotseerd. Het meisje dat we op Schiphol hadden uitgezwaaid, was nu een jonge, zelfbewuste vrouw die zich opeens realiseerde dat ze weer met haar moeder was. Haar moeder die ook nog eens ernstig vergeetachtig bleek te zijn geworden. Ook die dag kwam de pincode niet tot me. In een schriftje noteerde ik elke mogelijke combinatie die in me opkwam en probeerde die dan ‘droog’ op mijn telefoon oefende – in de hoop op herkenning. Maar de code kwam niet – en zou de rest van de reis ook niet meer komen.

De bom barstte

Ondertussen nam mijn dochter het voortouw. Omdat ik geen geld kon pinnen (ik had mijn bankpas niet op ‘wereld’ gezet en ook daar heb je je telefoon voor nodig) leefden we van haar geld, zocht zij de hotels uit en boekte de kamers. Van het ene op het andere moment waren de rollen omgedraaid: was ik het kind en zij de moeder. Ze was een strenge moeder die de hand op de knip hield, ik was een verwend kind. Meer dan eens kwamen we terecht in hotels waar de kakkerlakken over de muren liepen en uit de wc kwamen.

Op de derde of vierde dag was er nog geen moment rust geweest: ik voelde me een Amerikaan die in tien dagen alle Europese hoofdsteden moest doen. Toen barstte de bom. Terwijl ik in bussen en tuktuks met psychotische chauffeurs doodsangsten uitstond, zat zij onbevreesd met haar koptelefoon op gelukzalig naar buiten te staren. Ik gilde dat ik te oud was voor haar bucketlist, zij dat ze geen zin had in een moeder die waarschuwde dat ze niet in poep op straat moest stappen. We zwegen drieënhalf uur en praatten het toen uit, waarbij we alles op tafel gooiden. Na afloop was de lucht geklaard.

Echt in Sri Lanka

Het zou uiteindelijk nog dik twee weken duren voordat ik er echt in zat, in het hier en nu van Sri Lanka. Ik weet nog precies waar dat was: in Rekawa, een klein plaatsje in het zuiden, waar reuzenschildpadden hun eieren leggen op de eindeloze stranden. We sliepen in een hutje in de jungle en voor het slapen gingen we naar de schildpadden kijken. De maan was vol, de golven beukten tegen de kust en in het rode licht van de zaklamp van de gids zagen we hoe de schildpad, met zijn prehistorische proporties, tientallen eieren legde. We waren de enige toeristen die avond en eindelijk was er rust. Rust in de queeste van mijn dochter om de hoogtepunten af 
te strepen, rust in mij.

De rol van moeder kwijt

Na de reis heb ik me vaak afgevraagd wat nu precies het probleem was en waarom ik me zo druk maakte. Die telefoon was niet per se het probleem, hoewel ik het soms lastig vond dat ik niet even een vriendin kon appen om mijn hart te luchten. Of dat ik het nieuws niet kon checken of ’s avonds niet naar een slaapmeditatie kon luisteren als ik met open ogen naar de kakkerlakken op het plafond staarde. Ik denk dat de grondeloosheid die ik voelde te maken had met mijn rol die ik kwijt was. De rol van moeder die alles wist, alles regelde en het voortouw nam, en dat al twintig jaar van haar leven.

Ondanks dat ik mijn werk had en tijd voor mezelf als mijn kinderen bij hun vader waren, was dat zorgen voor, er zijn voor, een belangrijk deel van mijn identiteit geworden. Het voelde alsof dat me opeens was afgenomen. Op dat moment schreef ik dat gevoel toe aan het niet kunnen gebruiken van mijn telefoon, waardoor ik heel praktische zaken niet kon regelen. Maar het ging natuurlijk over iets fundamentelers. Over loslaten. Mijn zoon was al uit huis, en nu had mijn dochter zich ook verder losgewrikt. We moesten die reis samen op zoek naar een nieuw evenwicht, een andere rolverdeling. Ik moest haar met nieuwe ogen gaan zien. En met die ogen zag ik steeds meer een jongvolwassen vrouw die gelijkmoedig was, nooit olie op het vuur gooide en me steeds opnieuw gedecideerd liet zien dat je je oordeel kunt uitstellen.

Nieuw evenwicht

‘Life is not what one lived, but what one remembers and how one remembers it in order to recount it,’ schreef Gabriel García Márquez in zijn autobiografie Leven om het te vertellen. Mijn herinneringen gaan uiteindelijk over de ontmoetingen met al die bijzondere mensen, de majestueuze golven, de wandeltocht naar een bergtop met vrienden van mijn dochter die ons op een lijst in de jeugdherberg hadden vermeld als ‘Kate and mom’ en de curry’s met hun hemelse smaken. Maar vooral zijn er de herinneringen aan het samenzijn met mijn dochter, een jonge vrouw met een groot hart en een scherpe blik, van wie ik op die reis meer leerde dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.

Meer lezen

Clemetine van Wijngaarden (1970) is journalist voor onder andere Flow en programmamaker voor Platform Mindful Leven van het Centrum voor Mindfulness. Ze studeerde journalistiek aan de Hogeschool Utrecht en Filmstudies aan de Universiteit van Amsterdam. Ze schrijft voor Flow onder meer interviews en achtergrondverhalen over mentale gezondheid.
Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN