Joshua Nolet, frontman van de band Chef’Special, groeide op in Portugal en Haarlem en vertelt aan Flow over zijn ongebruikelijke jeugd.
Interview Jantine Jongebloed Fotografie Danique van Kesteren
Gepubliceerd op 1 september 2024
”Mijn moeder zegt altijd dat ik in een vloek en een zucht ben geboren. Ze deed even haar ogen dicht, en daar was ik. Ik vind het wel een mooi verhaal dat ik zo makkelijk ter wereld kwam. Ik geloof graag dat het iets over mij zegt, dat het betekent dat ik het de mensen om me heen liever makkelijk maak – maar ik vrees dat dat bullshit is, haha.”
Afgesloten van de buitenwereld
“Ik denk dat het gezin waarin ik werd geboren, met een vader, moeder en een zus van twee jaar ouder, nogal zoekende was. We woonden tot mijn derde in een commune in Lissabon, waar mensen in een groot huis samenleefden en veel met elkaar ondernamen, maar ook een beetje afgesloten waren van de buitenwereld. Mijn vader wilde op zijn negentiende priester worden en ging naar het seminarie in een klooster, maar liet het geloof achter zich toen hij kennismaakte met de schaduwkant die een wereld vol oude priesters met zich meebrengt. Hij is toen door India en Sri Lanka gaan reizen om in weeshuizen te werken en een huis in de jungle te bouwen.
Niet veel later ontmoette hij mijn moeder, die als juf Engels en chef-kok werkte. Samen zijn ze in die Portugese commune beland, op zoek naar ‘a little more’ dan wat de maatschappij hun te bieden had. Zo’n commune of sekte begint vaak met goede intenties, en er is veel te zeggen voor het idee van ‘it takes a village to raise a child’, maar uiteindelijk voelden mijn ouders aan dat het niet de plek was waar ze hun kinderen wilden laten opgroeien. Dat er iets niet klopte – er stond een vrouw aan het hoofd die de macht naar zich toetrok, en uiteindelijk veel geld bleek te hebben gestolen van alle mensen die haar volgden.”
Blackjacken om te leven
“Ik kreeg van die donkere kant als kind niet bewust iets mee. Ik heb nog steeds warme gevoelens bij Portugal, ik herinner me het strand en de vrolijk blaffende puppy’s die om mijn box in de tuin renden, terwijl ik schaterlachte. We woonden een tijdje in een camper aan het strand. Mijn moeder vertelde laatst dat ze in die periode elke vrijdagavond het pak van mijn vader streek, waarna hij naar het casino vertrok om te blackjacken. Zo heeft hij ons een jaar lang onderhouden.
Eenmaal in Nederland hebben we even in Amsterdam gewoond. Ik heb in die periode een tijdje gestotterd, ik denk dat ik niet goed wist of er nou van me werd verwacht dat ik Portugees, Engels of Nederlands zou praten. Het waren wat onrustige jaren. Toen we in Haarlem gingen wonen, werd mijn jongste zusje geboren en kregen we een beetje het doorsnee Hollandse gezin, met een hardwerkende vader – die daar begon als huisschilder en in de avonduren studeerde voor financieel adviseur – en een moeder die thuis bleef en haar leven aan haar kinderen wijdde.”
Kikkers vangen en samen zingen
“Als ik bij vriendjes thuis ging eten, besefte ik hoe geweldig mijn moeder kon koken. We aten vaak ayurvedisch, ze maakte de lekkerste Thaise curry’s en chicken tikka masala, alles was goed en gezond. En ik herinner me de eindeloze dagen waarop ik met mijn beste vriendje en buurjongen Mohammed een voetbal tegen een muur trapte. We konden ons zo goed vermaken met niks doen: in de sloot poeren, kikkers vangen en gewoon wat door de wijk ronddwalen.
Omdat mijn ouders goed doorhadden dat ik muzikaal was en altijd aan het meezingen was – Chet Baker, Nina Simone en Aretha Franklin vulden onze woonkamer – stuurden ze me naar de Haarlemse koorschool; een basisschool waar we twee uur per dag in een koor zongen en elke zondag in de kerk. Die ervaring van samen zingen, die vibratie, dezelfde frequentie, het besef dat het niet om jou draait maar dat je onderdeel bent van iets, dat vond ik toen al geweldig.”
Een verhaal vertellen
“Daarna ging ik naar een reguliere middelbare school, maar dat studeren, feitjes stampen, een nummertje zijn, dat paste me niet. Ik blowde veel in de brugklas, om uit te checken denk ik. Na dat eerste jaar ben ik overgestapt naar de vrije school en daar was ik meteen weer op mijn plek. Die school was kleiner, leraren keken beter naar wat ik nodig had en er waren vrije uren waarin iedereen mocht doen wat ie leuk vond. Ik heb uren in het muzieklokaal doorgebracht. Ik begon met hiphop, breakdance en rap en schreef mijn eigen nummers. Als puber zat ik nachtenlang op mijn kamer thuis, ik schreef over waar ik mee struggelde, was bezig een verhaal te vertellen. Toen ik daarmee optrad op school, voelde ik me echt de koning te rijk. Door het applaus en de aanmoediging die ik kreeg, wist ik: dit wil ik voor altijd blijven doen.
Tijdens de eerste paar maanden op de Rockacademie ontmoette ik Wouter – hij drumde – bij wie ik meteen, heel intuïtief, voelde dat we samen muziek moesten gaan maken. Op de academie was ik weer die student die te veel theorie moest stampen. Ik was ongeduldig. Ik wilde muziek maken! Wouter en ik vonden al snel drie andere jonge muzikanten. In korte tijd raakten we goed bevriend, jamden we veel en toen is Chef’Special geboren. We hebben onze andere projecten stopgezet, kochten een bus waar we een speakerset en onze instrumenten in gooiden en zijn een zomer lang langs de kust van West-Europa gaan touren. Zo begon het.”