Daan Roovers: “Filosofie is ruimte scheppen in je hoofd om hetzelfde anders te zien”

Daan Roovers

Als Denker des Vaderlands wil Daan Roovers niet de filosoof zijn die even komt vertellen hoe het zit met de wereld. Groepen mensen inspireren met het vak dat haar zelf zo veel heeft gebracht en samen nieuwe ideeën of gedachten ontwikkelen, dat is haar missie.

Wat doet een Denker des Vaderlands eigenlijk?

“Ik wil aan een zo breed mogelijk publiek laten zien hoe relevant en mooi filosofie kan zijn. Vaak is mijn werk gelinkt aan actuele kwesties. Als Denker des Vaderlands ben ik voor twee jaar aangesteld en als er iets aan de hand is, ga ik vooral aan de slag met de vraag: wat is de betekenis hiervan? En hoe kunnen we hierover denken?

Een tijdje geleden verscheen er bijvoorbeeld een rapport over het drugsbeleid in Amsterdam dat veel stof deed opwaaien. Er komen dan allerlei reacties: van criminologen, de burgemeester en deskundigen op het gebied van strafrecht. Een paar dagen later wilde Buitenhof een nieuw perspectief op de zaak en vroegen ze mij of ik er iets over wilde zeggen. Ik kijk dan naar wat zo’n rapport zegt over een aantal maatschappelijke fenomenen en over onze samenleving.”

Wat voegt een filosoof toe? Je zou ook een socioloog of historicus kunnen vragen.

“Ik vind de vraag naar betekenis specifiek filosofisch. Een socioloog zou kunnen vragen: hoe gaan grote groepen mensen met elkaar om, of: hoe is de verhouding tussen die groepen? Een historicus zou zeggen: hoe zijn we hier gekomen? Meer filosofische vragen zijn naar mijn idee: wat betekent het dát, en wat betekent het óm. Wat zegt zo’n rapport over hoe wij gezondheidsrisico’s regelen? Of: wat gebeurt er als je een maatschappelijk omstreden praktijk, zoals drugsbeleid, overlaat aan individuele keuzes van gebruikers? Wat zie je dan over het hoofd? Het gaat om een tweede blik op de zaak: wat zegt dit over de tijd waarin we leven? En hoe we ernaar kijken?”

Je vindt het belangrijk om het denken over dit soort onderwerpen samen met anderen te doen, schrijf je in je boek Wij zijn de politiek.

“Ja, ik noem dit ‘publiek denken’: hardop denken in interactie en in het openbaar. Gezamenlijk proberen te formuleren wat iets betekent. Ik ben dus niet de filosoof die even komt vertellen hoe het zit met de wereld, ik probeer steeds met een groep mensen verder te komen en samen nieuwe ideeën of gedachten te ontwikkelen.

Een voorbeeld daarvan is een nascholing die ik samen met een arts doe voor huisartsen. Die zijn de hele dag bezig met individuele gevallen. De laatste keer ging het bijvoorbeeld over ziektes van de 21e eeuw, zoals burn-out. De huisartsen nemen allemaal een casus daarover mee. Die bespreken we en vervolgens gaan we uitzoomen, waarbij we kijken naar de overeenkomsten tussen die individuele gevallen. Ze ontwikkelen zelf hun gedachten en gaan op een andere, rijkere manier weer terug de spreekkamer in.

Ik werk vaak met citaten of beelden die mensen snel iets duidelijk maken. De Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman had het bijvoorbeeld over de ‘vloeibare samenleving’, waarin allerlei vaste kaders en structuren weg zijn gevallen. En ik laat me ook graag inspireren door het werk van bekende psychiaters als Dirk De Wachter en Paul Verhaeghe. Allebei kijken ze of wat ze in de spreekkamer zien, zoals borderlinepersoonlijkheden en sociale eenzaamheid, iets zegt over de samenleving waarin we leven. Zij zien de kanariepietjes in de kolenmijn, de mensen die het eerste omvallen. En vervolgens denken ze na over wat er breder in de samenleving aan de hand kan zijn. Omdat ze deze kwesties fantastisch kunnen formuleren, vinden ze – tot mijn grote plezier – een breed publiek. Ze zijn heel waardevol in het duiden van de tijdgeest.”

Wat zegt het over deze tijd dat deze Vlaamse psychiaters kennelijk iets vertellen waar mensen behoefte aan hebben?

“Dat we met z’n allen vergelijkbare problemen ervaren die we allemaal individualiseren. We dénken dat we een individuele probleem hebben, maar vraag het aan die psychiaters en ze zien gewoon heel vaak hetzelfde. Dat is kenmerkend voor deze tijd. We zoeken naar individuele oplossingen voor individuele problemen, ook al zijn ze honderd keer hetzelfde. In de opvoeding zijn we ook geneigd om ieder kind en elk gezin afzonderlijk te zien met hun eigen problemen, maar vaak lijken ze op elkaar. En als je ze individualiseert en je stuurt ze naar een hulpverlener, komt de focus meer op het probleem dan op de normaliteit.”

We verliezen de context van de samenleving te veel uit het oog?

“Ja, dat is een beetje een onderschatte dimensie in ons publieke debat. Onze cultuur is er een van liberalisme, het idee is dat mensen het allemaal zelf kunnen. Er zitten veel voordelen aan individualisering, zoals meer vrijheid, maar er is een keerzijde. Misschien overschatten we ook wel hoe individualistisch we zijn en hoe persoonlijk al onze problemen zijn. Het individu is uiteindelijk de laatste toetssteen van zijn eigen beslissingen. Maar er zijn structuren, krachten, economische prikkels en sociale problemen waardoor je eerder geneigd bent om het ene pad te volgen dan het andere.

In de jaren tachtig sprak Margaret Thatcher de beroemde woorden: ‘There is no such thing as a society, there is only individual men and women and their families.’ In zekere zin was dat profetisch, het heeft de politiek bepaald. Maar ook in filosofisch opzicht heeft die uitspraak enorme gevolgen gehad. Neem alle gevallen van burn-out. Als individu lijd je daar zeker onder. Maar je kunt je ook afvragen wat er met de samenleving is gebeurd nu het zo veel voorkomt, zelfs bij jongeren. Misschien moeten we ook eens nadenken over de achterliggende structuren die ervoor zorgen dat we zo veel druk ervaren.”

Opvallend vond ik dat in je boek de term gematigdheid veel voorkomt.

“Dat is niet zo’n sexy term hè, maar ik ga wel proberen er iets van te maken. Ik wil een pleidooi houden voor het midden en de gematigdheid, voor de genuanceerde stem. Ik zeg dit omdat veel mensen daadwerkelijk in het midden zitten. Die groep is heel groot, maar wordt weinig gehoord. Steeds meer mensen maken zich bijvoorbeeld zorgen over polarisatie. Ze lezen in de krant twee extreme opvattingen over boerka’s, vluchtelingen of windmolens, maar hun eigen, gematigde mening ontbreekt. Ook hen wil ik een stem geven.”

Waarom vind je het zo belangrijk dat juist de genuanceerde opvattingen gehoord worden in het publieke debat?

“Het is heel belangrijk dat mensen zich kunnen blijven herkennen in de politiek en de publieke media. Het Sociaal Cultureel Planbureau deed onderzoek naar de opvattingen van mensen over vluchtelingen. In de media worden twee posities groot uitgemeten, die van de mensen die zeggen: ‘Weg met alle vluchtelingen’ en de mensen die zeggen: ‘We moeten juist meer vluchtelingen opnemen’. Terwijl uit het onderzoek blijkt dat de opvattingen van de meeste mensen daar precies tussenin zitten. En die stem wordt het minst gehoord en het minst vertegenwoordigd in de media.

Het risico daarvan is dat mensen die de krant lezen, gaan denken: ik weet niet voor wie ze schrijven, maar het gaat niet over mij. Steeds maar weer die herhaling van voorspelbare zetten, over vaccinatie, over het klimaat, over vluchtelingen, over Zwarte Piet, daar krijg je een soort desinteresse van, een afkeer van de publieke opinie. Het risico is ook dat de polarisatie die in de media wordt uitgemolken, een selffulfilling prophecy wordt. Waardoor mensen zich geroepen voelen om zich bij een van die twee polen aan te sluiten. Als polarisatie een soort vastroesten wordt, een frame van het publieke debat, is het volgens mij destructief.”

Wanneer is je missie als Denker des Vaderlands geslaagd?

“Ik wil graag een paar dingen op de agenda gezet hebben. Onderwerpen als democratische vernieuwing, vrijheid van meningsuiting, depolarisatie, de digitale revolutie en de rol van social media in de opinie: daarmee wil ik het publieke debat voeden. Ik heb daarvoor geen meetbare doelen opgesteld. Ik ben elke keer weer blij als ik met het vak filosofie, dat mij zo veel gebracht heeft, andere mensen kan inspireren.

En ik wil proberen mensen net iets verder te laten denken dan ze normaal doen. Filosofie is eigenlijk ruimte scheppen in je hoofd om hetzelfde anders te zien. Dat betekent mensen een nieuwe gedachte meegeven: zo kun je er ook naar kijken. Als mij dat lukt, al is het maar een paar keer, ben ik heel tevreden.”

Daan Roovers

Daan Roovers (1970) is filosoof, programmamaker en docent publieksfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was ze onder meer hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Sinds maart 2019 is ze de Denker des Vaderlands. Samen met Marc van Dijk schreef ze het boek Wij zijn de politiek (Ambo|Anthos).

Tekst Sjoukje van de Kolk Fotografie Dominik reallife/Unsplash.com

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN