Wakker zijn in de wereld van nu: het maakt soms onrustig, maar inspireert ook om jezelf een beetje opnieuw uit te vinden, zegt journalist Annemiek Leclaire. Dit artikel schreven we in december 2019. En omdat alles nu zo snel verandert, is het (deels) alweer wat verouderd, maar er staan ook mooie en nog steeds relevante zaken in.
Als je wilt weten wat er speelt in de samenleving, is het altijd goed om een bezoek te brengen aan een grote boekhandel. In de boekwinkel aan de kosmopolitische Friedrichstrasse in Berlijn bijvoorbeeld, ligt tafel na tafel vol met boeken over idealisme en activisme. Over hoe om te gaan met rassenverschillen, vrouwenrechten, over hoe we de aarde beter kunnen behandelen, hoe je ecologische voetafdruk te meten, over wat ‘identiteit’ betekent, over ‘de nieuwe verlichting’ en ‘de dauw van een nieuwe tijd’.
Dit idealisme beperkt zich niet tot boeken. De internationale glossy tijdschriften die normaliter een ‘new you’ op hun covers beloven, maken nu ‘earth issues’ en tonen modellen met een diverse etnische afkomst en van diverse seksuele geaardheid. Grote kledingmerken nemen in hun advertentiecampagnes nadrukkelijk modellen op met gangbare confectiematen, zie ik op de reclamebillboards: #bodypositivity heet dat. Ik merk zelf dat ik mijn lichaam meteen positiever waarneem als de beelden die me dagelijks worden voorgehouden meer beginnen te lijken op wie ik zelf ben.
Woke
#metoo, #vliegschaamte, #blacklivesmatter, #equalpay – er verandert iets in de wereld. We maken ons zorgen over het klimaat, racisme, vrouwenrechten, LHBT-rechten. De geschiedenis van Nederland en de VOC wordt kritischer bekeken. Het lijkt of we allemaal een beetje wakker zijn geworden of dat, onontkoombaar eigenlijk, aan het worden zijn.
Dat bewustzijn wordt ook wel ‘woke’ genoemd. Deze term, ooit gekoppeld aan de strijd van zwarte mensen in de Verenigde Staten, staat voor wakker blijven, of je ogen openen voor maatschappelijke onrechtvaardigheid. “Er is een mindshift gaande,” zegt An Kramer. “Dat wat we vroeger vanzelfsprekend vonden, levert nu vragen op.” Kramer, gespecialiseerd in organisatieverandering, schreef het boek Ben jij al activist? Ze ziet in de maatschappij een brede waardenverschuiving naar een duurzamer leven. “We zien dat materiële groei niet bevredigt, en willen ons inzetten voor wat betekenis heeft – ook op de lange termijn.”
Popcultuur
De reden voor die verschuiving is dat we veel meer horen over misstanden wereldwijd dan vroeger. We zijn door alle nieuwe media beter geïnformeerd, en laten ons daar zelf ook makkelijker horen. Popcultuur speelt daarin een grote rol. Als popiconen als Beyoncé en John Legend racisme aankaarten, als schrijver Elizabeth Gilbert begrip vraagt voor immigranten of als actrice Carice van Houten een tweet van een activist retweet, krijgen ontelbaar veel mensen dat wereldwijd mee.
Bovendien wordt het ook urgenter om je uit te spreken over je idealen, nu er vanuit de politiek aan de gelijke rechten van minderheden en de noodzaak van klimaatbescherming wordt gemorreld. De Amerikaanse president laat zich racistisch uit, in Rusland wordt de gay community bedreigd, in Brazilië staat mede dankzij het regeringsbeleid een deel van het Amazonegebied in brand. Het voelt als twee voor twaalf; daarom laait het activisme dat eind jaren tachtig ging liggen, weer op.
Nieuwe gezichtspunten
Het nieuwe idealisme inspireert om jezelf een beetje opnieuw uit te vinden: om je meer in andere mensen te verplaatsen, betere keuzes te maken, om onderdeel te zijn van de oplossing in plaats van het probleem. Het biedt een kans om deel uit te maken van een positieve beweging naar duurzame verandering, naar een betere wereld.
Er zijn ontelbare manieren om dat te doen. Je kunt je balkon biodivers maken om bijen aan te trekken. Je kunt naar de markt gaan en je boodschappen in zelf meegebrachte verpakkingen stoppen. De straat opgaan om te demonstreren. Minder nieuwe spullen kopen. Je informeren over de geschiedenis van misstanden. Minder vlees eten. Je verdiepen in trein- in plaats van vliegreizen.
Ik luister zelf naar een prachtige serie podcasts van Emergence Magazine over de invloed van onze manier van leven op landschap en natuur. De diepgang en mooie taal veranderen iets in mij, waardoor ik weer bewuster naar mijn eigen levensstijl kijk. Goh, dacht ik laatst toen ik langs het strand van Texel liep en plastic afval zag liggen aan de waterrand: laat ik dat eens meenemen en op een andere plek weggooien. Vreemd genoeg kwam dat een jaar geleden niet eens in me op. Nieuwe ideeën, nieuwe gezichtspunten, nieuwe ervaringen: dat woke zijn frist op, merk ik.
Opgewekt blijven
Woke legt meer nadruk op hoe je een situatie waarneemt en op het bewustzijn voor wat er mis is, dan op wat je van plan bent eraan te doen – zo stelde David Brooks, columnist van The New York Times, vorig jaar. Daar zit volgens hem geen gematigdheid in, immers: hoe wakkerder, hoe beter. Eenmaal wakker ga je vanzelf steeds meer onrechtvaardigheden zien.
En hierin zit ook wel de moeilijkheid, want de onbegrensdheid ervan kan somber maken. Ik ken bevlogen milieuactivisten die slecht slapen door de toename van plastic in de zeeën en de afname van de ecologische diversiteit. ‘Klimaatmelancholie’, wordt deze combinatie van fatalisme, wanhoop en angst ook wel genoemd (‘environmental melancholia’).
De Amerikaanse psychiater Lise Van Susteren duidt de angst voor de catastrofale gevolgen van de klimaatveranderingen die wordt gevoeld door wetenschappers, advocaten en journalisten zelfs aan als ‘pre-traumatische stressstoornis’. En veel klimaatwetenschappers die dagelijks het desastreuze effect zien van vervuiling en uitstoot op ijskappen, zeespiegel en oceaanleven, worden bevangen door depressie.
Het onderscheid tussen gelukkige en ongelukkige ‘wakkere’ mensen zit in de vaardigheid om je te beschermen tegen steeds maar slecht nieuws, meent An Kramer. “Soms moet je je daarvoor leren afsluiten,” zegt ze. Ook benadrukt ze hoe belangrijk het is jezelf te blijven ‘voeden’: te zoeken naar inspiratie, naar positieve voorbeelden, naar positieve rolmodellen. Om tijd door te brengen met mensen die dezelfde zorgen hebben maar opgewekt kunnen blijven.
Geen wedstrijd
Een ander lastig gevolg van woke zijn is het jezelf en anderen steeds de maat nemen. Als ik niet uitkijk, word ik de hele dag bestookt door een schuldbewust stemmetje. Een maaltijdsalade in een plastic verpakking, echt? Kweekvis? Zitten hormonen in. Vliegen met de kinderen naar Madrid? Foei! Gevaarlijker nog is anderen de maat nemen. In het nummer Woke bezingt komiek Arjen Lubach een meisje dat het alsmaar beter weet. Over klimaatproblematiek, duurzaam leven, #metoo, inclusiviteit en feminisme. Voortdurend wil ze aan haar omgeving laten zien dat ze weet waar ze het over heeft, op het irritante af.
‘Woke, woker, wokest – het is geen wedstrijd,’ schreef journalist Gijs van der Sanden dit jaar in Vrij Nederland over het toegenomen maatschappelijk bewustzijn in zijn vriendenkring. Wokeness heeft veel mensen beroofd van hun compassie voor anderen, signaleerde hij: daar is morele superioriteit voor in de plaats gekomen.
En dat werkt polarisatie in de hand.
Er is sprake van een groeiende wereldwijde beweging waarin groepen burgers die het gelijk aan hun zijde denken te hebben, tegen elkaar opstaan. Een op de zes Amerikanen is gestopt met praten met een familielid of goede vriend vanwege de verkiezingen van 2016. Die achterliggende minachting voor elkaar komt voort uit wat in de wetenschap ‘motive attribution asymmetry’ heet: we denken dat onze eigen idealen uit onze goedheid en liefde voor de wereld voortkomen, en de idealen van onze tegenstanders uit eigenbelang en woede.
Ik merk het zelf ook. Zodra mensen met wie ik een gesprek heb beginnen over ‘de flauwekul’ van dit nieuwe idealisme verstrak ik, en rol ik met mijn ogen. Laatst, tijdens een gesprek over klimaatmaatregelen, realiseerde ik me ineens dat achter de hooghartige toon waarop ik dit soort discussies gewoonlijk voer, machteloosheid zit.
“Weet je,” zei ik tegen de vrienden die ik nog net niet had beticht van ‘achterlijkheid’, “het spijt me dat ik zo reageer. Ik ben gewoon heel bezorgd, en ik weet niet goed wat ik daarover moet zeggen.” De sfeer veranderde direct. Er kwam nu een echte uitwisseling op gang. Ineens kon het gaan over wat we belangrijk vinden in een samenleving, en waar we ongerust over zijn.
Die polarisatie is niet alleen ineffectief, omdat we ons voor elkaar afsluiten, maar maakt ook ongelukkig: we zijn gebouwd op verbinding – je afgewezen voelen op ideeën leidt tot spanning en somberheid. Onenigheid is op zich geen probleem, schrijft Arthur Brooks in zijn boek Love your enemies, want het kan leiden tot vernieuwing. Maar minachting is altijd de verkeerde reactie: zo ontstaat er geen dialoog. “Omhels liever ‘heartedness’,” stelt hij. “Luister begripvol naar elkaar.”
Positief activisme
Het goede nieuws: we kunnen ook woke zijn en toch gelukkig. Volgens An Kramer kunnen we op zoek gaan naar onze ‘warme issues’. “Wat in de samenleving raakt jou zo dat je ervoor in actie komt? Welke onderwerpen in de krant raken je? Waar raak je met anderen steeds over in gesprek? Dat is je engagement,” zegt ze. En dat kun je omzetten in effectief activisme.
Volgens Kramer ontstaat dit positieve activisme vanuit het verlangen een betere wereld vorm te geven. Door zo’n positieve houding nemen mensen volgens haar ook veel sneller iets van je aan. “Mensen willen wel veranderen,” zegt An Kramer, “maar ze willen niet veranderd worden.”
Actie ondernemen vanuit engagement is niet alleen een vorm van wokeness die daadwerkelijk zoden aan de dijk zet, het maakt volgens Kramer ook gelukkig. “Dat nieuwe activisme brengt zingeving mee, en je komt in verbinding met anderen. Dat zijn de belangrijkste psychologische behoeftes die we als mens hebben. Je zit op je eigen schat.”
Leren luisteren
Mijn eigen engagement, heb ik gemerkt, ligt in begrip kweken. De hooghartigheid waarmee ik andersdenkenden soms bejegen, komt voort uit verdriet over wat ik soms zie als moedwillig verzet van mensen om open te staan voor elkaars standpunten. Het verzet om je goed te informeren, naar elkaars argumenten te luisteren en zo samen tot een goede oplossing te komen. Als kind kon ik er al niet tegen als mensen zich tijdens ruzies in hun eigen gelijk opsloten, en zich niet wilden inleven in de pijn van de ander. Mijn engagement ligt in verbinding zoeken.
Een groot idee mag klein beginnen, leer ik uit het boek van An Kramer. ‘Met een concreet eerste project waarin je gaat leren wat wel en niet werkt.’ Waar ik mee ga beginnen: om gewoon, in het allereerste gesprek over de maatschappij, beter te leren luisteren en te oefenen met het uitstellen van mijn oordeel. Een beetje meer openheid proberen, en kijken of ik door andermans opvattingen iets nieuws kan ontdekken.
Onderdeel zijn van een betere wereld betekent namelijk misschien wel in de allereerste plaats kunnen luisteren naar mensen die een andere betere wereld voor zich zien dan ik. Maar ook heb ik tegenwoordig een extra tas in mijn rugzak als ik de natuur in ga. Voor het zwerfafval.
- Dit verhaal komt uit Flow 8-2019.
Tekst Annemiek Leclaire Fotografie Hannah Busing/Unsplash.com