Boosheid wordt vaak gezien als zwakke emotie. Maar beter dan het te onderdrukken, kun je leren van je opstandige buien. Journalist Jeannette Jonker neemt een kijkje in het boze brein.
In mijn jeugd vloog het servies niet dagelijks door de kamer, maar mijn familie is op z’n minst temperamentvol te noemen. Ik zie nog haarscherp voor me hoe mijn zusje als driejarige met haar driewieler de peuterjuf omverreed.
Ook ik ben genetisch behept met het vermogen om me op te winden en dat te uiten. Ik zie het ook bij mijn kinderen, en laatst kreeg ik de slappe lach toen mijn neefje van één een driftaanval kreeg. Ik vond het buitengewoon grappig om te zien dat dit karaktertrekje ook bij hem aanwezig is. Vooral omdat ik weet dat het wel goedkomt met die boze buien. Mijn zusje en ik worden nu nauwelijks meer boos. Want net als bijna iedereen die ouder is, hebben we dat keurig afgeleerd.
Signaalfunctie
Boosheid (of sterker uitgedrukt: woede) is een van de vier basisemoties, net als vreugde, angst en verdriet. Het is misschien wel de emotie die we het minst graag zien – bij onszelf en bij anderen. Vaak zijn we geneigd het weg te stoppen en hebben we er ook een oordeel over: dat het meer iets is voor een kind bijvoorbeeld.
Psychotherapeut Riekje Boswijk-Hummel, die het boek Boos schreef, vindt boosheid niet per se effectief. “Je bereikt er niets mee, ook al denken sommige mensen van wel. Deelnemers van mijn workshops omschrijven boosheid weleens als een positieve vitale levenskracht. Vitaal is deze kracht misschien wel, maar in mijn ogen niet positief – omdat het met agressie is vermengd. En agressie is er in principe op gericht om je zin door te drijven of je gelijk te halen.
Als je boos wordt, kun je dat beter zien als een boodschap aan jezelf dat er iets aan de hand is. Het ontstaat altijd uit de pijn van frustratie of omdat je het ergens niet mee eens bent. Boos worden heeft daarom een belangrijke signaalfunctie: let op, hier gaat iets fout. Het is dus heel goed om je boosheid op te merken, maar lang niet altijd verstandig om haar ongecensureerd te uiten.”
Positieve kanten
De Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum ziet vooral de positieve kanten. Ze stelt dat boosheid een nuttige emotie kan zijn als je de focus legt op de signaalfunctie. In haar boek Woede en vergeving schrijft ze dat het je dan kan motiveren om bepaalde zaken aan te pakken of te bespreken. Daarnaast kun je met boosheid de ander afremmen of afschrikken, om agressie te ontmoedigen.
Het bracht me terug naar een ervaring in mijn studententijd. Ik haalde de metro op het nippertje en plofte opgewekt neer op de eerste de beste vrije stoel. Een paar mensen keken me angstig aan en ik zag dat iemand zelfs zachtjes zijn hoofd schudde. Al vrij snel werd duidelijk waarom. De man die voor me zat, boog naar me toe en ging met zijn gezicht vlak voor me hangen. Hij keek me minutenlang strak aan en ik kon geen kant op.
Nog steeds snap ik niet wat er precies gebeurde, maar ik werd extreem boos. Er kwam een woede vanuit mijn tenen omhoog en ik keek vervuld van boosheid naar hem terug. Uiteindelijk begon hij te lachen en ging hij weer normaal op zijn stoel zitten. Ik denk dat dit destijds zo goed afliep omdat ik met mijn boosheid mijn grens bewaakte. Op dat moment kon ik niet eens bedenken hoe bedreigend deze situatie was, omdat mijn woede het overnam.
Ontploffen bij onrecht
Dat boosheid je overvalt en je er dus eigenlijk niets aan kunt doen, gaat terug naar die oeroude reactie in ons brein op het moment dat ons iets gevaarlijks of ergs overkomt: fight-flight-freeze. Riekje Boswijk-Hummel: “Als er in de prehistorie een tijger of lid van een vijandige stam voor je grot stond, rende je weg, vocht je terug of bevroor je. In dit soort situaties reageren we nu nog altijd heel primair, je hebt er in eerste instantie geen grip op. Daarom kun je boosheid ook eigenlijk niet ontkennen. Het is er gewoon en ontstaat onbewust. Alleen reageren we best vaak primitief op zaken waar we helemaal niet zo kwaad over hoeven te worden.
Acuut levensgevaar bestaat in onze samenleving nauwelijks, wel zijn er voortdurend dingen die ons kunnen frustreren. Door daar boos over te worden, los je het probleem vaak niet op. Je roept juist agressie op bij degene op wie je kwaad bent, wat tot flinke ruzie zou kunnen leiden. Daarom is het belangrijk om te leren hoe je je boosheid tot bedaren kunt brengen. Tel even tot tien of ga een blokje om.
Als je weer wat gekalmeerd bent, is het goed om oog te hebben voor de oorzaak van je boosheid. Want er is altijd iets gebeurd wat je teleurstelde of pijn deed. Misschien had je bepaalde verwachtingen die niet uitkwamen of een behoefte die niet werd vervuld. Probeer te bedenken wat er achter je boosheid zit en maak dat bespreekbaar. Als je dat op een rustige manier doet, is de kans veel groter dat de ander zich niet aangevallen voelt en naar je wil luisteren.”
Nog nooit zo boos
Dit onderzoeken van mijn boosheid lukt me inmiddels steeds beter. Alleen als er dingen gebeuren die voelen alsof me groot onrecht wordt aangedaan, kan ik me niet inhouden. Zoals die keer dat een man door rood reed en mij met mijn kinderen op de fiets vol aanreed. Ik ontplofte toen ik weer rechtop stond en mijn kinderen vlak voor een tram op straat zag liggen. Het liep goed af, maar die man heb ik flink de waarheid gezegd. Mijn kinderen deden me de rest van de middag na, want ze hadden me nog nooit zo boos gezien.
Wat je echt dwarszit
Boosheid is best een vermoeiende emotie, heb ik al vaker gemerkt. Ik ben kapot na zo’n uitbarsting. Boswijk-Hummel legt uit hoe dat komt. “Het is een directe en primitieve reactie op gevaar. Je schiet vol adrenaline. Daardoor raak je gestrest en voel je je opgefokt. Door je uitvallen en scheldpartijen ontlaad je die stress, maar daarna daalt je energiepeil naar nul.”
Toch is je boosheid altijd wegstoppen of nooit kwaad worden heel onverstandig. Tijdens therapie komen mensen die nooit boosheid voelen er vaak achter dat ze als kind heel streng zijn gestraft voor hun driftbuien.
Boswijk-Hummel: “Ze hebben destijds min of meer besloten om nooit meer boos te worden, omdat dat te riskant was. Maar die boosheid tonen ze vaak wel indirect, door te mokken of slachtoffergedrag te vertonen. Ze kroppen hun daarbij boosheid op en zeggen niet wat ze werkelijk voelen. In een relatie is het vaak ook lastig. Als iemand niet zegt wat er aan de hand is, maar wel overduidelijk laat zien dat hem iets dwarszit, kun je er weinig mee.”
Wees boos
Zo bezien is het dus best raar dat we boosheid niet vaker toelaten in ons dagelijks leven. Zelfs de Dalai Lama wordt naar eigen zeggen weleens boos. Zijn uitspraken hierover zijn gebundeld in het boekje Wees boos. Ook hij vindt het belangrijk om te bedenken wat je doet met je boosheid. De boeddhistisch leider zet woede in als motiverende kracht om negatieve zaken om te zetten naar positieve.
Boswijk-Hummel: “Je boosheid geeft je een krachtig signaal: er gebeurt iets wat voor jou niet goed voelt.
Er is dus niets mis met soms even ontploffen, maar gebruik die emotie om te onderzoeken wat er aan de hand is, zodat je dat op een rustige manier aan de orde kunt stellen. Wat overigens niet wil zeggen dat je niet met kracht duidelijk mag maken wat er speelt. Voor jezelf opkomen, je grenzen aangeven of benoemen wat pijn doet, is iets anders dan een ander verwijten maken of kwetsen. Er is een verschil tussen die vitale kracht en boosheid. Het eerste is iets positiefs en gaat ergens heen.”
Eerst tot rust komen
Er zijn veel situaties te bedenken waarin boosheid er mag zijn, bijvoorbeeld als er iets in je leven gebeurt wat verdrietig, vervelend of pijnlijk is: je raakt je baan kwijt of iemand van wie je houdt wordt plotseling ziek. Vraag je ook dan af wat je precies zo boos maakt. Soms gaat het vanzelf weer over, soms is het goed om er wat meer in te duiken.
Wat misschien ook meespeelt, is dat we leven in een tijd waarin we het vaak prettig en makkelijker vinden om vooral de fijne en mooie dingen in het leven te benadrukken en te delen via social media. Je boosheid of frustratie hoort niet thuis in dat plaatje. Al verandert er de laatste tijd wel iets. De heftige gebeurtenissen in de wereld – de pandemie, klimaatverandering en de ongelijkheid tussen zwart en wit – maken mensen gefrustreerd en boos.
Hoe word je boos?
Het is logisch dat we uiting willen geven aan die gevoelens en onrecht aan de orde willen stellen. Maar ook bij dit soort grote problemen is het volgens Boswijk-Hummel belangrijk eerst stil te staan bij hoe je dat doet. “Al die furieuze twitterberichten, inclusief scheldpartijen en bedreigingen die mensen versturen als ze het ergens niet mee eens zijn, hebben geen enkel positief effect.
Ik ben van mening dat boosheid altijd eerst tot rust moet komen voordat je verder kunt. Als emoties het overnemen, kan boosheid in razernij veranderen en dan wordt het riskant. Dan ga je vaak dingen doen en zeggen waar je later spijt van krijgt. Sommige mensen blijven weken, maanden en soms jaren boos, omdat ze weigeren de pijn erachter te erkennen.”
Boos en dankbaar
Filosoof Martha Nussbaum ziet woede als essentieel onderdeel in de strijd tegen onrecht. In Woede en vergeving schrijft ze: ‘Toorn over vreselijke misstanden is terecht, en woede geeft dan soms uitdrukking aan een feit.’ Ze verwijst daarbij naar Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Nelson Mandela – en legt uit hoe zij omgingen met onrecht en boosheid.
Haar conclusie is dat deze mannen hun boosheid alleen inzetten om er aandacht mee te vragen voor een probleem, en dat ze dit zonder geweld deden met hun blik gericht op de toekomst. Mandela kon driftig zijn, maar vond kwaadheid niet passend voor een leider die dingen voor elkaar wilde krijgen. Luther King verwoordde het als volgt: “Het opbouwen van een wereld waarin mannen en vrouwen samen kunnen leven vraagt om intelligentie, zelfbeheersing en een ruimhartige geest.”
Dankbaarheid
Nussbaum – en vele andere filosofen met haar – koppelt dankbaarheid en boosheid aan elkaar, omdat ze volgens haar nauw verwant met elkaar zijn. Bij beide emoties heb je te maken met gebeurtenissen of daden van dierbaren die je niet onverschillig laten. Ze kwetsen of ontroeren je bijvoorbeeld. Of het nu gaat om persoonlijk leed of ondraaglijk onrecht in de wereld; het doet iets met je en dat is goed.
Dat dankbaarheid en boosheid zo dicht naast elkaar liggen, maakt boosheid voor mij een stuk minder vervelend. Beide emoties raken aan wat voor mij belangrijk is in het leven. Ik dacht al vrij mild over boosheid omdat ik het ook een grappige emotie vind en het gevoel zelf goed ken.
Als iemand zich opwindt of boos wordt, ben ik nieuwsgierig waarom dat gebeurt, zeker als die persoon dicht bij me staat. Ik kan het ook waarderen als mensen zich druk maken over bepaalde zaken of aandacht vragen voor grote problemen, en daar hoort boosheid tot op zekere hoogte bij. Dat is niet kinderachtig, maar helpt ons juist verder.
Meer lezen
- Boos – Boosheid erkennen, begrijpen, loslaten, Riekje Boswijk-Hummel (De Toorts)
- Woede en vergeving – Wrok, ruimhartigheid, gerechtigheid, Martha Nussbaum (Ambo|Anthos)
- Wees boos, Dalai Lama (Spectrum)
- Nouveau fuck, Stella Bergsma (Nijgh & Van Ditmar)
- We schreven al eerder over waarom het nu gemakkelijker is om open te zijn over je gevoelens.
- Dit verhaal komt uit Flow 2-2021.
Tekst Jeanette Jonker Illustraties Nina Cosford