De New Yorkse fotograaf Maura Sullivan wil met haar beelden niet alleen positieve emoties laten zien, maar ook de schaduwzijde van het leven.
Hoe ontdekte je het fotograferen?
“Aanvankelijk tekende ik vooral, maakte ik verhalen. Ik kom uit een groot, creatief gezin met acht zussen en zes broers. Ik was de jongste en was nogal verlegen. Ik keek vooral en luisterde, was gefascineerd door alle verhalen om me heen. En elke dag kwamen er weer nieuwe verhalen het huis binnen. Achteraf zie ik dat de fotografie daar begonnen is. Mijn foto’s zijn verhalen.”
Weet je nog wat je eerste kennismaking was met fotografie?
“Ik herinner me een grote doos vol oude familiekiekjes van opa’s, oma’s en ooms. Zwart-wit, soms troebel gefotografeerd. Ik was geobsedeerd door die beelden, ze spraken enorm tot mijn verbeelding. Er was een foto van mijn vader als kind van één, op de rug van een paard. Hij vertelde hoe fotografen vroeger van deur tot deur gingen in Amerika, met paard en wagen. Dan werd een kind op de rug van het paard getild voor een foto, die in de wagen werd ontwikkeld.”
Wanneer ben je er zelf mee begonnen?
“We waren altijd wel met iets bezig thuis: met muziek, kunst, mode. Er slingerde van alles rond, ook oude filmcamera’s, waar we een beetje mee aanklooiden. We knipten en plakten beelden aan elkaar, het voelde als spelen. Toch ging ik pas echt met fotografie aan de slag toen ik eind twintig was. Nog steeds was ik introvert. Toen ik het fotograferen weer oppakte, voelde het alsof ik mijn stem vond. Ik had altijd bewondering voor goede sprekers en schrijvers en besefte: dit is mijn manier van spreken. Het zijn mijn foto’s die praten.”
Wat zeggen je foto’s dan?
“Ze drukken emoties uit, vertellen een verhaal. Niet letterlijk, want het is belangrijk dat mensen er zelf iets bij kunnen voelen of denken. Het zijn momentopnames, dat voel je wel, er is iets gebeurd of er gaat iets gebeuren. Ze stralen ook een zeker mysterie uit, ze hebben een donkere kant. Ik wil die schaduwzijde ook laten zien, die hoort bij ons. Wie die kant herkent in een beeld kan even ademhalen. Angst, verdriet, woede, pijn: het mag er allemaal zijn, die gevoelens maken ons mens. Als je die emoties niet vermijdt, maar ze onderzoekt, erin duikt en ze deelt met anderen wordt het leven zo veel interessanter.”
Eerst werkte je in stilte, nu heb je twee boeken in twee jaar tijd gemaakt. Ben je een laatbloeier?
“Volgens mij niet, ik fotografeer al 24 jaar. Alleen deel ik mijn foto’s nu pas met de wereld. De samenwerking met de Nederlandse uitgeverij 1605 was geweldig, ik ben echt blij met mijn tweede boek After beauty. De foto’s zijn heel uiteenlopend: poëtische landschappen, stillevens en natuurlijk portretten. De gedichten die door een goede vriend van me zijn geschreven, de dichter en schilder Walter S. Fields, passen ook heel goed, denk ik.”
Je schiet alleen in zwart-wit.
“Bij een kleurenfoto zie je uit welke periode ze komt, terwijl ik juist streef naar tijdloos. Mijn foto’s kunnen in 1920 gemaakt zijn of in 2020. Zwart-wit is bovendien puur en simpel, en de compositie komt beter uit de verf.”
Hoe werk je?
“Met een oude Nikon-camera, een model en natuurlijk licht. Dat is alles. Fotograferen is meditatief. Het houdt me levend, ik verheug me erop, elke dag opnieuw. Eerder maakte ik vooral foto’s van familie en vrienden, nu wordt de kring groter. Als ik er klaar voor ben, wil ik ook vreemden fotograferen, passanten. Ik kan diep getroffen worden door een gezicht op straat, een bepaalde lichtval, een bepaalde plek.”
Wat maakt een gezicht interessant?
“Als iemands wezen erdoorheen sijpelt. Schoonheid is leuk, maar laat iemand zijn schild zakken, dan maakt dat een foto zo veel interessanter. Dat kan alleen als er rust is en wederzijds vertrouwen. Een model moet zich willen openstellen voor wat er ontstaat. Soms wordt iemand groter tijdens het fotograferen, soms juist kleiner. Je voelt het allebei gebeuren, alsof er een derde persoon de kamer in komt. Even is er een parallelle wereld: dat vluchtige, magische moment probeer ik te grijpen.”
Wat betekent dat moment voor jou?
“Het is een luik naar een veilige, beschermde plek, los van je zorgen, van wat er in de wereld gebeurt. In die safe space ben je vrij. Je hoeft niks op te houden, alleen maar jezelf te zijn.”