Omhels je eigen criticus en vier andere inzichten van columnist Merel van Vroonhoven: ‘Ik noem haar Drizella’

Welke lessen leerde jij van het leven? Columnist en docent Merel van Vroonhoven kwam zelf op het volgende inzicht: wat je doet, doet er niet toe. Van figuren als haar opa en Michelle Obama kan ze ook wat opsteken, en zo is ze op vijf levenslessen gekomen. 

  1. Het gaat niet om wat je doet, maar om wie je bent

    “Als kind woonde ik in kleine dorpen waar kinderen van allerlei pluimage samen naar school gingen – anders dan in het gesegregeerde Den Haag waar ik nu woon. Gelukkig geef ik in het speciaal onderwijs, waar ik als docent werk, les aan kinderen met heel verschillende achtergronden. Of je nu de koningin bent of een arbeidsmigrant, dat mag er niet toe doen. Maar dat doet er helaas wel toe in onze prestatiemaatschappij waarin de plek van je wieg nog steeds je kansen bepaalt. Op school en in het dorp leerde ik in de praktijk de les die mijn ouders me meegaven: wat je doet is niet belangrijk, het gaat erom wie je bent: een aardig mens.”

  2. When they go low, we go high

    “Weerbaar zijn in een van tijd tot tijd vijandige wereld is best moeilijk. In haar boek Becoming staat een beroemde uitspraak van Michelle Obama: ‘When they go low, we go high.’ Dat vind ik zo krachtig. Ik gebruik haar zin nu als leidmotief in mijn eigen leven, bijvoorbeeld bij agressie in het verkeer of haatberichten op social media. Je bent misschien snel geneigd om op dezelfde manier te reageren, maar dankzij Michelle kun je wat iemand roept bij de ander laten en er niet aan meedoen. Zo wordt haar uitspraak iets van jezelf waar de ander met z’n agressie of onaardigheid niet bij kan komen.”

  3. Koester de kleine ontmoetingen

    “Mijn opa leerde me om elke avond stil te staan bij drie hoogtepunten van de dag. En heel vaak zijn dat de kleine ontmoetingen: een praatje met een onbekende op straat of bij de bushalte, een paar zinnen bij de bakker of de koffieautomaat. Die uitwisselingen maken mijn leven kleurrijk en betekenisvol: ze zetten me aan het denken en doen me steeds beseffen hoe goed ik het heb. Zoals drie uit Bachmoet gevluchte Oekraïense vrouwen die ik tegen het lijf liep in mijn buurt en me raakten met hun strijdlust en moed. Of de kleuter in het park die op me afliep en spontaan vroeg of ik met mijn ‘oude-mensen-tong’ mijn neus nog kon aanraken.”

  4. Omarm je Drizella

    “Of ik nou lesgeef of columns schrijf: mijn innerlijke criticus – ik noem haar Drizella, naar de kritische stiefzus van Assepoester – dwingt me te kijken naar wat nog beter kan. Hiermee voorkomt ze dat ik zelfgenoegzaam word, maar het risico is dat ik nooit echt kan genieten van succes. Iets meer mildheid maakt het leven wel makkelijker, zeker wanneer je net als ik op latere leeftijd nog een nieuw vak gaat leren en aan het impostersyndroom lijdt: wanneer val ik door de mand? Naarmate ik ouder word, kan ik beter met die criticus omgaan. Soms stop ik Drizella terug in haar hok, maar ik heb ook geaccepteerd dat ze bij me woont. Kennelijk wil ze nog niet het huis uit.”

  5. Zet regelmatig een streep door je agenda

    “In een boekwinkel word ik weleens droevig van het idee dat ik nooit alle boeken kan lezen die ik zou willen lezen. Nee zeggen, tegen boeken maar ook tegen mensen, vind ik een worsteling. Inmiddels weet ik dat het noodzakelijk is en geen luxe om soms strepen in mijn agenda te zetten en te gaan wandelen. Wat ook helpt: op pad gaan met een Nokia en mijn smartphone thuislaten. Dat is best confronterend, want ook die oldskool telefoon haal ik steeds uit mijn zak om het nieuws te checken, hoewel er dus niets te zien is. Na een uurtje wandelen is die reflex gelukkig verdwenen.”

Meer lezen

Tekst Caroline Buijs  Illustraties Deborah van der Schaaf
Gepubliceerd op 28 december 2023

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN