Het fijne van de thuisblijfvakantie

Aansluiten in de file, slapeloze nachten op de camping, wachtrijen bij attracties. Als ze heel eerlijk is, ontspande journalist Anneke Bots nog het meest van de thuisblijfvakanties. Overschatten we op reis gaan niet een beetje?
Het fijnste moment vorige zomer? Dat was misschien wel gewoon in mijn achtertuin onder de grote taxusboom met een kop thee binnen handbereik. Fysiek was ik in mijn eigen stadstuintje, maar in mijn hoofd op een eenzame berg ten zuiden van Tokio. Daar leefde ik mee met de hoofdpersoon uit De moord op Commendatore, een boek in twee delen van de Japanse auteur Haruki Murakami.
Ik waande me in het huis van de kunstenaar met het lichte atelier waar hij portretten schildert, en hoorde in gedachten de vioolconcerten waar hij naar luistert. Geen files op de Autoroute du soleil of drukke vliegvelden, geen slapeloze nachten op een halfleeg luchtbed in een bloedhete tent. Het grootste deel van mijn zomervakantie was ik gewoon thuis.
Uit de koffer
Jaren geleden ontdekte ik min of meer bij toeval hoe fijn zo’n thuisblijfvakantie is. Het plan was om drie weken naar de Dordogne gaan. We stonden op het punt van vertrek: de tent en de tassen lagen gepakt en al in de auto, toen we besloten dat we niet met een knorrende maag de snelweg op wilden. Zo zaten we even later op een zonnig terras in het park te lunchen en bedachten we dat we net zo goed die tentoonstelling nog even konden meepakken. De Dordogne kon nog best een dagje wachten.