Hoewel Flow’s Astrid haar overvolle boekenkast en vintage serviezen heel gezellig vindt, vroeg ze zich toch af of haar huis wat minder vol kon. Ze schreef een jaar lang blogs over de betekenis van spullen en ontspullen. We lichten er opnieuw een aantal uit. Deze keer: dingen beleven.
Nooit geweten dat er zo veel boeken worden uitgegeven over simpeler leven, opruimen en ontspullen. Ik kan er met gemak een boekenplankje van aanleggen, maar dat mag niet, want ik wilde juist ontspullen. Journalist James Wallman schrijft in zijn boek Ontspullen dat de wereld echt gaat veranderen. Mensen zullen meer geld gaan steken in dingen beleven in plaats van in consumeren. Er komen meer diensten en producten die je daarbij gaan helpen, en minder winkels die alleen maar draaien om spullen voor de heb en de show.
Als je iemand bent die kiest voor je geld uitgeven aan dingen beleven in plaats van aan spullen, ben je volgens Wallman een experiëntialist. Ik vind dat wel een mooi woord. Als ik iemand thuis uitnodig en op mijn afgeragde bank plaats laat nemen, ben ik geen armoedzaaier met een bijeengeraapt interieurtje. Nee, dan kan ik gewoon zeggen: “Jongens, let niet op de zooi. Ik ben nu eenmaal een experiëntialist.” Enorme huizen vol blingbling zijn uit. Maar schuurtjes vol surfplanken en een portemonnee zónder geld maar mét een museumpas, die zijn in.
Heel lief van James vind ik dat je experiëntialist kunt zijn en tóch van spullen mag houden. Ik vind ontspullen leuk, maar soms ook vrij ongezellig. Omdat ik nu eenmaal kan genieten van een notebook met leren omslag of zo’n Deense regenjas. Dat mag gewoon van James, want deze spullen hebben met beleven te maken. Hier voorzie ik een gevaarlijke escape en nieuwe redenen om vandaag nog naar de kampeerwinkel te rennen (ook al kampeer ik nooit). En dat ik dan als een echte experiëntialist zonder schuldgevoel zo’n mosgroene Engelse thermoskan, een picknickset en een fijn winddicht jackje ga kopen.
- Meer blogjes van Astrid over ontspullen vind je in Het grote boek van minder.