Feminist en existentialist: het leven van Simone de Beauvoir

Wel een opleiding, niet te veel leren
Simones sociale leven is beperkt; omdat Françoise maar weinig kinderen geschikt vindt voor de omgang met haar kinderen is Hélène lang haar enige speelkameraadje. Pas als ze negen is, krijgt ze haar eerste vriendin: Elisabeth Lacoin, door haar Zaza genoemd. Met haar kan ze over ideeën praten, een gezamenlijke passie. Zaza’s tragische dood in 1929 is een zware slag voor Simone.
De puberteit is een verwarrende periode. Van haar ouders komen inmiddels tegenstrijdige boodschappen: ze moet een opleiding volgen, maar ook weer niet te veel leren, want dan komt ze niet aan de man. Maar het is te laat: ze racet door haar opleiding. Op haar zeventiende wil ze filosofie gaan studeren. Haar ouders zijn niet enthousiast, maar door koppig elke andere suggestie af te wijzen, drijft ze haar wil door.
Bever als bijnaam
Als student ontsnapt Simone aan haar moeders alziend oog. ‘Wees niet ‘mademoiselle De Beauvoir’,’ schrijft ze in haar dagboek. ‘Wees mij.’ Ze spreekt met vrienden af in het café en leest alles wat ze maar te pakken kan krijgen. Ze komt tot de conclusie dat het huwelijk ‘fundamenteel immoreel’ is – want hoe kan het zelf van vandaag beslissingen nemen voor het zelf van morgen? Ze geniet van discussies en vindt dat filosofie geleefd moet worden.
In 1929 is ze de eerste vrouw die filosofie doceert op een Franse jongensschool. Ter voorbereiding volgt ze colleges aan de École Normale Supérieur. Daar krijgt ze van een medestudent de bijnaam waarmee ze onder intimi bekend zal blijven: Castor, het Franse woord voor bever, want: “Bevers houden van gezelschap en hebben een constructieve geest”.
Een onconventionele relatie met Jean-Paul Sartre
Ze leidt een zeer gedisciplineerd leven van ’s ochtends schrijven, ’s middags lezen en ’s avonds met vrienden praten. Het betaalt zich uit: na een loodzwaar examen eindigt Simone de Beauvoir, pas 21 jaar oud, als tweede. Ze moet alleen de 24-jarige Jean-Paul Sartre, die het examen voor de tweede keer doet, voor laten gaan. Ze is hem al opgevallen. “Sympathiek, mooi, maar slecht gekleed”, is de eerste indruk van de man die dan al bekendstaat als rokkenjager.
De relatie met Jean-Paul gaat vooral om de vriendschap van het denken, want: ‘hij geeft niet veel om seks’
Naar hun eerste afspraakje stuurt ze haar zusje, maar op 8 juli 1929 is het eindelijk zover: Simone meldt zich ‘een beetje schuw’ bij Jean-Pauls studiegroepje. Intellectueel komt ze goed mee, constateert hij bewonderend. Zij ziet in hem de dubbelganger naar wie ze altijd heeft verlangd. Al gauw ontmoeten ze elkaar iedere ochtend in Jardin du Luxembourg om te discussiëren over spannende kwesties als goed en kwaad.
Een legendarisch pact
Op 14 oktober 1929 sluiten ze op een bankje bij het Louvre hun legendarische pact: hun relatie zal niet conventioneel zijn. Ze willen elkaars ‘essentiële en noodzakelijke liefde’ zijn; daarnaast moet er ruimte zijn voor andere ‘toevallige liefdesverhoudingen’. Ze gaan niet samenwonen, ze zullen elkaar alles vertellen. Het pact geldt voor de komende twee jaar. Ze zullen er zich uiteindelijk de rest van hun leven aan houden.
‘Een warme man, behalve in bed’
In theorie is het pact prima en zelfs inspirerend, de werkelijkheid blijkt weerbarstiger. Dat het geen rekening houdt met de gevoelens van anderen, is een zwak punt. En seksueel is het stel geen match.
Aan een minnaar schrijft ze dat het tussen haar en Jean-Paul vooral om de vriendschap van het denken gaat, want Jean-Paul ‘geeft niet veel om seks. Hij is in alles een warme, energieke man, behalve in bed. Dat voelde ik al snel, ondanks mijn gebrek aan ervaring.’ Achteraf blijkt uit haar correspondentie dat Simone vanaf midden jaren dertig tot begin jaren veertig drie lesbische relaties heeft met jonge vrouwelijke leerlingen.
Ingewikkelde verhoudingen
In al die gevallen probeert Jean-Paul deze vrouwen ook te versieren, soms met succes. Hij en Simone hebben het er in hun brieven uitgebreid over. Sommige van hen gaan deel uitmaken van wat de ‘famille Sartre’ gaat heten, een groep geliefden en ex-geliefden van het stel met wie ze hecht bevriend blijven. Tot de harde kern behoort Olga Kosakiewicz, een oud-leerling van Simone, met wie ze in 1934 een korte affaire heeft.
Jean-Paul raakt door haar geobsedeerd; maar ze trouwt met Jacques-Laurent Bost, een leerling van Jean-Paul, met wie Simone tegelijkertijd een tien jaar durende seksuele relatie heeft – waar Olga geen weet van heeft. Intussen heeft Jean-Paul een langdurige relatie met haar zus Wanda. De driehoeksrelatie met Olga vormt de basis van haar debuutroman Uitgenodigd, die in 1943 verschijnt.
Leven van haar pen
De Tweede Wereldoorlog doet Simone de Beauvoir uit haar privébeslommeringen ontwaken. Vanaf die tijd staat ze niet meer aan de zijlijn, maar wordt ze ook politiek actief. Ze raakt haar baan in het onderwijs kwijt omdat ze lesgeeft over ‘verdorven schrijvers’ als Marcel Proust. Voortaan leeft ze van haar pen. Jean-Paul Sartre publiceert in 1943 Het zijn en het niet, waarin hij het existentialisme presenteert, een filosofie waarin de mens verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn eigen leven. Zijn ideeën slaan aan.
Omdat Simone zich ook existentialist noemt en over het onderwerp schrijft, ziet men haar vooral als ‘de vrouw van’. Ergerlijk, want veel van zijn ideeën komen van haar en met andere is ze het niet eens. Ze beginnen een tijdschrift, Les Temps Modernes, dat ze tot aan het einde van hun leven zullen leiden.
‘Je komt niet ter wereld als vrouw, je wordt vrouw’
Na een aantal romans, waarin ze ‘denkbeeldige ervaringen wil beschrijven die even compleet en verontrustend zijn als geleefde ervaringen’ besluit ze een nieuw thema aan te snijden: ‘Wat heeft het voor mij betekend om vrouw te zijn?’. Het resultaat is De tweede sekse, het nog steeds invloedrijke werk dat ze in 1949 publiceert, met de beroemde zin: “je komt niet ter wereld als vrouw, je wordt vrouw”.
Simone en Jean-Paul zijn nu wereldberoemd. Iedereen weet dat Simone ’s ochtends in café Les Deux Magots en in de middag bij Jean-Paul thuis zit te schrijven, vaste avonden van de week bij Jean-Paul doorbrengt en daarnaast, net als hij, haar eigen leven en liefdes heeft.
Niet zonder Frankrijk en Jean-Paul
Een grote liefde is de Amerikaanse schrijver Nelson Algren, die haar ten huwelijk vraagt. Maar zij kan zich geen leven buiten Frankrijk en zonder Jean-Paul voorstellen. Het stemt haar melancholiek: begint nu de door haar gevreesde ouderdom? Het blijkt alleszins mee te vallen. Claude Lanzmann (27), redacteur van Les Temps Modernes, maakt haar het hof. In 1952 trekt hij bij haar in. Claude is de enige man met wie ze ooit samenwoont, totdat hij na zeven jaar weer verder trekt.
Moeder van het feminisme
In 1954 publiceert Simone de Beauvoir de sleutelroman De mandarijnen, waarvoor ze de prestigieuze Prix Goncourt wint. Met de opbrengst daarvan kan ze zich eindelijk een eigen appartement veroorloven in Montparnasse, waar ze tot het einde van haar leven zal wonen. Tussen 1958 en 1972 schrijft ze haar populaire – en naar later blijkt best gekuiste – vierdelige memoires, waarin ze wil laten zien hoe ze is geworden ‘aan de hand van de wereld waarin ik leefde en nog leef’.
Ze houdt lezingen, voert actie. In de jaren zeventig wordt ze als moeder van het feminisme omarmd door de vrouwenbeweging en demonstreert ze voor het recht op abortus. En ze reist: met Jean-Paul, en vanaf 1964 ook met een jongere vriendin, Sylvie Le Bon. Jean-Paul blijft een essentieel deel van haar leven. Zijn gezondheid laat steeds meer te wensen over, mede dankzij zijn gulzige consumptie van whisky, nicotine en peppillen.
Adopteren om te kunnen trouwen
Na zijn dood in 1980 is Simone aanvankelijk ontroostbaar. ‘Mijn leven telt één onverdeeld succes: mijn relatie met Jean-Paul.’ Langzaam klimt ze uit het dal, gesteund door haar vrienden, van wie Sylvie Le Bon een centrale positie inneemt. In Sylvie ziet ze de reïncarnatie van haar nooit vergeten vriendin Zaza. Omdat ze niet kunnen trouwen, besluit ze haar te adopteren, zodat Sylvie haar erfgenaam wordt. Ze gaat weer schrijven, optreden en reizen. En ze blijft, ondanks haar levercirrose, stevig doordrinken. Op 14 april 1986 sterft Simone de Beauvoir, 78 jaar oud, in een ziekenhuis in Parijs.
Meer lezen
- Het bijzondere leven van schrijver en feminist Chimamanda Ngozi Adichie.
- Het leven van Germaine Greer: brandstichter van het feminisme.
- Wat kunnen we leren van vrouwelijke filosofen?
Gepubliceerd op 3 mei 2025