Blijft minder vlees eten de trend? Journalist Grete Simkuté ging na vele vegajaren juist wél weer overstag. Maar wat is nou beter: vlees of vegetarisch eten?
Tekst Grete Simkuté Fotografie Kevin McCutcheon/Unsplash
Gepubliceerd op 19 oktober 2024
Toen ik achttien was, at ik mijn laatste beetje vlees. Echt een harde, ideologische beslissing was het niet, nu ik erop reflecteer. Het vele vlees dat er thuis werd gegeten – iedere avond stond er wel een met liefde gemaakte gehaktbal, stoofschotel of worst op tafel – stond me al jaren tegen. Het voelde niet lekker in mijn lichaam en viel zwaar. Toen ik uit huis ging om te studeren, leidde dat tot een nieuw leven als vegetariër. Hierna volgden jaren waarin ik nee zei tegen al het vlees. En toen hing ik, na veertien vegajaren, vorige maand ineens in mijn keuken boven een pan met (biologische) kipstukjes en at ik voor het eerst weer kip. Huh?
Is vlees eten een trend?
Voor het eerst sinds het veganisme in zwang raakte, komt vlees eten weer uit het verdomhoekje. Zo voorspelde Jonas Kooyman, die het populaire platform Havermelkelite beheert, dat vlees in 2024 een comeback op de menukaarten zal maken. En in een artikel in Het Parool van vorig jaar mei stond dat veel vegan restaurants in Amsterdam hun deuren sluiten. Journalist Doortje Smithuijsen observeert in de podcast Voorheen Schaamteloos Randstedelijk dat daar dan weer vleesrestaurants voor in de plaats lijken te komen. “Misschien is er een soort pessimisme ingedaald: we gaan die bio-industrie niet redden,” speculeert ze.
Jonas Kooyman linkt de vleestrend aan de verrechtsing van het land. “We bewegen net als de politiek: er komt een nieuwe, rechtse wind. Naast vlees eten, komen ook veel kinderen krijgen en roken terug,” zegt hij in een interview. Deze trendvoorspellingen worden onderbouwd door cijfers: volgens de Volkskrant blijft de vleesconsumptie van Nederlanders met 58 kilo per persoon per jaar onverminderd hoog, alle vleesvervangers en vegarestaurants ten spijt. En dat terwijl de noodzaak om juist te minderen met vlees groter en bekender is dan ooit.
Andere kant van de medaille
Je bent goed als je geen vlees eet en slecht als je dat wel doet: zo simpel is het kennelijk niet. Iedereen heeft vast de artikelen voorbij zien komen waaruit blijkt dat voor het verbouwen van avocado’s – een geliefd product bij veel vega’s – veel landbouwgrond en veel water nodig is. En dat de teelt van soja – een populaire vleesvervanger – voor allerlei problemen zorgt. “Het is erg complex,” zegt ook de Zweedse wetenschapsjournalist Henrik Ennart, die het boek Gelukseten schreef. “De morele en klimaatvoordelen van wel of niet vlees eten, lopen vaak niet parallel. Kippen zou je bijvoorbeeld heel graag alle ruimte willen geven in grote fok- bedrijven, maar die moet je opwarmen. Dat is weer slecht voor het klimaat. Zo zijn er veel conflicten.”
Naast de morele en klimaataspecten die rond het vleesdebat spelen, kun je het onderwerp ook bekijken vanuit een gezondheidsframe. Zo is vegetarisch eten, zoals ik lange tijd dacht, niet per definitie gezonder dan een dieet met (een beetje) vlees. Zweedse wetenschapsjournalist Henrik Ennart: “Vegetariërs hebben veel meer eiwitten nodig en B12, die ze uit andere bronnen moeten halen. Anders kunnen tekorten ontstaan. Ultrabewerkte vleesvervangers zijn geen goed alternatief. Net als veel bewerkt vlees zitten ze vol verzadigde vetten en zouten.”
De 80/20-regel
Volgens wetenschapsjournalist Ennart heeft ieder mens een andere voedselbehoefte en reageren we ook allemaal anders op eten. Toch is volgens hem een dieet met een beetje vlees het beste, en dat is ook het advies van het Voedingscentrum. Ennart: “Wij mensen zijn omnivoren: ons lichaam is gemaakt om alles te eten, en juist daardoor konden we als soort overleven in de meest barre omstandigheden.” Hij haalt de Blue Zones aan: gebieden op de wereld waar mensen meetbaar langer leven. “Dat zijn plekken zoals Ikaria, Okinawa en Sardinië. Hier zie je dat mensen vooral plantaardig eten, met veel focus op olie en noten, en zo’n vijf keer per maand een beetje vis.”
Toen ik mijn terugkeer naar vlees met mijn therapeut besprak, interpreteerde ze het als een vorm van minder streng zijn voor mezelf. En dat is precies waar we de afgelopen jaren aan hebben gewerkt: ik wilde graag geduldiger en liever voor mezelf zijn. Niet zo veel werken, niet zo veel sporten en minder restrictief zijn met eten. Mezelf af en toe weer wat vlees toestaan past zo bezien in deze doelstelling. De 80/20-regel is volgens mij zo gek nog niet: als je 80 procent van de tijd verantwoord bezig bent met plantaardig eten, kun je in de overige 20 prima een beetje biologisch vlees eten. Als iedereen dat zou doen, zou de wereld er al heel anders uitzien.