Journalist Caroline Buijs verdiepte zich in de betekenis van kleuren en ontdekte: als je meer over kleur weet, verrijkt dat je wereld en kijk je met meer aandacht om je heen.
Gek eigenlijk, dat ik van sommige dingen waar ik van hou maar zo weinig afweet. Van dahlia’s bijvoorbeeld. Of van ginkgo’s (Japanse notenbomen), Deense meubels uit de jaren zestig, jazz. Maar ook: van kleuren. Ik weet dat ik gelukkig word van een café waarin alle kleuren lijken te kloppen of van een oudere dame met een fuchsiakleurige baret op in plaats van de geijkte beige. Van kleurrijke illustraties, en pas nog van een mooi, handzaam boekje uit Japan: A dictionary of color combinations van kunstenaar en kimono-ontwerper Sanzo Wada (1883-1967).
Het staat vol met alleen maar kleurvlakjes, in combinaties van twee, drie of vier kleuren. Kleuren die gedempter zijn dan ik gewend ben en in combinaties die ik zelf niet gauw bedacht zou hebben. Veel verder dan het opnoemen van primaire en secundaire kleuren kom ik niet als het om kleurenkennis gaat. Wat ik wel weet, is dat blauw mijn lievelingskleur is. En dat méér van iets weten de wereld om je heen rijker maakt: dat had ik al eens gemerkt toen ik uitzocht welke bloemen ik nu precies in de berm zag staan bloeien tijdens mijn wandelingen door het park – het maakt het rondje door het park echt leuker.

Eigen taal
Wat is kleur eigenlijk? Behalve een natuurkundig verschijnsel zijn kleuren ook een kwestie van cultuur. Bijvoorbeeld het idee dat je ze in twee kampen kunt verdelen: in warme en koele kleuren. Rood en geel delen we in bij warme kleuren, groen en blauw bij de koele. Die verdeling bestaat nog helemaal niet zo lang, pas sinds de achttiende eeuw. Er zijn zelfs aanwijzingen dat blauw in de middeleeuwen werd gezien als de warmste van alle kleuren. De Britse journalist Kassia St Clair schreef het boek Het geheime leven van kleuren, vol verhalen over de 75 bekendste tinten en kleurschakeringen.
Per mail vertelt ze dat haar liefde voor kleuren in haar jeugd is ontstaan: ‘Mijn moeder was bloemist, dus als kind keek ik al naar hoe ze verschillende kleuren in haar boeketten combineerde en mocht ik het zelf ook proberen. Later ging ik – tussen de mahoniehouten lambriseringen in het archief van het Victoria and Albert Museum in Londen – onderzoek doen naar Engelse mode uit de achttiende eeuw en raakte ik gefascineerd door de kleuren die toen in zwang waren: erwtengroen, haarbruin.’ Soms, vertelt St Clair, stonden er gekleurde illustraties bij de beschrijvingen, zodat ze kon zien wat ze zich moest voorstellen bij ‘haarbruin’, maar vaak ook niet. ‘Het was alsof ik naar een gesprek luisterde in een taal die ik maar half verstond. Ik kon er geen genoeg van krijgen.’
- Het volledige verhaal ‘Energie krijgen van oranje’ staat in Flow 3.
Tekst Caroline Buijs Fotografie Deborah van der Schaaf