Dagboek van een introvert #18: relaties (en de perikelen van daten)

gekke trekken

Online editor Bente van de Wouw komt in een wereld van extraverten uit de kast als introvert en schrijft erover (met een knipoog). Deze keer: relaties (en de perikelen van daten).

‘Ik ga afzeggen,’ denk ik als ik ’s avonds in bed lig en niet in slaap kan vallen. ‘Ik kan dit niet,’ denk ik als ik me de volgende dag klaar aan het maken ben. ‘Praat me alsjeblieft moed in want ik ga zo heel hard janken,’ app ik een paar uur later naar een vriendin vanaf een onbekende parkeerplaats.

Na een paar bemoedigende woorden stap ik toch uit de auto. Met lood in de schoenen loop ik door een onbekende straat naar een onbekende voordeur. Ik druk op de deurbel en als ik voetstappen richting die deur hoor kan ik alleen maar denken: Shit, shit, shit, shit waarom is daten zo lastig?

Als je mijn columns al langer leest (of zelf een introvert bent), weet je dat ik geen fan ben van sociale activiteiten. Het liefst lig ik om 10 uur in bed (9 uur als het even meezit) en mijn favoriete hobby is alleen zijn. Het kan dus geen verrassing zijn dat ik daten en relaties soms maar ingewikkeld vind.

Burrito-stijl

Ik heb absoluut behoefte aan liefde en verbondenheid, kan juist enorm veel energie krijgen van goede gesprekken en een diepe connectie. Sterker nog: ik ben liever in een relatie dan dat ik vrijgezel ben. Er is niks fijners dan iedere avond thuiskomen bij je favoriete persoon.

Maar toch. Ik heb ook alleen-tijd nodig, de mogelijkheid om me terug te trekken. Soms wil ik mezelf na een lange dag werken burrito-stijl oprollen in de dekens met een serie aan, zonder ook maar een woord te hoeven zeggen. Maar hoe leg je in godsnaam aan de ander uit: ‘Ik wil je nu niet zien, laat me met rust, ik lig liever als een wrap op bed in mijn eentje. Maar eh, ik hou nog steeds van je. Echt.’

Ja, dat is best lastig. Zo moeilijk, dat ik in vorige relaties toch vaak voor de ander koos, ook al was ik hartstikke moe met behoefte aan een oplaad-avondje. Dat moest anders. Dus toen ik een jaar geleden voor die onbekende voordeur stond en weer begon met daten, beloofde ik mezelf één ding: ik doe het op míjn manier.

Misschien was ik daarom ook wel zo zenuwachtig, bang voor die nieuwe vorm van daten. Zou het begrepen worden, kon ik mijn grenzen wel aangeven, wat als ik stom gevonden zou worden, of als een watje zou worden gezien? Wat als, wat als, wat als.

Maar ik ontdekte vooral dat mijn grenzen gewoon werden geaccepteerd en dat eerlijk zijn over wat ik wel en niet wilde (geen eerste date in een druk restaurant, wel een wandeling in het bos, geen afspraakjes vlak achter elkaar, wel de tijd nemen zonder druk), juist als een verademing werd gezien.

‘Bij jou weet je tenminste wat je kunt verwachten,’ kreeg ik te horen. En dat was misschien niet altijd wat de ander wilde, maar wel wat voor míj nodig was om dat date-gedoe in goede banen te leiden zonder dat het afbreuk deed aan mijn eigen geluk.

Die eerste date mondde uit in een relatie en inmiddels loop ik die toen nog onbekende voordeur plat. Soms ben ik er wat minder en lig ik in burrito-houding op mijn eigen bank, en ook dat is helemaal goed. En als ik nu zijn voetstappen richting de deur hoor, kan ik alleen maar denken: het kan dus ook heel makkelijk zijn.

Meer lezen

Tekst en fotografie Bente van de Wouw

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN