Journalist Beanca de Goede is er een meester in: aardig zijn voor anderen. Maar hoe leert ze om ook met meer compassie naar zichzélf te kijken en te stoppen met people pleasen?
Ik ben een people pleaser
“Werk jij nog weleens in het weekend?” vraagt Neeltje. Ik lunch met haar en nog twee collega-zzp’ers na afloop van een brainstorm. De zucht die ik slaak, zegt genoeg. De anderen schieten in de lach. “Er is altijd wel iets,” zeg ik. Vorige week twee dagen ziek geweest; dat betekent in het weekend een inhaalslag maken. De week daarvoor belde een opdrachtgever met een lastminuteklusje. Of ik pleeeease kon helpen? “Ik ben met één vinger te lijmen, ik ben gewoon te aardig,” zeg ik. “Ja, maar niet voor jezelf,” zegt Neel. Die opmerking blijft hangen.
Aardig zijn voor anderen: daar ben ik een meester in. En ik dénk altijd dat ik behoorlijk leuk en lief voor mezelf ben. Ik ga elke week naar yoga en qi gong (selfcare!). Ik heb mezelf laatst getrakteerd op een jaarkaart voor het filmhuis. En afgelopen zomer ben ik op reis geweest zonder man en kinderen, wat me de kans gaf om een week lang alleen maar te doen waar ik zelf zin in had. Toch voelt het leven vaak nodeloos ingewikkeld, val ik elke avond doodmoe in mijn bed en lijd ik onder die lat die zeven dagen per week nét te hoog lijkt te liggen.
Grenzen aangeven
Ik heb totaal geen last van gras dat groener is bij de buren. De smetteloze, minimalistische interieurs, verre vakantiebestemmingen en altijd-blije gezichten die ik op Instagram voorbij zie komen: helemaal leuk!
Ik gun het iedereen van harte. Ook als het regent, bij mij thuis een rommeltje is en de vakantie nog mijlenver weg. Maar ik word wel rusteloos als ik ‘niks’ doe en ik ervaar een soms gekmakende wens om alles uit het leven te halen.
De to do-lijstjes worden elke week langer. Ik sport, ik schilder, ik speel piano, ik doe vrijwilligerswerk, ben politiek actief, onderhoud samen met mijn buren een grote buurtmoestuin en ik kook de sterren van de hemel met de oogst.
De eerste stap richting zelfcompassie
Bij een vriendin zag ik jaren geleden een poster in de keuken hangen met de tekst: ‘Die andere moeders doen ook maar wat’. Als ik overweldigd dreig te worden door mijn perfectionisme en mijn hang naar een groots en meeslepend leven, denk ik daaraan. Het is een begin, toch? Lief zijn voor jezelf is de eerste stap richting zelfcompassie.
Maar dit fenomeen, afkomstig uit het boeddhisme, is veel meer dan dat. Psycholoog en boeddhist Kristin Neff doet er al jaren onderzoek naar en schreef er een boek over: Zelfcompassie.
Daarin legt ze uit dat zelfcompassie om drie dingen draait: begrip voor jezelf als je het moeilijk hebt, de acceptatie dat het leven niet altijd leuk is en dat lijden onvermijdelijk is, en het onder ogen zien van je eigen emoties, zonder te oordelen.
‘Als we tegenslag hebben of stomme fouten maken, denken we vaak: ik heb mijn leven niet goed op de rails, ik doe iets verkeerd. We lijden dan in eenzaamheid. Terwijl fouten maken, vallen en weer opstaan juist bij het leven horen. Dat maakt ons menselijk en verbindt ons met andere mensen.
Perfectie bestaat niet
We kunnen niet perfect zijn. Hoe goed je ook je best doet, er zal verdriet, teleurstelling en tegenslag op je pad komen. Wie aardig is voor zichzelf, kan daar een stuk beter mee omgaan.’
In haar nieuwste boek, Krachtige zelfcompassie, gaat Kristin Neff een stap verder. Ze maakt onderscheid tussen zachte zelfcompassie – lief zijn voor jezelf – en een krachtige variant, die gaat over grenzen aangeven, nee zeggen en boos durven worden.
Neff schreef dit boek vanuit de woede en verontwaardiging die ze voelde toen de wereld overspoeld werd door #MeToo-verhalen en ze in haar nabije omgeving meemaakte dat een bekende, een goede vriend nota bene, misbruik had gemaakt van vrouwen.
‘Ik zie de MeToo-movement als een beweging die gaat over zelfcompassie. Net als Black Lives Matter. We pikken het niet langer dat er over ons heen gewalst wordt en laten dat ook merken. Hardop zeggen: ‘Dit is niet oké, ik verdien het niet om zo behandeld te worden’, is wat ik bedoel met actieve, krachtige zelfcompassie.’
Je brein trainen
Hoe komt het dat vrouwen zo snel geneigd zijn om zichzelf weg te cijferen en op plan B te zetten? vraag ik Kristin Neff. Ik refereer aan een onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen veel meer dan mannen hun eigen belangen ondergeschikt maken aan die van hun familie, vrienden en partner.
Niet alleen hebben ze daardoor structureel minder tijd, ze genieten ook minder van dat kleine beetje vrije tijd dat ze hebben, doordat ze in hun hoofd nog steeds bezig zijn met zorgtaken en het piekeren daarover.
“Vrouwen zijn geconditioneerd om het anderen naar de zin te maken en om conflicten uit de weg te gaan,” zegt Neff. “We ontlenen ons gevoel voor eigenwaarde vaak aan de waardering van anderen.
Dat is er eeuwenlang ingehamerd door mannen die daar zelf belang bij hadden. Krachtige zelfcompassie stelt dat aan de kaak. Je gevoel van eigenwaarde hangt niet af van wat anderen van je vinden, het komt van binnenuit.
Compassie hebben voor jezelf is dapper
Je hoeft niet iedereen te pleasen om je goed te voelen. Neff: “Voor jezelf kiezen is niet soft, maar juist heel dapper. Je geeft hiermee aan dat jouw behoeftes ook belangrijk zijn en niet pas aan bod hoeven te komen nadat je iedereen om je heen blij hebt gemaakt. Misschien maakt dat je minder populair bij je man, je kinderen, de buren of je baas, so be it!
Door de veiligheid die zelfacceptatie je geeft, durf je risico’s te nemen en ben je niet afhankelijk van anderen om je goed of gewaardeerd te voelen.
Ik zie zelfcompassie niet als een mooie filosofie, maar als iets wat je oefent en dagelijks in de praktijk brengt. Je kunt je brein trainen, en nieuwe gewoontes ontwikkelen om met compassie om te gaan met de tegenslagen en uitdagingen van het leven. Ik kan je garanderen dat alles er leuker en mooier van wordt.”
Mooiste leven
De belangrijkste vraag die je jezelf moet stellen bij het beoefenen van zelfcompassie is: wat heb ik nodig? Kristin Neff: “Die vraag klinkt simpel, maar is niet makkelijk te beantwoorden. De meesten van ons gaan geconditioneerd door het leven en laten hun koers bepalen door wat hun ouders, leraren, de maatschappij, hun partner of hun baas van hen verwachten.
Je gaat naar school, doet een vervolgopleiding, krijgt een baan, ontmoet je partner, krijgt kinderen, werkt je een slag in de rondte en gaat met pensioen. En al die tijd heb je je niet of nauwelijks afgevraagd: wat wil ik? Wat wil ik nou echt? Waar word ík gelukkig van? Een ander kan je dat niet vertellen. Daarvoor moet je bij jezelf te rade gaan.
Als je daadwerkelijk om jezelf geeft, ga je actief op zoek naar het antwoord op die vraag. En schuif je hem niet voor je uit tot een later moment waarop je het minder druk hebt en er rustig over na kunt denken. Dat moment komt namelijk nooit.”
Glennon Doyle, schrijver van Ongetemd leven, bracht dit jaar een werkboek uit: Ongetemd leven, Zelfbevrijdingsgids noemde ze het. Met als ondertitel: Stop met pleasen, leef je eigen leven. De gids is een aaneenschakeling van oneliners, persoonlijke, vaak pijnlijk eerlijke én grappige verhalen, wijze raad en vooral schrijfoefeningen en creatieve oefeningen.
Doyles variant op Kristin Neffs vraag ‘Wat heb ik nodig?’ is ‘Leef je je mooiste, meest oprechte leven?’. Is nee je antwoord op die vraag, dan moet je aan de slag van haar. Hard aan de slag zelfs. Breek af wat er niet goed is en bouw de boel weer op met datgene waar je wél gelukkig van wordt.
Omarm de chaos
Om beter door te krijgen wat je doet om anderen een plezier te doen en waar je nou zelf gelukkig van wordt, staan er veel soul searching-vragen en schrijfoefeningen in de Zelfbevrijdingsgids. Door ze te beantwoorden tekent je eigen verhaal zich op papier af. Eerst schrijven, dan aan de slag. Een architect maakt ook eerst bouwtekeningen voordat hij een nieuw huis gaat bouwen, zegt Glennon Doyle. Je zult jezelf verbazen, belooft ze.
Je mooiste, meest oprechte leven komt stukje bij beetje tevoorschijn. En uiteindelijk ontdek je dat je je fantasie niet moet gebruiken om aan de realiteit te ontsnappen, maar om haar vorm te geven.
Volgens Kristin Neff is het de kunst om dat wat voor jou belangrijk is niet te reserveren voor me-time of overmorgen/komend weekend/de vakantie, maar het door je dagelijks leven te vlechten. Je moet je leven zó inrichten dat je in het hier en nu tevreden bent. Het werk dat je doet en wat je in je vrije tijd doet, staan dan in het teken van wat je echt belangrijk vindt: of het nu mentale ontwikkeling of gezondheid is, liefdevolle relaties, de kans om jezelf te ontwikkelen of iets bij te dragen aan de wereld om je heen. Al die dingen kunnen onderdeel zijn van je dagelijks leven in plaats van een vaag verlangen waar je later ooit nog eens iets mee wilt doen.
Als ik met die ogen naar mijn dagelijks leven kijk, doe ik het zo slecht nog niet. Zeker niet als ik met zelfcompassie kijk naar de verbeterpunten. Ik ben nog altijd te optimistisch over wat ik allemaal wil doen en de uren die in een dag zitten. Ik ben nog steeds geen ster in het aangeven van mijn grenzen. De tedere en krachtige zelfcompassie zijn nog niet helemaal in balans bij mij.
Maar ik doe tegelijkertijd veel dingen die ik oprecht leuk, belangrijk én waardevol vind. Uitstellen tot na mijn pensioen is nog nooit bij me opgekomen. In het nawoord van Krachtige zelfcompassie schrijft Neff de geruststellende woorden dat bij zelfcompassie ook het omarmen van de chaos van je leven hoort.
Balans is een illusie. Je hebt het even, maar vervolgens struikel je weer over iets. En nog eens. En nog eens. ‘Door te accepteren dat het leven rommelig en chaotisch is, heb ik meer aangekund dan ik ooit voor mogelijk had gehouden,’ schrijft ze. Daar sluit ik me van harte bij aan.
Lees meer
- Bente is eerlijk: moeten we écht alles uit het leven willen halen?
- Hoe zorg je dat je jezelf niet verliest in een relatie: vijf tips.
- Teleurstelling en pijn horen bij het leven: een pleidooi voor melancholie.
Tekst Beanca de Goede Fotografie Benjamin Wedemeyer/Unsplash.com
Gepubliceerd op 13 oktober 2022 Laatst bewerkt op 7 maart 2023