Een wereld zonder plastic is misschien wel ondenkbaar. Maar helpen die kleine beetjes zoals een papieren rietje? Of zijn er ook andere opties?
Tekst Roos van Hennekeler Fotografie Amy Lister/Unsplash
Gepubliceerd op 30 september 2024
De hoeveelheid afval die wij mensen produceren – vooral in de westerse wereld – is een gigantisch probleem. Neem plastic: de helft ervan wordt wereldwijd verwerkt in dingen die we maar één keer gebruiken, zoals frisdrankflessen. In 2021 werden in totaal zo’n 583 miljard flessen geproduceerd. Ondertussen duurt het zo’n 450 jaar voordat een plastic fles is afgebroken, en onvoorstelbare hoeveelheden plastic eindigen in onze oceanen.
Wereld zonder plastic?
Het kan moeilijk zijn om je tot al die informatie te verhouden. Moeten we streven naar een bestaan zonder plastic? Als zelfs een enkel plastic rietje twee eeuwen over de planeet kan zwerven voordat het afgebroken is, lijkt dat de enige optie. Maar helemaal plasticvrij leven is een puzzel, en niet iedereen heeft de tijd en de energie om die elke dag weer op te lossen. Aan de andere kant voelen kleine veranderingen – je tote bag meenemen naar de supermarkt, altijd een metalen rietje in je tas hebben, bij het bestellen van eten doorgeven dat je je eigen bestek gebruikt – soms wel erg klein in vergelijking met de omvang van het probleem.
Minder keuze is meer rust
Wat je volgens B.R. Pohl, auteur van het boek Sustainable living, minimalism and zero waste, het beste kunt doen als je je afvalproductie wilt verminderen, is eenvoudiger: minder consumeren. De metalen rietjes, de regenjas-gemaakt-van-gerecyclede-petflessen: onze goede bedoelingen kunnen soms ook verworden tot symbolen. Minder consumeren is minder zichtbaar als lifestylekeuze, maar je kunt er veel meer mee betekenen. Sta je op het punt iets te kopen, probeer je dan wat vaker af te vragen: heb ik dit echt nodig? Waar komt dit verlangen vandaan? Dat kan juist rust in je hoofd opleveren. En het hoeft echt niet perfect: het kan in rustige tijden beter gaan dan in drukke periodes. En voor sommige vormen van consumptie ben jij misschien gevoeliger dan voor andere. Maar door de tijd heen zul je een verschil gaan merken, denkt Pohl.
Hij schrijft over vrienden die van de stad naar het platteland verhuisden. Eerst was het even wennen dat de lokale winkel maar één soort appels had, maar al gauw vonden ze dat juist lekker overzichtelijk. Inmiddels vinden ze het gigantische aanbod in de stad en de eindeloze hoeveelheid smaken yoghurt in de supermarkt juist overweldigend. Het is dus maar net waar je aan gewend bent, en dat verandert op het moment dat je minder gaat consumeren. Daarvoor hoef je niet naar het platteland te verhuizen.