Tevredenheid, plezier en een betekenisvol leven: het zijn allemaal factoren die werden gemeten om te kijken hoe gelukkig we zijn in de EU. Welke landen staan er boven- en onderaan? En hoe komt dat?
Het welzijn binnen alle EU-lidstaten werd onder de loep genomen door Eurostat, het Europees bureau voor statistiek, door te kijken naar verschillende factoren. Van ons inkomen tot omgaan met emoties, het hebben van een ‘levensdoel’, onze educatie, werksituatie, sociale contacten en nog veel meer, volgens de richtlijnen voor het onderzoeken van welzijn van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Hier zijn ze happy (en hier wat minder)
Goed nieuws is dat heel de EU over het algemeen goed scoort op de geluksschaal. Gemiddeld scoorden alle landen een voldoende. Toch is er wel degelijk een contrast te zien; zo staat Oostenrijk op nummer één en is men in Duitsland en Bulgarije wat minder tevreden over het leven.
Opvallend is volgens de onderzoekers wel dat een laag inkomen niet per definitie tot minder levenstevredenheid leidt. Zo staan Roemenië en Polen, staten die minder welvarend zijn dan Westerse- en Noordelijke landen, op nummer twee en drie van de geluksschaal.
Daarna volgen Finland, België en Nederland. Opvallend is ook dat educatie wel een rol lijkt te spelen: hoe hoger opgeleid, hoe tevredener, suggereren de resultaten. Verder is men bijna even gelukkig in de stad als op het platteland en zijn in de meeste landen jongeren gelukkiger dan ouderen. Behalve in Nederland, Denemarken, Ierland, Zweden, Luxemburg en Finland; senioren zijn daar gelukkiger dan of even happy als jongeren.
Wat maakt dat Finnen happy zijn en Duitsers minder?
De hapiness index verduidelijk niet hoe het precies kan dat men in Oostenrijk zo content is, en in bijvoorbeeld Bulgarije minder, ook zijn over deze landen weinig andere data te vinden. Wel zijn er andere statistieken van OESO die aantonen dat Duitsland op veel gebieden lager scoort dan het op-een-paar-na-gelukkigste Finland. De Finnen beoordelen deze geluksfactoren (een stuk) hoger dan de Duitsers:
- De kwaliteit van hun sociale netwerk (het gevoel bij anderen terecht te kunnen)
- Democratie (vertrouwen in de overheid)
- Kwaliteit van de omgeving (groen, schone lucht)
- Eigen gezondheid (levensverwachting maar ook medische zorg in het land)
- Gevoel van veiligheid (’s avonds over straat kunnen)
Wat maakt nou (on)gelukkig?
Er zijn een heleboel uiteenlopende factoren die bepalen of iemand tevreden is met diens leven. Maar een van de belangrijkste lijken toch te zijn: vertrouwen en hoop (wat de Duitsers wellicht ook een lagere score oplevert, gezien de overheids- en economische situatie), een groene omgeving, iets (nieuws) leren, een gezonde werk-privébalans en sociale contacten.
Meer lezen
- Voor als gelukkig zijn niet vanzelf gaat: 20x dit kun je doen.
- Deze factor blijkt het belangrijkst voor een gelukkig leven.
- Een groene buurt houdt je (fysiek) langer jong, blijkt uit onderzoek.
Tekst Ruby Wijdenbosch Fotografie Getty Images
Gepubliceerd op 15 december 2023