We leven in een ‘tricky tussentijd’: zo ga je om met al die veranderingen

Tricky tijden

Als samenleving zitten we in een periode van grote transformatie, concludeert antropoloog Jitske Kramer. In haar boek Tricky tijden schrijft ze over wat er nodig is om het vertrouwde los te laten.

De tussentijd, zo noem je de periode waarin we nu als samenleving zitten. Hoe bedoel je dat?

“In de antropologie is bekend dat transformaties uit drie fases bestaan, met altijd hetzelfde patroon. Eerst is er de separatiefase, waarin je afscheid neemt van wat er was. Dan komt de liminale fase, een tussentijd waarin de werkelijkheid een soort van vloeibaar is. Tot slot is er de integratiefase. Daarin integreer je het geleerde in je leven, wat tot een nieuw evenwicht zal leiden waarin het weer rustiger is. De periode waarin alles wankelt wat normaal was, noem ik in mijn boek ‘the messy middle’. Je weet het even niet meer zo goed en zoekt naar hoe wel.

Je vindt die liminale fase – en de andere fases – niet alleen in samenlevingen, maar ook in ons persoonlijk leven en in de natuur. Eigenlijk is ieders leven een aaneenschakeling van verandering: periodes van relatieve rust worden altijd gevolgd door periodes waarin meer reuring is. Denk aan de puberteit. Maar je zit ook in een messy middle als je je baan kwijtraakt, je relatie voorbij is of als je een huis koopt. Je raakt je oude identiteit kwijt, worstelt met de nieuwe situatie en leert hier met vallen en opstaan mee om te gaan. Na verloop van tijd vind je je draai weer en keert de rust terug in je leven.”

Het voelt alsof we als samenleving al langer in zo’n tussentijd zitten.

“Wij mensen doen niet altijd wat goed voor ons is. We voelen wel op allerlei terreinen dat er verandering nodig is, maar dingen nu echt aanpakken en veranderen is lastig. Zeker als het om ons eigen gedrag gaat. Iemand kan er jaren over doen om de stap te zetten uit die vervelende relatie of stressvolle baan te stappen, en in de samenleving zien we een vergelijkbaar proces. De aarde warmt op, de leefstijl van veel mensen laat te wensen over, de armoedekloof groeit. Reden genoeg voor verandering. Maar mensen hebben de neiging de schuld te geven aan anderen, of laten zich verleiden door iemand die ze snelle oplossingen belooft. Intussen wordt het steeds duidelijker dat het anders moet, maar de meningen en emoties hierover schieten alle kanten op. Autoriteit, in welke vorm dan ook, trekken we in twijfel, gezag wordt ondermijnd, heilige huisjes en symbolen bespot. Was een stedentripje vroeger goed, nu voelen we vliegschaamte. Kun je nog genieten van een lekker stukje vlees of mag dat ook al niet meer? Het is een kwetsbare, zeer uitdagende periode waar we nu middenin zitten.”

Verandering zouden we toch moeten toejuichen?

“Zeker! De tussentijd is een periode van grote creativiteit. Het is een tijd waarin je over jezelf nadenkt en keuzes maakt die beter bij je passen. Ik ben ooit een jaar ziek thuis geweest. Dat was een confronterende periode, maar ik had het niet willen missen. Ik heb veel over mezelf geleerd. Een fase van verandering is allerminst makkelijk, maar wel noodzakelijk om tot nieuwe inzichten en gedrag te komen.”

In je boek noem je hierbij ook het belang van rituelen.

“Veranderen moet je niet zien als een probleem dat moet worden opgelost, maar als een onderdeel van het gewone leven. Tijdens zo’n periode is het belangrijk om rust te hebben: om tot jezelf te komen, twijfel toe te staan, los te komen van de dagelijkse sleur. Rituelen helpen om de overgang te maken van het dagelijks leven naar een moment waarop er tijd is voor een ander soort gesprek en contact. Als je met een groep een ritueel meemaakt, zorgt dat voor verbinding. Denk aan kerst met familie of vrienden, of een bruiloft. Eigenlijk zou je die rituelen ook vaker op samenlevings­niveau moeten hebben. Koningsdag is bij uitstek een moment waarop we even die verbinding voelen. Juist in deze tijd, waarin iedereen steeds zo op zichzelf is gericht, is dit belangrijk.”

Je boek heet Tricky tijden. Waarom tricky?

“Tijdens grote veranderingen zijn we vaak zoekend. En daarmee heel ontvankelijk voor mensen die zeggen dat ze weten wat goed voor ons is. Dat is tricky, want in deze kwetsbaarheid kunnen we makkelijk in de maling worden genomen. Bijvoorbeeld door influencers die ons dure onzinsupplementen aanbevelen. En als samenleving door mensen die de schuld van alle problemen bij bijvoorbeeld migranten leggen en snelle, eenvoudige oplossingen bieden die in de praktijk eigenlijk helemaal niet kunnen werken. Maar omdat we het zo graag willen geloven, om daarmee uit het ongemak te komen, trappen we erin. De trickster is een archetype dat in elke mythologie terugkomt. Een trickster speelt met de grens tussen waarheid en fantasie, van wat mag en wat niet mag.

Robin Hood is een voorbeeld: hij jat van de rijken om aan de armen te geven. De trickster is ambivalent, amoreel. In de mythologie zijn het figuren die voor opschudding zorgen en creativiteit brengen. Veel mensen spelen in het echte leven ook met de grenzen tussen waarheid en fantasie. Dat is fantastisch om tot nieuwe dingen te komen, maar lastig als je daardoor niet meer weet wat waar is en wat niet. Onze wereldleiders bijvoorbeeld gebruiken trickstertactieken door te zeggen ‘ergens geen actieve herinnering aan te hebben’ of door het verhaal belangrijker te maken dan de feiten. Ook steeds versnellen is een ‘trickster’: actie erin gooien, zodat er niet meer nagedacht en gevoeld kan worden. Het is erg tricky geen rust en ruimte te hebben, omdat je er dan niet aan toekomt echt na te denken over welke verandering nodig is.”

En het is goed om dat wel te doen?

“Ik ben optimistisch, maar ik besef ook dat grote veranderingen hand in hand gaan met keuzes maken die soms pijn kunnen doen. Transformeren betekent vaak ook afscheid nemen. Dat weet ik uit mijn eigen leven. Kinderen krijgen was een transformerende ervaring. Ik kon in het begin het zorgeloze leven van daarvoor echt missen. Ik moest wennen aan mijn moederschap, terwijl ik er ook van genoot. Het gaat erom dat we comfortabel worden met ongemak, met het voelen van verschillende emoties tegelijkertijd. Datzelfde geldt wanneer we als samenleving door transformaties gaan en crisissen proberen op te lossen. In de geschiedenis hebben we gezien dat beschavingen komen en gaan. Het zou arrogant zijn om te denken dat er nooit een einde kan komen aan die van ons. Ik maak me zorgen over hoeveel roofbouw onze levensstijl pleegt op de aarde, maar ook op onszelf en allerlei bevolkingsgroepen over de hele wereld. Als we dit willen veranderen, moeten we nieuwe wegen vinden, beter voor mensen en natuur, door moed, lef en liefde te tonen.

Mijn boek is een oproep om je niet gek te laten maken. Om morele keuzes te maken en in de spiegel te durven kijken. Dat is lastig. Voor ieder persoonlijk en voor de groep als geheel. We willen daarom graag een fijn nieuw verhaal waarin we kunnen geloven, een stip op de horizon, een wenkend perspectief. Maar de kern van een transformatie is dat we die gaandeweg zelf vorm moeten geven. Samen nieuwe wegen vinden omdat de oude doodlopen. In mijn boek gebruik ik het beeld van verdwaald zijn: je weet dat je niet terug kunt, maar hoe kom je er dan wel? Ik herken dat uit mijn persoonlijke leven. Om te leren wat je dan kunt doen, ben ik op verdwaalcursus geweest in Engeland.”

Wat leerde je daar?

“Technieken om de weg te vinden door te kijken naar bakens in de natuur, rivieren, windrichting, bomen. Het begint met accepteren dat je verdwaald bent. Dat is confronterend, want het betekent dat je van de gebaande paden moet afwijken om de weg te vinden. Het heeft geen zin om jezelf van alles te verwijten of anderen de schuld te geven. Het gaat erom dat je je oriënteert, zodat je weer weet waar je bent – en dan de tijd neemt te onderzoeken waar je naartoe moet gaan. Een mooie metafoor voor het leven. De situatie onder ogen komen, niet meer doen alsof het best wel goed gaat, en daarmee ruimte maken voor twijfel, vragen, kijken en luisteren.

Ik leerde dat je, nadat je hebt geaccepteerd dat je verdwaald bent, een kop thee moet zetten. Dat betekent: hout sprokkelen, water vinden, vuur maken. Simpele taken die je brein tot rust brengen. Iets vergelijkbaars kun je doen tijdens veranderingen. Beginnen met kleine stapjes. Letterlijk: vuur maken en theezetten. Als ritueel. Vuur geeft warmte. Ga er met vrienden en anderen omheen zitten, kop thee in je hand en vraag: wat nu? Pas als je hoofd tot rust is gekomen, kun je beginnen met een oplossing.”

Wie is Jitske Kramer?

Jitske Kramer (1973) is antropoloog en reist de wereld over om te leren van traditionele healers, innovators, leiders en willekeurige voorbijgangers. Culturele antropologie is de discipline die onderzoekt hoe mensen culturen vormen en hoe culturen mensen vormen. Over haar bevindingen schrijft Jitske Kramer boeken, geeft ze lezingen en mengt ze zich in het publieke debat.

Meer lezen

Interview Clementine van Wijngaarden  Fotografie Saurav S/Unsplash
Gepubliceerd op 29 april 2024

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN