Wind door je haren, wandelschoenen aan en struinen door de duinen. Karine Hoenderdos is een liefhebber van wandelen door de duinen. Maar waarom is dat uurtje buiten zijn zo belangrijk?
Tekst Karine Hoederdos Fotografie Alice Donovan Rouse/Unsplash
Gepubliceerd op 14 september 2024
Het is druilerig en het schemert nog een beetje als ik wakker word. Meteen denk ik aan alles wat ik vandaag nog moet doen. Ik krijg sterk de neiging om me weer om te draaien. Toch rol ik uit bed, trek een joggingbroek en trui aan en… stap op de fiets naar de duinen. Want inmiddels weet ik het wel: hoe drukker ik het heb, hoe belangrijker de natuur voor me is.
Dwalen door zanderige duinen
Dat doen de duinen nou altijd met mij. Ik ben echt dol op dit stuk prachtige Nederlandse natuur dat de zee scheidt van stad en polder. De duinen hebben alles in zich: stuivende toppen en groene dalen, ruige vlaktes en stille meertjes, Schotse hooglanders en konijnen, bloemen en bramen. Elke keer als ik er kom, ben ik gelukkig. Vooral als ik een hert spot.
De duinen zijn iedere keer weer anders. Om te beginnen door het weer natuurlijk: van grijze dreigende middagen tot heldere koude ochtenden. Maar nog het meest door de seizoenen. Ik ben verrukt als in de prille lente de eerste blaadjes te zien zijn of het walstro gaat bloeien in de zomer. Ik weet inmiddels precies op welke heuvel de herten ’s ochtends staan te grazen, ik ken de paden waar een hazelworm ligt te zonnen of het duinviooltje bloeit. Dankzij de duinen ken ik het ritme van de natuur.
Zoek de natuur op
De duinen zijn dus een zegen voor mijn hersenpan. Dat blijkt ook uit de wetenschap, zegt Rogier Hoenders, psychiater en oprichter van het Centrum Integrale Psychiatrie. “Regelmatig in de natuur zijn kan helpen bij angst, slaapproblemen en ADHD, is goed voor het geheugen, je aandacht en creativiteit, en gunstig bij depressie.
Al loop ik meestal in m’n eentje in de duinen, toch voel ik me er nooit alleen. Als ik het zou moeten omschrijven, dan voelt het alsof ik onderdeel ben van een groter geheel, iets wat heel vertrouwd voelt. Hoenders: “Dat is een mooie oergedachte. De moderne mens is vaak juist vervreemd. Van zichzelf: we zijn voortdurend op zoek naar zingeving en onze rol in de maatschappij. En tot slot zijn we van de natuur vervreemd. We zien haar als losstaand van onszelf, iets wat we bezitten en kunnen gebruiken. Dat is een illusie. We zijn niet los van de natuur, we zíjn natuur.”
Maar hoeveel natuur hebben we eigenlijk nodig per dag? Rogier Hoenders: “Iedereen is anders, maar uit onderzoek blijkt dat het optimaal is om één à twee uur per dag in de natuur te zijn. Er zijn maar weinig mensen in Nederland die dat halen. Gelukkig is ook uit onderzoek bekend dat een kwartier in het groen al een gunstig effect heeft.”