Diëten maakt niet gelukkig, weet journalist Fen Verstappen uit eigen ervaring. Dus luistert ze nu beter naar wat haar lichaam nodig heeft. Ook stoppen met diëten? Zo pakte Fen het aan.
Tekst Fen Verstappen Fotografie Frederique Smit/Unsplash
Gepubliceerd op 13 juli 2024
In Nederland hebben naar schatting tweehonderdduizend mensen een ‘officiële’ eetstoornis, waar anorexia nervosa en boulimia bijvoorbeeld onder vallen. Een enorm aantal waar een grote hoeveelheid leed achter schuilgaat. Toch, durf ik te stellen, is dit maar een klein en tastbaar topje van een grote ijsberg aan eetproblematiek waar je bij de dokter géén diagnose voor krijgt.
Eetgestoord gedrag, waar we geen etiket op plakken, dat we zelfs genormaliseerd hebben. Maar voor heel veel vrouwen een worsteling is die elke dag opnieuw bepaalt of ze zichzelf de moeite waard vinden. Of ze naar een etentje willen en seks willen hebben. Zich durven uit te spreken op hun werk, durven te dansen op een feestje en of ze een goede ouder kunnen zijn.
We vinden het normaal, maar is dat het ook?
Het kwalijke mes snijdt aan twee kanten: omdat het volgen van een dieet genormaliseerd is, is het lastig aan te voelen wanneer het voor jou persoonlijk problematische vormen aanneemt en wanneer je ermee moet stoppen. Omdat dat lastig is, draag je die ongezonde relatie met eten en je lichaam ook ongemerkt weer over op je vrienden, collega’s, kinderen. Het maakt dat we het normaal vinden: vrouwen die denigrerende opmerkingen over hun lichaam maken, pasta laten staan. Mensen die kilometers op de loopband staan om een onrealistische maat te conserveren, die elkaar complimentjes geven over een plotseling geslonken fysiek.
Een gezond gewicht en veilige relatie met je lijf
Wat heb je nodig? Precies die vraag stelden de Amerikaanse diëtisten Evelyn Tribole en Elyse Resch al in 1995 centraal in Intuitive eating: een boek met daarin een (schreven ze zelf) ‘revolutionaire’ anti-dieet-benadering. De methode herstelt op basis van wetenschappelijk onderzoek en klinische ervaring de intuïtieve relatie die je als kind met eten hebt, zodat je ook de getroebleerde relatie met je lichaam kunt herstellen.
De methode gaat uit van een ‘setpoint’ gewicht: dat is een natuurlijk gewicht waar een gezond lijf altijd op teruggrijpt, en dat past bij je (hormonale) leeftijd, je leefomstandigheden, je leefstijl en je eetvoorkeuren. Om dat gezonde gewicht, dat altijd een zekere marge heeft, te bereiken en duurzaam te behouden, is het belangrijk om de ‘veilige’ relatie met je lichaam te herstellen.
Stoppen met diëten: zo doe je dat
Dat doe je door radicaal afstand te nemen van de dieetcultuur, en weer te leren varen op honger- en verzadigingssignalen. In interactie met je omgeving, met alles wat zich daar aan eten, eetmomenten en eettradities aandient, stem je steeds zorgvuldig af wat je op dat moment nodig hebt en waar je je goed van gaat voelen. Ook als dat een dag voor je menstruatie een stuk chocola is. Door op deze manier zorgzaam te zijn voor je lijf, door het met mildheid te onderzoeken, te behandelen en door het uit principe niets te ontzeggen, kristalliseert zich een eetpatroon uit dat past bij wie jij bent.
Zacht bijsturen
De aanpak wordt overigens niet gepresenteerd als een oplossing waarmee je na een paar weken genezen bent van eetgestoord gedrag. Het is een levenslange oefening, waarbij je aftast wat je voelt en wat je voedt, en waarbij je jezelf met zachtheid bijstuurt als je merkt dat je terugvalt in ongezond gedrag. In Amerika wordt de eetmethode sinds de publicatie van het boek door diëtisten veel gebruikt, met succes. Ook in Nederland (en online) wint de aanpak op dit moment rap aan terrein. Diëthypes komen en gaan, maar dit leek me de enige strategie die echt tot de kern van het eetprobleem komt.
Intuïtief eten
De methode werd me aangereikt toen ik me bij een deskundige meldde. Ze bracht me in drie maanden de principes van het intuïtieve eten bij en coachte me met een wekelijkse sessie en veel oefeningen door de eerste gewenningsperiode heen. Er was aandacht voor zelfonderzoek: wat had het krampachtige dun zijn me altijd opgeleverd? Voor pseudo-educatie: wat was de relatie tussen mijn weinige eten en emoties? Hoe kon ik opnieuw leren voelen wanneer ik honger had en verzadigd was?
Ook focusten we op cognitieve gedragstherapie: welke overtuigingen over mijn lijf en eten zaten me in de weg, en hoe kon ik leren anders te denken? En één wezenlijke belofte: dat ik, afgezien van mijn vegetarisme, nooit meer een dieet zou volgen. Dat ik zou eten wanneer ik honger had en dat ik geen nare dingen meer over mijn lijf zou zeggen, vragen of denken. En dat ook van mijn omgeving zou verlangen. Zo zou ik me weer veilig voelen bij mijn lijf.
Over eten, over wat ik wel en niet in mijn mond stopte, hadden we het geen moment gehad.