Gelukkig zijn mag

Voor even klopt alles en voel je je gelukkig, en precies dan denk je ineens: wat als ik dit kwijtraak? Journalist Nina Siegal vraagt zich af waarom het soms zo lastig is het geluk te omarmen, en vooral: hoe we dat kunnen leren. Hieronder lees je een fragment uit het artikel van Flow 8.

Ik weet nog wanneer de gedachte voor het eerst in me opkwam. Ik was zestien en had een rood jasje waar ik helemaal weg van was. Het stond me goed, zat lekker en paste bij de stijl die ik wilde uitstralen. Kortom: het jasje maakte me ­gelukkig. En toen, binnen een week, was het weg. Geen idee hoe dat kon, want ik raak niet vaak iets kwijt. Het voelde daarom vreemd, en op de een of andere manier kwam ik tot de conclusie dat het jasje juist omdat ik er zo blij van werd was kwijtgeraakt.  De filosofie die ik in de loop der jaren ontwikkelde als gevolg van deze schijnbaar onbelangrijke gebeurtenis, groeide uit tot een persoonlijk bijgeloof: ik was ervan overtuigd dat ik nergens al te gehecht aan moest raken, omdat anders de kans groot zou zijn dat ik het kwijt zou raken. Later kwam daar een algemeen soort hechtingsangst bij. Als iets goed ging in mijn leven, werd ik nerveus en dacht ik: als ik nu te gelukkig word, staat me straks iets ergs te wachten. De laatste tijd wordt dat steeds sterker. Soms, als ik met mijn dochtertje van drie aan het spelen ben, denk ik hoe geweldig het is dat ik moeder ben van zo’n slim, mooi en lief kind. Maar dan slaat die bijgelovige gedachte toe: niet te gelukkig worden, anders gebeurt er iets rampzaligs.

In het artikel in Flow 8 ontdekt Nina dat ze niet de enige is die bang is om van geluksmomenten te genieten en geven schrijfster en hoogleraar Brené Brown en filosoof Franka Karsten uitleg waarom het soms zo lastig is om geluk te omarmen.

Beeld: Getty Images. Tekst: Nina Siegal

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN