Wat moet je eigenlijk met 712 foto’s van één vakantie, vraagt journalist Sjoukje van de Kolk zich af. Dat ene album van onze hele jeugd is ook prima.
Eigenlijk zijn we er ingetuind. Onze oeroude instincten uit de tijd dat we nog jagers en verzamelaars waren, sporen ons aan om te hamsteren. Spullen, eten en nu dus ook foto’s. Zo veel mogelijk in huis halen, want je weet maar nooit wat je morgen aantreft. “Biologisch gezien lopen we heel ver achter bij de technologische ontwikkelingen van deze tijd,” verklaart Els Jacobs, die cultureel antropoloog is en professional organizer bij De HuishoudCoach. “Dat hamstergedrag en die verzameldrang zitten gewoon in onze genen, dat zie je terug in alle culturen en in alle tijden.”
Onze genen weten nog niet dat we in tijden van overvloed leven. Waarin het helemaal niet erg is om dingen aan je voorbij te laten gaan. De technologie doet er nog een schepje bovenop, waardoor we niet alleen te maken hebben met grote hoeveelheden, maar ook met steeds grotere snelheden. Waar je vroeger een rolletje had van 24 of (dat was al veel) 36 foto’s, je zorgvuldig afwoog wat je wel of niet vastlegde, het ontwikkelen een week duurde (en geld kostte) en je moest wachten op het resultaat, volstaat nu een druk op de knop. En terwijl er vroeger alleen gefotografeerd werd op de hoogtepunten van het leven, leggen we nu álles vast.

“Voor een van mijn boeken heb ik foto’s gezocht van huishoudelijk werk tussen 1900 en 1960,” zegt Jacobs. “Die zijn heel moeilijk te vinden. De alledaagse taferelen waar we nu zo dol op zijn, die zette je vroeger niet op de foto. Toen waren het alleen verjaardagen, de eerste schooldag, het halen van je zwemdiploma en dat soort dingen. En de foto’s van de schoolfotograaf. In deze tijd gaat het er juist om dat je foto’s maakt van hoe het leven écht is. Al die facetten en situaties willen we vooral niet vergeten, en dus leggen we ze vast.”
Geen wonder dat we maar foto’s blijven nemen. Vooral van ons eigen nageslacht. Alle acties van onze kinderen lijken zó leuk en uniek, dat we ze willen vastleggen. En we willen niet één foto van het uitblazen van de kaarsjes op de taart, nee, we maken er dertig. Vanuit alle perspectieven en standen, en vooruit dan, nog eentje extra omdat hij nu zo leuk lacht. Dat we tegenwoordig minder kinderen hebben, heeft er volgens Jacobs ook mee te maken.
“Dat ene kind dat je hebt, of die twee, die zijn zó bijzonder dat je er echt niets van wilt missen. Zelf heb ik na de geboorte van mijn tweeling, vlak voor het digitalefototijdperk, de eerste jaren in een soort waas geleefd en nauwelijks foto’s gemaakt. En nu denk ik soms: hoe zagen ze er eigenlijk uit toen ze baby waren? Ik kan me voorstellen dat je nu, als je het heel erg druk hebt, denkt: laat ik het maar op de foto zetten, dan kan ik later nog zien hoe het was.”
- Lees verder over onze overvloed aan foto’s in het Flow Vakantieboek 2018.
Tekst Sjoukje van de Kolk Fotografie ©Laura Stolf/Stocksy United