Vaak zien we pas wat een boom voor ons betekent als ie weg is. Zonde. Want dit kunnen bomen (vol blad of gewoon kaal) voor je betekenen.
Tekst Jocelyn de Kwant Fotografie Harry Cunningham/Unsplash
Gepubliceerd op 11 juli 2024
Vorig najaar werd de boom voor mijn raam opeens flink gesnoeid en waren alle takken weg. Ik wist niet dat je een boom kon missen als een vriend, maar toch was het zo. Het voelde alsof me iets was afgenomen. Een wilg groeit razendsnel, dus in de zomer waren de wuivende takken gelukkig weer terug. Dat had iets heel geruststellends. Die boom die altijd maar groeit, ook als ik het niet zie. Met het zacht ruisen van de takken dat lijkt te zeggen: rustig maar, ik ben er nog.
“Vaak realiseren we ons pas wat een boom voor ons betekent als hij wordt gekapt,” zegt Eefje Ludwig. Als fotograaf maakte ze een project over mensen en ‘hun’ iep. Ze fotografeerde de bomen waar mensen een speciale band mee hebben. Zoals de oude vrouw met de iep in het park waar ze altijd samen met haar moeder wandelde. Haar moeder is overleden, maar de iep is er nog. “Deze vrouw vindt veel troost bij deze boom. De band die je met een boom kunt hebben, kan heel intens zijn. Het kan echt je anker zijn. Want wat er ook met jou gebeurt, die boom is er altijd.”
Mentale opknapper
De boom als anker dus. Maar ook: de boom als medicijn. Ludwig is naast fotograaf ook gecertificeerd bosbadgids. Bosbaden is overgewaaid uit Japan en gaat uit van de helende en herstellende werking van de natuur op de mens. Al dik tien jaar buitelen onderzoekers over elkaar heen met nieuw bewijs van de positieve effecten van de natuur op ons welzijn. De geuren, de kleuren, de zich steeds herhalende vormen in verschillende groottes (fractale patronen): we komen ervan tot rust en knappen er mentaal van op. Vijftien minuten staren naar een kale winterse boom verbetert je stemming al, blijkt uit Pools onderzoek.
Toch zijn we het contact met de natuur een beetje kwijtgeraakt, zegt Ludwig: “Onze relatie is heel afstandelijk geworden.” Bij een bosbadwandeling nodigt ze haar deelnemers uit om al hun zintuigen te gebruiken in het bos. Ga eens bij een boom staan en luister naar al het leven. Merk op dat je ook de wind hoort. Ruik de geuren. Voel met je vingers de stam. En, zegt Ludwig, leg ook je wang even tegen de boom. “In eerste instantie klinkt dat misschien zweverig, maar eigenlijk is het juist heel aards. Een boom is in de lente hard aan het werk en als je je oor op de boom legt, kun je de sapstromen horen. Het is een levend wezen, net als jij. Op het moment dat je dat echt beseft, kijk je er heel anders naar.”
Schuilplaats
Ik kijk naar de boom voor mijn raam. Wat weet ik eigenlijk van hem? Het is een jonge boom, een schietwilg. De tuinman zaagde een paar jaar geleden stiekem een dikke tak van een wilg langs het spoor en zette ’m in een bak water om te wortelen. Een half jaar later plantte hij de boom in onze binnentuin als experiment. De tuinman was zelf ook verbaasd dat uit de dikke tak zo’n sterke boom kon groeien. En nu adem ik zijn zuurstof en brengen zijn wuivende takken me tot rust. Met zijn bladerdek beschermt hij de grond tegen uitdroging in de zomer. Met zijn wortels neemt hij overtollig regenwater op. In april bloeit de boom met gele katjes, en dat is – zo leer ik – de belangrijkste voedselbron voor wilde bijen.
Bomen zijn schuilplaatsen, voederplekken en kraamkamers voor honderden grote en kleine dieren, van insecten tot vogels. Is deze wilg dat ook? Is hij inmiddels al ondergronds samenwerkingen aangegaan, of is hij daar nog te jong voor? Hoeveel bijen hebben al van zijn nectar gedronken?
Er is een merel op een van de takken gaan zitten. Hij kijkt me aan. Ik sta op van mijn bureau, ga de trap af en loop de deur door naar de binnentuin. lk leg mijn hand op de ruwe stam van de wilg. Ik kijk even snel om me heen of ik alleen ben en buig naar de boom toe om mijn wang ertegenaan te leggen. Ik ruik de aardse geuren van de bast. Uiteindelijk sla ik ook mijn armen om de stam en doe mijn ogen dicht. Hallo boom, leuk je te ontmoeten. Ik denk aan de woorden van tv-schilder Bob Ross: “There is nothing wrong in having a tree as a friend.”