Wil je graag een nieuw boek lezen, maar weet je even niet welke? Dichter Ellen Deckwitz (1982) deelt haar favorieten boeken met Flow.
Interview Liddie Austin Fotografie Danique van Kesteren
Gepubliceerd op 4 januari 2025
Ellen Deckwitz komt uit een familie voor wie het door hun oorlogstrauma’s vaak alleen overleven was, zij wil méér. “Boeken zijn daarbij heel behulpzaam. Voor mij zijn het lifehacks om andere mensen te begrijpen. Of om me op ideeën te brengen die ik soms al had, maar nog niet onder woorden had gebracht. En natuurlijk zijn boeken ook escapisme. Lezen, en dan vooral poëzie, is ook mijn narcoticum van keuze.” Op moeilijke momenten kan poëzie het verschil maken, weet ze. “Als ik me slecht voel, pak ik een bundel uit de kast of open ik het enorme bestand op mijn computer waarin ik mijn lievelingsgedichten aller tijden heb opgeslagen.”
1. De Bijbel
“Ik zat op een streng protestantse basisschool. Thuis deden we niks aan geloof, dus op die school kwam ik in een andere wereld terecht. Elke dag begonnen we met een uur Bijbelles en op vrijdag deden we een Bijbelquiz. Het was heftig, maar ik leerde daardoor wel hoe belangrijk verhalen zijn. Ik leerde over de kracht van metaforen, want Jezus was natuurlijk een metaforen-eindbaas. Daar heb ik bij het schrijven nu voordeel van. De Bijbel is geen zelfgekozen boek van mijn leven, maar wel fundamenteel.”
2. Niets bijzonders
“Totdat de Amerikaanse Charlotte Joko Beck een jaar of veertig, vijftig was, leidde ze een seculier leven. Ze was secretaresse en had er lol in om haar lipstick af te stemmen op de kleur van haar schoenen. Op een gegeven moment wilde ze haar bewustzijn verdiepen en ging ze fanatiek aan de slag met het zenboeddhisme. Ik heb de neiging om veel te piekeren, dan vraag ik me bijvoorbeeld af of ik tijdens een gesprek met iemand niet onaardig was. Een van Becks leerlingen in haar boek heeft dat probleem ook. Beck vraagt dan: ‘Waar is die persoon over wie je piekert?’ Geen idee, antwoordt de leerling. ‘Niet hier.’ Precies. Niets bijzonders heeft mijn denken gevormd en me rust gegeven.”
3. Arthur – Koning voor eens en altijd
“T.H. White schreef zijn versie van het klassieke verhaal van koning Arthur vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en dat merk je. In het eerste deel is Arthur kind, met tovenaar Merlijn als een soort grappige gekke oom. Hij laat Arthur kennismaken met het dierenrijk en toont hem hoe alles met elkaar verbonden is. In de volgende drie delen wordt het verhaal steeds grimmiger. Arthur wordt volwassen, er komt oorlog, mensen verraden elkaar. Maar de compassie blijft: mensen zijn nu eenmaal zoals ze zijn. Dit is een boek vol levenswijsheden.
4. Prozac Nation
“Ik heb een aanleg voor somberheid. Dat zit ook heel erg in de familie. Ik vond altijd dat je het in het leven op eigen kracht moest doen. Medicatie was voor kneuzen. Mijn grootouders hadden in Japanse interneringskampen gezeten, nu was het mijn beurt om te lijden. Dat hoorde er kennelijk bij. En toen las ik dit boek, rond mijn 26e. Elizabeth Wurtzel beschrijft hoe ze het psychisch moeilijk heeft en zich eerst op de been probeert te houden zonder medicatie. Daar herkende ik veel in. Omdat in dit boek ook schaamteloos eerlijk wordt gesproken over de nadelen van prozac, durfde ik het aan om het gebruik daarvan te overwegen.
5. Domweg gelukkig, in de Dapperstraat
“Via dit boek maakte ik kennis met de sterren van de Nederlandse dichtkunst. Ik heb het letterlijk stukgelezen, het is mijn basiskit van poëziekennis. Ik ontdekte dat veel gedichten beschrijven dat we het grootste deel van de dag maar aan het gokken zijn. We stellen onszelf vragen: hoe moet ik me tot die en die persoon verhouden? Waarom negeren zo veel mensen onze kwetsbaarheid? Poëzie gaat daar gewoon in mee en probeert je niet te bedwelmen met stelligheid zoals columns, mensen op X en politici dat doen. Je wéét het antwoord op die vragen niet. Maar je moet het er wel over hebben, om uit te vinden hoe je je tot die afwezigheid van antwoorden moet verhouden.”
Vragen aan Ellen Deckwitz
Nu op het nachtkastje?
“Voor de podcast Boeken FM herlees ik Tolstojs Anna Karenina. En er ligt altijd een stapel poëzie naast mijn bed.”
Favoriete leesplek?
“Mijn bank! En in de trein. Ik reis veel en dat is: instappen, bouwvakkersoordoppen indoen en m’n e-reader pakken.”
Schaamboek in de kast?
“Nevelen van Avalon van Marion Zimmer Bradley. Ik las al jong en vond het fantastisch: het Arthurverhaal maar dan vanuit vrouwen verteld. Toen ik het herlas als volwassene, zag ik dat het
toch vooral een kasteelsoap is. Bovendien bleek dat Zimmer Bradley haar kinderen jarenlang seksueel misbruikte. Nu kan ik het zelfs niet meer als guilty pleasure lezen.”
Boekenlegger of ezelsoor?
“Vooral ezelsoor. Ik schrijf ook in de kantlijn van boeken. Als ik citaten uit e-boeken wil onthouden, maak ik foto’s met mijn telefoon, met mijn vinger bij de betreffende passage. Heel knullig. Er móét een betere manier zijn.”