Als je erop gaat letten, zie je ze opeens overal: minituintjes om bomen of lantaarnpalen heen. Guerilla gardening is helemaal happening. Zo begin je ermee.
Waar begin je als je zelf een guerrillatuin wilt aanleggen? “Met de plek,” zegt Joëlle Baijer van Guerrilla Gardeners. “Juist de openbare ruimte in de bebouwde omgeving leent zich voor een guerrillatuin. Natuurgebieden met een eigen ecosysteem wil je niet verstoren.”
Kijk eens rond in je directe omgeving naar de plek om bomen heen (de boomspiegels), een loos stuk grond op een rotonde, een kale berm of braakliggend terrein.
Ben je enthousiast en wil je een groter stuk beplanten zoals een talud, overleg dan met de gemeente of je het met wat mensen kunt adopteren. Wil je van een bramenwildernis een omfietstuin maken, dan krijg je daar misschien zelfs subsidie voor.
Soort planten
Kies vervolgens voor biologische, inheemse planten: daar zijn de insecten in dat gebied aan gewend en ook op afgestemd. Let erop dat er het hele jaar iets bloeit, zodat ook de eerste insecten – die in februari en maart uit hun winterslaap komen – meteen iets te eten hebben.
Baijer: “Een wilde hyacint of maarts viooltje zijn daar bijvoorbeeld heel geschikt voor. En laat paardenbloemen staan, die zijn belangrijk voor insecten.”
Meer lezen
- Voor een minituintje is altijd plek: zo maak je een ‘boomspiegeltuin’.
- De opmars van de guerrillatuin: ‘Straattuinieren zorgt voor sociale cohesie.’
- Heb je geen tuin? Met guerrilla gardening kun je toch (openbaar) tuinieren.
Tekst Suzanne de Boer Fotografie Abhishek Koli/Unsplash
Gepubliceerd op 17 april 2024