Niet vliegen maar lezen: deze 5 boeken zijn Sacha Bronwasser bijgebleven

Auteur Sacha Bronwasser heeft zich voorgenomen niet meer te vliegen, maar dat vindt ze niet erg: ze kan lezen. Vijf boeken die haar zijn bijgebleven. 

Interview Liddie Austin  Fotografie Danique van Kesteren
Gepubliceerd op 25 juni 2024

“Lezen is voor mij heel klassiek: kennismaken met een wereld die je nog niet kent. Ik lees daarom ook graag over mensen die niet op mij lijken en werkelijkheden zoals ze niet per se hoeven te zijn.”

Naast schrijver is Bronwasser kijker: ze schreef jarenlang over beeldende kunst. “Ik kon niet goed kiezen tussen de letteren en de beeldende kunst: ik heb ze allebei even lief. Ik schreef altijd over moderne kunst. Die zegt iets over de tijd waarin we leven. Dat is lastig analyseren, omdat je die vaak pas snapt als je er wat afstand van hebt genomen. Een kunstenaar probeert de tijd te begrijpen, maar het is zijn of haar poging, waardoor de ander echt z’n best moet doen. Maar al doende wordt je wereld wel groter. Dat geldt ook voor de boeken die ik graag lees: het hoeft bij mij niet makkelijk naar binnen te gaan.”

De toverberg – Thomas Mann

“Hier ben ik als twintiger een keer in begonnen, maar toen vond ik er niks aan. Mooi geschreven, maar saai, traag, er gebeurde niks. Een jaar of twaalf geleden was ik ziek en moest ik maandenlang rust houden. Ik ben weer aan De toverberg begonnen en bleek er in de juiste stemming voor te zijn. De delen waarin wijsneuzige mannen eindeloos over politiek praten, blijven verschrikkelijk, maar er zitten ook onvergetelijke stukken in. Het verhaal speelt zich in een sanatorium in de bergen af. De scène waarin de hoofdpersoon Hans Castorp in een sneeuwstorm verdwaalt, is een van de mooiste die ik ooit heb gelezen – heel bedreigend en heel verleidelijk. Ook mooi: een medepatiënt op wie Hans verliefd is, geeft hem als ze even naar huis mag als aandenken een röntgenfoto van haar aangedane longen. Dat is toch romantisch?”

De opwindvogelkronieken – Haruki Murakami

“Het eerste boek dat ik van Murakami las maakte veel indruk op me, vooral door de manier waarop hij het verhaal binnenvalt. Een man staat spaghetti te koken terwijl hij meefluit met de ouverture van een opera van Rossini. Hij is werkloos, lanterfant een beetje – zoals al Murakami’s hoofdpersonen. De telefoon gaat: het is een vrouw die zonder introductie een vreemde vraag stelt. En meteen is het heel erg mysterieus, gewoon in een rijtjeshuis bij een gewone man.

Zo gaat het altijd bij Murakami, weet ik nu ik veel van hem heb gelezen. Mensen stappen uit de lift en blijken op een tussen­verdieping te zijn beland. Ze stappen op de snelweg uit de auto omdat er een file is, en dan is er ineens een rare trap en komen ze in een andere dimensie terecht. Op een bepaald punt denk je wel: heb je weer een tunnel. Het is een maniertje, maar in De opwindvogelkronieken kwam ik het voor het eerst tegen en vond ik het een ontdekking.”

Het hart is een eenzame jager – Carson McCullers

“Toen ik dit boek een jaar of zeven geleden voor het eerst las, wist ik niet dat het in 1940 is geschreven. Je merkt het niet: het verhaal speelt zich af in het gesegregeerde zuiden van de ­Verenigde Staten, eind jaren dertig, maar het taalgebruik is heel fris. De hoofdpersoon is John Singer, een doofstomme man. Hij woont in een stadje waarvan we ook een aantal andere bewoners goed leren kennen: een melancholieke bareigenaar, een jongensachtig meisje – Carson zelf toen ze jong was – dat droomt van een carrière in de muziek, maar door geldgebrek uiteindelijk een baantje in een winkel moet nemen, een idealist zonder volgelingen. En een zwarte arts neemt de lezer mee naar ongelooflijk treurige buurten waar de mensen maar niet uit de ellende komen. Deze buitenbeentjes worden met elkaar verbonden door het meisje en Singer, een tragische figuur. Het boek gaat over mensen die niks met mij te maken hebben, maar om wie ik toch ben gaan geven.”

Kentering van een huwelijk – Sándor Márai

“Simpel gezegd: Kentering van een huwelijk gaat over een stukgelopen huwelijk in de haute bourgeoisie dat vanuit drie perspectieven beschreven wordt. Eerst vertelt de zeer teleurgestelde vrouw haar versie van het verhaal terwijl ze met iemand een taartje eet in een taartjeswinkel in Boedapest. Daarna komt haar man aan het woord. Ze verloren een kind, vertelt hij in een café aan een vriend, en daarna ging hij ervandoor met het beeldschone, straatarme dienstmeisje. Het laatste deel, en dat is het leukste, wordt door dat dienstmeisje verteld. Zij is inmiddels op leeftijd en van die man af, en geeft een genadeloze inkijk in het milieu waar het stel in leefde. Haarscherp beschrijft ze hun absurde gewoontes, hoe ze zijn gehecht aan al hun spullen. Dit boek was ook als schrijver belangrijk voor mij. Ik leerde dat een situatie heel anders kan worden als je ’m vanuit een ander perspectief beschrijft.”

De jaren – Annie Ernaux

“Ik las De jaren toen ik al een eind op streek was met Luister, mijn roman die zich afspeelt in het Parijs van de jaren tachtig. Het was erg leuk om Annie Ernaux’ versie van die tijd te lezen. Ze beschrijft haar leven als Franse vrouw van de generatie van mijn moeder, maar het is ook heel erg een West-Europese geschiedenis. Wat ik zo goed vond aan dit boek is dat het heel persoonlijk is, terwijl er geen ‘ik’ in voorkomt. Ernaux laat het persoonlijke en het maatschappelijke naadloos in elkaar overvloeien. Ze zet het stadium waar haar leven zich in bevindt, de gewoontes die ze heeft of aflegt, de kleren die ze draagt, tegenover de grote wereldgebeurtenissen die onverstoorbaar doorgaan. Zo is het natuurlijk ook: je leeft niet in het nieuws, je leeft je leven.”

Meer lezen

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN