Steeds meer mensen ontdekken dat tuinieren helpt om ruimte in het hoofd te krijgen. En de tuin leert je dat er ook altijd dingen zijn die níét goed gaan, zegt de Britse psychiater Sue Stuart-Smith.
Zorgen voor je tuin is zorgen voor je geest, zegt u in uw boek.
“Dat is zeker zo. Er zijn veel uiteenlopende manieren waarop je kunt zorgen voor je geest, maar dit is een heel krachtige. Als we tuinieren, gebeuren er namelijk dingen op verschillende niveaus. Aan de ene kant zijn de activiteiten die we in de tuin doen intrinsiek mindful. Je werkt met je handen, net als wanneer je aan het koken bent of iets creatiefs doet. Dit soort activiteiten geeft je focus, waardoor het makkelijker is om in een flow te raken.
Tegelijkertijd kan de geest ook ontspannen en daardoor kunnen er ideeën opborrelen die misschien al een tijdje onbewust aanwezig waren. Of gedachten komen ineens samen, waardoor er iets nieuws ontstaat. Zonder dat je er je best voor hoeft te doen of het bewust aan het proberen bent, bekijkt je brein de dingen van verschillende kanten of geeft ze een plek. Hoe meer je je onderdompelt in het werken met je handen, hoe meer ruimte je krijgt in je hoofd om gedachten en gevoelens uit te zoeken en te verwerken.”
Heeft in de natuur zijn, zoals wandelen in het bos, dezelfde effecten?
“Een tuin is een omgeving waarin we ons veilig voelen. Dat speelt een grote rol, want daarin kun je dit soort dingen ook laten gebeuren. Traditioneel waren er in Engeland veel ommuurde tuinen, om bewoners te beschermen tegen wilde dieren. Maar zo’n afgesloten plek biedt ook bescherming voor de geest, waardoor je meer aandacht kunt geven aan hoe je je voelt.
In de natuur moet je altijd wel een beetje op je hoede zijn, een deel van je brein staat enigszins in de alarmstand. Dat gevoel gaat ver terug en stamt uit de tijd dat we nog jagers en verzamelaars waren. Het voordeel van de tuin is dat je alarm er helemaal uit kan staan. De grote ommuurde tuinen die je bij veel landhuizen hier in Engeland ziet, zijn vaak zo’n goede therapeutische omgeving voor ons omdat je fysiek op allerlei manieren beschermd wordt.”
Heeft tuinieren ook invloed op je stresslevel?
“Bewegen, buiten zijn, de zon op je gezicht en je handen in de aarde: dat verlaagt alleen al op fysiek niveau je stresslevel. Bovendien geeft tuinieren je even een pauze in je drukke leven waarin je constant wordt afgeleid. Vóór de pandemie dachten veel mensen dat ze geen tijd hadden om te tuinieren. Nu hebben ze die tijd wel, en merken ze ook hoezeer het helpt om te ontspannen als je gestrest bent. Ik hoop dat mensen er straks meer tijd voor blijven maken, in plaats van tuinieren te zien als nóg een klus die gedaan moet worden.
Ik moet je eerlijk zeggen dat ik mijn tuin ook lang gezien heb als een deel van het huishouden dat ik buiten moest doen. Toen ik net een tuin had, was ik de hele tijd bezig om te kijken welke klussen er nog allemaal gedaan moesten worden. Die moest ik van mezelf dan ook echt doen, waardoor het niet lukte om gewoon te zíjn in de tuin en met de natuur, en ik weer een gevoel van stress kreeg.”
Waardoor werd dat gevoel minder?
“Door te accepteren dat het niet allemaal perfect gaat. De tuin leert je dat dat ook niet kan, want de natuur gaat haar eigen gang en je hebt niet overal controle over. Als je dat toch probeert, als je wilt dat het er op een bepaalde manier uitziet en dat lukt niet, kun je je slecht of mislukt voelen. Dus het is goed om te beseffen dat er zo veel gebeurt in de tuin, dat het nagenoeg onvermijdelijk is dat sommige dingen niet goed zullen gaan. Sommige planten krijgen bloemen, andere zullen doodgaan. Je zult altijd een balans moeten vinden tussen dingen die goed gaan en dingen die niet goed gaan, net zoals in het leven. De tuin helpt je om dat te accepteren.”
Waarom is tuinieren zo goed in situaties van verlies?
“Dat komt doordat werken in de tuin je een soort houvast geeft voor de toekomst. Het geeft je een simpele, maar krachtige manier om iets in beweging te zetten. Door zaadjes te planten kijk je vooruit en krijg je weer perspectief. Ik weet niet of het in Nederland ook zo was, maar hier werden aan het begin van de eerste lockdown enorm veel zaden gekocht. Het was natuurlijk ook voorjaar, maar de verkoop was zo veel hoger dan normaal dat de voorraden opraakten.
Ik denk dat iedereen aan het begin van die rare tijd te maken kreeg met elementen van trauma en verlies. Onze manier van leven veranderde totaal – er waren zorgen over je eigen gezondheid of die van anderen, en er was angst en bezorgdheid over de toekomst. Tuinieren bood een manier om uit te kijken naar een normale toekomst. Er waren geen vakanties of andere leuke dingen. Maar wat wél kon, was je verheugen op wat er in de tuin opkwam aan planten en bloemen.”
Het geeft je het idee: ondanks alles gaat het leven wel gewoon door.
“Precies. Op een heel simpele en basic manier geeft tuinieren je iets om naar uit te kijken. En het biedt ook een gevoel van continuïteit. Dat het ene seizoen altijd volgt op het andere, dat dat altijd doorgaat. Veel mensen die tuinieren, kunnen je vertellen dat ze in de herfst al gaan nadenken over het volgende voorjaar. Dat geeft je dat gevoel van hoop en verwachting. Ook wordt de aanmaak van dopamine gestimuleerd, een neurotransmitter die zorgt voor motivatie en ons in beweging laat komen. Die dopamine geeft nieuwe energie en helpt daardoor in situaties van depressie.
Ik heb zelf een periode gehad waarin ik overwerkt en heel gestrest was, het lukte me maar niet om mijn energie terug te krijgen. In het voorjaar begon ik toch weer in de tuin te werken. Je kunt dat ook niet blijven uitstellen, anders is het voor sommige dingen te laat. Dat hielp me om uit mijn lethargische staat te komen. Het gaf me een gevoel van voldoening: je hebt iets in beweging gezet, je hoopt dat het gaat groeien. En dat trekt je de toekomst in.”
Centraal in uw boek staat de uitspraak van Voltaire: ‘Il faut cultiver notre jardin’ (je moet je tuin onderhouden).
“Hiermee wil ik aangeven hoe ontzettend belangrijk het is dat we onze omgeving en de aarde koesteren en verzorgen. Voltaire bedoelde dit citaat uit zijn roman Candide letterlijk, maar ook als een metafoor. Hij was zeer betrokken bij zijn tuin, plantte veel bomen en investeerde zo in de toekomst. Maar je tuin onderhouden stond voor hem ook voor zorgzaam in het leven staan; door zorgvuldig om te gaan met je omgeving en de mensen om je heen. En te investeren in de toekomst in plaats van kortetermijnpleziertjes en snelle resultaten na te jagen. Ik zie hier een relatie met de klimaatcrisis. Want het verlies van die mentaliteit, die houding van zorgzaamheid, is wat ons in deze crisis heeft gestort. We zien de aarde als iets wat uitgebuit kan worden in plaats van iets om te koesteren en voor te zorgen.”
De tuin leert ons ook een andere opvatting van tijd, zegt u in uw boek.
“Ja, we zijn gewend aan de lineaire tijdsopvatting, waarin tijd wordt gezien als een opeenvolging van gebeurtenissen die leiden naar een doel. Maar in de tuin leer je dat de tijd ook een cyclus is en dat geeft rust. Lineaire tijd zet ons er juist toe aan om alles te willen maximaliseren. We kijken constant hoeveel we kunnen proppen in een beperkte hoeveel tijd om het volgende doel te behalen, waardoor angst om te mislukken op de loer ligt.
Natuurlijk hebben we in onze huidige levens te dealen met lineaire tijd, maar ik denk dat het goed is om je ook bewust te zijn van het cyclische aspect van tijd. Cyclische tijd gaat uit van herhaling, van de eeuwige terugkeer van dingen. Net zoals in de natuur. Mensen zijn daar onderdeel van, net als de blaadjes aan een boom. We hebben ons moment, we bloeien en dan gaan we terug naar de aarde en waar we vandaan kwamen.”
Wat doe je als je geen tuin hebt?
“Probeer zo veel mogelijk tijd in de natuur door te brengen. Dat kan uiteraard ook een parkje in je buurt zijn. En sta jezelf dan toe om echt volledig aanwezig te zijn en je met al je zintuigen te verbinden met de plek waar je bent. Dus ga niet wandelen met je koptelefoon op, dan mis je zo veel. En je kunt natuurlijk planten in potten houden, binnen of buiten, en bloembakken met kruiden of bloemen. Ook dat is tuinieren.
Een mooie ontwikkeling vind ik ook dat er in veel steden gemeenschappelijke tuinen ontstaan. Bewegingen als Guerilla Gardening of Incredible Edible toveren braakliggende stukjes grond en vergeten hoekjes in de stad om tot kleine tuintjes. Hier in Engeland zijn er ook projecten waarbij mensen die niet meer voor hun tuin kunnen zorgen, gekoppeld worden aan mensen die dat wel kunnen en willen. Er zijn gelukkig heel veel manieren om met groen in je omgeving in aanraking te komen, en te profiteren van al het goeds dat het je biedt.”
Sue Stuart-Smith
Sue Stuart-Smith is een Britse psychiater en psychotherapeut. Haar boek Tuinieren voor de geest (De Bezige Bij) gaat over de relatie tussen tuinieren en geestelijke gezondheid. Ze heeft met haar man, tuinontwerper Tom Stuart-Smith, een grote tuin in Hertfordshire, Engeland.
Meer lezen
- Tuinieren voor de geest, Sue Stuart-Smith (De Bezige Bij).
- We gaven al eerder 4 levenslessen uit de tuin.
- 10 haalbare tips voor kleine tuinen en balkons.
Interview Sjoukje van de Kolk Fotografie Beetjehome
Gepubliceerd op 10 maart 2021, laatst bewerkt op 21 mei 2024