Bente ziet af tijdens een trektocht in Noorwegen: ‘We huilen hier heel wat af met zijn allen’

trektocht in noorwegen

Wat doe je als je leven anders loopt dan verwacht? Flow’s online editor Bente van de Wouw bewandelt nieuwe paden. Zonder routekaart, met twijfels. Deze keer: Bente ziet af tijdens een trektocht in Noorwegen.

Om hem te kunnen bellen, moet ik een hoge berg opklimmen. Als ik de top bereik, houd ik mijn telefoon in de lucht. Hoera: drie streepjes. Na vier dagen radiostilte van mijn kant heb ik eindelijk bereik. Ik heb geen idee waar ik precies ben in het Nationaal Park Hardangervidda in Noorwegen, want Google Maps doet het niet.

Hoewel het hartje zomer is, zijn mijn handen stijf van de kou. Het regent onophoudelijk, al vier dagen lang. En omdat ik op dag één al in de rivier kukelde, krijg ik mijn schoenen en voeten niet meer droog. Ik zit boven de boomgrens, wat inhoudt dat er nergens plek is om te schuilen behalve in mijn tent. Ik ontwaak in de regen. Kook in de regen. Wandel over gevaarlijke paden in de regen. Ik jank in de regen. Plas in de regen. Zet mijn tent op in de regen en vooruit, heb samen met mijn wandelgroep ook plezier. In de regen.

Mijn trektocht door Noorwegen loopt niet helemaal zoals verwacht. Hoewel ik echt wel wat ervaring heb, is het afzien. Ik loop gemiddeld zo’n acht uur per dag. Niet over uitgestippelde wegen, maar dwars door het landschap. Ik banjer door sneeuw en moeras en zak diep weg in modder. Door al dat geklim voel ik me vaker berggeit dan mens.

Dalen vind ik het engst. Door de regen zijn de stenen glad en als ik mijn voet verkeerd neerzet, glijd ik door. Dan komt die afgrond net even iets te dichtbij. Dat vele lopen vind ik niet erg, want alleen dan blijf ik warm. Zodra ik stilsta, komt het klappertanden en dat maakt de nachten lang.

Vier wandelaars geven op

Ik ben niet de enige die het zwaar heeft. Vier wandelaars geven op, zowel vanwege fysieke als mentale issues. Eén gids breekt zijn enkel en vliegt in een helikopter richting ziekenhuis, en we huilen hier heel wat af met z’n allen. Niet zo gek dus, dat mijn vriend vraagt ‘of ik het wel leuk heb’ als ik via de telefoon verslag doe van mijn reis.

“Ja!” roep ik meteen. Ik hoor hem lachen aan de andere kant van de lijn. Hij snapt er niets van, die vriend van mij. En ook ik moet even nadenken over wat er dan zo leuk aan is. Dan vertel ik hoe we gisteren na een lange dag ons kamp vlak bij een toiletgebouw opsloegen, lees: een hok met gat in de grond. Iemand uit de groep was glunderend komen vertellen dat er zeep was. Echte handzeep! Met citroengeur! Dolenthousiast was ie, hij had erbij staan springen.

Die euforie als je je droge slaapzak in kruipt

Ik vertel mijn vriend hoe lekker een warme maaltijd smaakt na een pittige tocht. Over de euforie als je je droge slaapzak in kruipt. Over het simpele geluk van staren naar een waterval na een lange klim. Over de tijd die je overhoudt omdat je telefoon het niet doet. Over de verbinding met de groep omdat je het samen moeilijk hebt. Over de trots die je voelt omdat je het toch maar flikt, ook al mopper je heel wat af.

Er heerst een bepaalde schoonheid in afzien. Het stript je van alle lagen en herinnert je eraan wie je ook alweer bent zonder ruis. Het dwingt je om te waarderen wat er al is. Dat wat gewoon lijkt, stijgt plotseling in waarde.

Als mijn vriend vraagt wat ik mis aan thuis, zeg ik: “Douchen. En droge voeten.” Blijkbaar heb ik niet veel nodig om content te zijn.

Hij lacht opnieuw en zegt: “Ik ben trots op jou.”

En dan jank ik weer, op die hoge berg. In de regen.

Meer lezen

Tekst Bente van de Wouw
Gepubliceerd op 30 april 2024

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN