‘Boeie, de wereld gaat toch naar de gallemiezen’-gedachten, zo gaat Tatjana Almuli ermee om

Opeens merkte schrijver Tatjana Almuli dat ze alles wel erg negatief inzag. Nu probeert ze, ondanks deze doemgedachten, toch weer bij te dragen aan een betere wereld.

Tekst Tatjana Almuli  Fotografie Danique van Kesteren
Gepubliceerd op 12 augustus 2024


Het besef overviel me ergens in de winter: ik was cynischer geworden, zwartgalliger. Steeds vaker hoorde ik mezelf variaties uitroepen op ‘de wereld gaat toch naar de gallemiezen, dus boeien’. Bijvoorbeeld wanneer ik weer eens koos voor een stuk vlees in een restaurant – na jarenlang vegetarisch te hebben gegeten. Of wanneer ik toch weer online een kledingbestelling plaatste, nog steeds een leeg pensioenpotje had en destructieve keuzes maakte die mijn mentale en fysieke gezondheid tegenwerkten.

Schuld afschuiven

Ik klaagde wat af bij mijn naaste omgeving, over de individualistische samenleving, hoe alles de schuld en de ­verantwoordelijkheid was van een steeds extreem-rechtser wordend politiek bewind. Ondertussen danste ik op de vulkaan, trok mijn handen af van verantwoordelijkheids­gevoel en handelingsperspectief en deed er vrij weinig aan mijn steentje bij te dragen aan een betere, gezondere, eerlijke wereld.

Ja, soms ging ik naar een demonstratie tegen onderdrukking en onrecht, ik deelde petities en inzamelacties van milieu- en mensenrechtenorganisaties op social media, schreef artikelen over inclusie en gelijkwaardigheid. Maar toch, op dagelijkse basis zette ik vooral mijn hakken in het zand vanuit de gedachte: het doet er allemaal toch niet toe, over een paar jaar is er een derde wereldoorlog uitgebroken, zijn we allemaal klimaatvluchteling of gaan we er op een andere manier aan.

Mijn cynische instelling ontstond vanuit onvrede en frustratie. Het is niet gek, er is genoeg om pessimistisch over te zijn. Maar, zo realiseerde ik me, het is uiteindelijk ook de makkelijkste keuze, het heeft iets gemakzuchtigs en creëerde bij mij alleen nog maar meer frustratie en minder energie en levenslust. Hoop op beter is spannend, het maakt wankel, je zet iets op het spel, je uit vertrouwen dat geschaad kan worden. Hoop kan ook passief zijn, je kunt uitspreken dat je hoopt dat iets verandert en dan alsnog achteroverleunen. Maar voor mij is het uiteindelijk vaak een katalysator waardoor ik aangezet word tot anders denken en doen.

Voorzichtig optimistisch

Voor mij begint het met het geloof dat iedereen een aandeel heeft en we er samen iets van moeten maken. Voor mij is dit het jaar van voorzichtig optimisme, waarin ik vaker mijn eigen ego en comfort opzij wil zetten en dingen laat vanuit idealistisch en hoopvol oogpunt. Zoals: echt niet meer vliegen binnen Europa en met minder gemak een vliegticket boeken naar de andere kant van de wereld. Creatiever zijn met de kleding en spullen die ik al heb, me verdiepen in moderne vormen van ruilhandel, me niet enkel opwinden over het erbarmelijke tweedehandskledingaanbod in Nederland, maar onderzoeken hoe ik kan bijdragen aan verandering.

Ik heb me aangesloten bij bewegingen die zich stelselmatig en actief inzetten voor radicale gelijkheid en rechtvaardigheid. Doe sinds kort vrijwilligerswerk in de buurt. En soms is er óók nog steeds een cynische klaagzang, maak ik zwarte grappen – een ‘fake it till you make it’-mentaliteit heeft me nooit zo aangesproken. Forceren werkt niet voor mij, ook niet als het gaat om een positieve, hoopvolle levenshouding, maar kleine stappen zijn ook stappen. Vooral als het gaat over minder passiviteit, minder ego, meer openstaan, leren, nederigheid en een streven naar meer collectieve verbondenheid.

Meer lezen

Promotional image

Van mental health tot goed nieuws

Flow nieuwsbrief

Wil je nog meer verhalen van Flow? Twee keer per week versturen we een mail met nieuwe artikelen.

SCHRIJF JE IN