Niets is lekkerder dan verse kruiden en groenten uit je eigen moestuin(tje). Het is gezond en je hoeft er niet eens een tuin voor te hebben. Jelle Medema, oprichter van de Makkelijke Moestuin-community, vertelt hoe je eenvoudig begint met moestuinieren.
Interview Bente van de Wouw Fotografie Unsplash/Meghan Schiereck
Gepubliceerd op 23 juni 2024
Moestuinieren brengt je van alles
“Stel, je vrienden komen vanavond bij je eten. Vlak voordat ze aanbellen, knip je wat kruiden in je moestuin. Ze zijn lekkerder dan die uit de winkel – want verser – en je plukt alleen wat je nodig hebt, dus je gooit niks weg. Je hebt in feite een duurzame voorraadkast in je tuin. De moestuin voelt bovendien als een pauzemoment in een chaotische wereld vol drukte. Het geeft rust om met je handen in de aarde te wroeten en voldoening als een zaadje uitgroeit tot iets eetbaars. Je weet wat je eet, het is biologisch en je krijgt de seizoenen beter mee. En: een moestuin is ook nog eens mooi om te zien, zeker in de zomer. Elke dag zie je iets anders gebeuren, zo’n stukje groen leeft.”
Een moestuin maakt koken makkelijker
“De smaak van een zelfgekweekte tomaat is niet te vergelijken met een supermarkttomaat. Groente uit eigen tuin is vers van het seizoen en heeft weinig nodig om op smaak gebracht te worden.”
Zaaien kan het hele jaar door
“Maart is de opening van het moestuinseizoen en veel mensen denken dat in de wintermaanden alles stilligt. Is niet zo. Je kunt zelfs in oktober nog met wintersla, winterpostelein, uien en knoflook beginnen. Zelf vind ik mei de leukste maand. Dan is het warm, zijn de dagen weer langer en schiet alles de grond uit.”
Het kan ook klein
“Je hebt maar één vierkante meter in je tuin of balkon nodig met vijf à zes uur zonlicht per dag om genoeg eten voor twee te telen. Als je de ruimte verdeelt in zestien vakken, levert dat per vak zo’n zestien radijzen, negen bieten of vier kroppen sla. Omdat sla zelf doorgroeit, haal je er zelfs wel acht of negen kroppen uit. In elk vak kun je drie tot vier keer per jaar opnieuw zaaien en oogsten. Naast ruimte en zonlicht heb je een bak nodig en goede grond. Vermijd goedkope zakken potgrond uit het tuincentrum: grond moet langdurig voeding af kunnen geven aan je planten en goed water vasthouden. Kies ook geen potgrond met kunstmest, want dan groeien je planten te snel in korte tijd en krijg je bijvoorbeeld zo’n knullig radijsje met enorm veel blad. Geef je planten daarom liever grond met natuurlijke voeding erin die ze rustig kunnen opnemen. Omdat ik die niet kon vinden, zijn we ’m zelf gaan maken en verkopen.
O, nog een tip: er zijn veel manieren om te moestuinieren. In de volle grond, verticaal tuinieren, permacultuur of zoals ik doe: in verhoogde bakken van 30×30 cm. Kies er één en houd je daaraan, want anders zie je door de bomen het bos niet meer. Bij mijn methode zet je een bak neer, je vult hem met aardemix en zaait de vakken in. De natuur doet haar werk vanzelf en onderweg leer je steeds bij. We bedachten ook een app die je van zaadje naar oogst helpt. Zo kan iedereen, zonder dure cursussen, in de moestuin aan de slag.”
Een moestuin kost minder tijd dan je denkt
“De meeste tijd ben je kwijt aan het opzetten van je moestuinbak. Als die eenmaal staat, hoef je verder de planten alleen maar water te geven en bij te knippen. Op dagen dat het regent, doe je vaak niets. Tijdens een hittegolf ben je wel in je tuin bezig; vijf tot tien minuten per dag. Sommige beestjes, zoals slakken, kun je beter uit je tuin houden. Daar zijn verschillende manieren voor, zo is er schrikdraad dat slakken schokje geeft dat nauwelijks voelbaar is. Het doodt ze niet, maar schrikt ze wel af.”
Zo begin je
“Er zijn zaden waarmee je makkelijk kunt beginnen. Neem radijs, die groeit in drie à vier weken uit tot oogstbare plant. De bladeren van radijzen zijn ook lekker, bijvoorbeeld om te roerbakken. Palmkool, nog een leuke. Dat is een soort kool die niet in de breedte, maar omhoog groeit: heb je ineens een minipalmboom in je tuin. Je kunt er de klassieke Hollandse boerenkool mee maken of een pasta. Paksoi en alle soorten sla zijn ook aanraders om mee te beginnen. En snijbiet is erg mooi om te zien: de bladeren zijn net schilderijen.
Wees niet bang om iets fout te doen, er kan eigenlijk niks misgaan als je zorgt voor genoeg plek en licht om te groeien, goede grond en water. De natuur doet de rest. Je kijkt gewoon per moment wat er moet gebeuren, en beweegt mee met wat er op je tuinpad komt. Dat is ook mooi aan moestuinieren: het leert je in het nu te leven.”
