Langste dag van het jaar? Je vitamine D is al binnen in 30 minuten

Op de langste dag van het jaar is er aan zonlicht geen gebrek. Maar hoeveel zonlicht heb je eigenlijk echt nodig? Amerikaanse professor Michael Holick legt uit wat goed is voor je lichaam en geest.

In de winter loop je nog weleens een tekort op aan zonlicht. Maar hoeveel zonlicht heb je nou precies nodig? Op de langste dag van het jaar denk je misschien minder aan die vraag, want dan is het buiten juist volop licht. Toch kan het geen kwaad om te beseffen hoeveel zonlicht je écht nodig hebt, en wat het met je doet. Amerikaanse professor Michael Holick, expert op het gebied van vitamine D en geneeskunde aan de universiteit van Boston, deelt zijn inzichten.

Hoeveel zonlicht is genoeg?

Hoeveel zonlicht je nodig hebt, hangt van veel factoren af: je huidtype, het seizoen, het tijdstip van de dag, het weer, de plek waar je bent en zelfs luchtvervuiling spelen allemaal een rol. Die factoren bepalen hoeveel ultraviolet licht je opvangt, en dat is cruciaal voor de aanmaak van vitamine D in je huid.

Volgens professor Holick is tien tot dertig minuten middagzon per dag voldoende, verspreid over meerdere dagen per week. Dat lijkt korter dan je denkt, maar is een gemiddelde: wie een lichte huid heeft, heeft minder nodig dan iemand met een donkere huid. Wil je precies weten wat voor jou geldt, dan is de Engelstalige app Dminder een handig hulpmiddel. Professor Holick werkte mee aan de ontwikkeling ervan.

Vitamine D: onmisbaar voor je lichaam én geest

Vitamine D is niet alleen goed voor de opname van calcium en sterke botten, het stimuleert ook je immuunsysteem om bacteriën en virussen te bestrijden; heel belangrijk in de winter. Daarnaast helpt vitamine D je stemming te verbeteren. Het zet namelijk de productie van gelukshormonen als serotonine en dopamine in je brein in gang. Daarom is een vitamine D-pil niet hetzelfde als echte zon op je huid.

Meer dan vitamine D: zo werkt zonlicht op je lichaam

Zonlicht doet meer dan alleen vitamine D aanmaken. Het helpt ook om je biologische klok gelijk te zetten. Die klok bepaalt wanneer je wakker wordt en wanneer je moe wordt. Vooral ‘avondmensen’ hebben moeite om zich aan een vroegere wekker te houden, wat kan leiden tot vermoeidheid en een slecht humeur.

Het eerste wat je ’s ochtends zou moeten doen, is de gordijnen open gooien en het ochtendlicht binnenlaten. Vooral het blauwe licht in de uren na zonsopgang remt de aanmaak van het slaaphormoon melatonine en maakt je alert. Onderzoeken uit Japan en de VS laten zien dat mensen die ’s ochtends direct licht pakken, minder last hebben van depressieve gevoelens.

Overdag helpt fel zonlicht, vooral tussen twaalf en drie uur, je alert en energiek te blijven. Helaas zitten we vaak binnen, terwijl we minstens duizend lux aan licht nodig hebben om optimaal te functioneren. Een korte wandeling buiten kan je die dosis snel geven, zelfs bij bewolking.

Ook je nachtrust profiteert van de zon

Hoewel het misschien tegenstrijdig klinkt, helpt zonlicht ook bij een betere nachtrust. Hoe meer blauw licht je ’s ochtends meepakt, hoe beter je ’s avonds inslaapt en doorslaapt. ‘s Avonds is juist warm, roodachtig licht prettig, omdat dit geen invloed heeft op de aanmaak van melatonine. Daarom is het slim om ’s avonds de lampen wat zachter en warmer te zetten.